k I 'Het was een indruk wekkende ceremo nie. Na afloop van de plechtigheid schudde ik de hand van premier Hatta die zei dat hij voor het eerst de hand van een Papoea had geschud.' O lifestyle De dag zelf had misschien niet de dramati sche impact als 22 november 1963 - de moord op president Kennedy - of de aanslag op de Twin Towers in New York op 11 september 2001; daarbij weten mensen nog exact waar ze zich op dat moment bevonden. Toch wil Moesson stilstaan bij deze dag en bij de gebeurtenis die aanstaande 27 december precies zestig jaar geleden plaatsvond. Toenemende druk Bijna twee maanden voor de 27e december, werd op 2 november 1949 de Ronde Tafel Conferentie (RTC) in Den Haag afgesloten. De conferentie was een uitvloeisel van de toene mende internationale druk op Nederland dat in december 1948 nog had geprobeerd via een militaire actie de Republiek Indonesië uit te schakelen. Die Republiek had in 1948 juist hoge ogen gegooid in de Verenigde Staten met het neerslaan van een communistische opstand in Madiun. Vanaf 23 augustus 1949 onderhandelden maar liefst drie delegaties met elkaar over de vele zaken die in de aanloop naar de soevereiniteitsoverdracht moesten worden geregeld. Aan Indonesische kant had de dele gatie van de Republiek Indonesië met die van de andere deelstaten (de federalisten) afge sproken zoveel mogelijk één lijn te trekken. De federalisten konden ook weinig anders, wilden ze niet als handlangers van de Ne derlanders worden betiteld. Dat betekende dat de Nederlandse delegatie zich meer dan eens tegenover een eensgezind Indonesisch blok gesteld zag. Waar het de Indo-Europese bevolkingsgroep betrof, leden pogingen van vertegenwoordigers van de Indo-Europese bevolkingsgroep om tijdens de RTC onder de noemer Waardevolle Belangen nog garanties in de wacht te slepen, schipbreuk. Van Indo nesische zijde bestond weinig bereidheid om rekening met hen te houden. Van de Indo- Europese groep werd verwacht dat ze zich als loyale Indonesische staatsburgers diende op te stellen. Dat was overigens ook het advies van het bestuur van het Indo-Europees Verbond. Door deze opstelling verloor het IEV veel leden en dus invloed. Warga negara Een van de belangrijkste punten voor de Nederlandse bevolkingsgroep in Indonesië, en in het bijzonder voor de Indo-Europese groep, was dat van de nationaliteitskwestie. Tijdens de RTC werd bepaald dat zij nog twee jaar de tijd zouden krijgen om te kiezen voor het Nederlandse óf het Indonesische staatsburgerschap. De laatste optie werd sterk gepropageerd, met name voor de circa 170 duizend Indo-Europeanen waarvan werd verondersteld dat ze hun toekomst beter in Indonesië dan in Nederland konden realise ren. Uiteindelijk zouden op 27 december 1952 bijna 14 duizend opties voor het Indonesische staatsburgerschap (het warganegara-schap) zijn gerealiseerd waar circa 30 duizend personen bij betrokken waren. De grote meerderheid zou dus vasthouden aan het Nederlanderschap. Het maakte hun positie in de nieuwe staat er niet makkelijker op. Maar ook een flink deel van diegenen die voor het warganegara-schap hadden geopteerd, kwam uiteindelijk terug op hun keuze. Rondom deze 'spijtoptanten' zouden zich nog de nodige verwikkelingen afspelen, zeker wanneer het ging om hun toelating in Nederland. Steen des aanstoots Maar dat lag ten tijde van het afsluiten van de RTC allemaal nog in de toekomst. De RTC eindigde met Indonesië als een federale staat, een Unie met Nederland onder konin gin Juliana (ook al ging het hier om een unie tussen twee soevereine staten met een 'licht' unieverband) én een probleem dat naar voren werd geschoven: de status van Nieuw- Guinea. Van Indonesische zijde werd betoogd dat de nieuwe staat als rechtsopvolger van Nederlands-Indië het hele grondgebied omvatte, dus inclusief Nieuw-Guinea. Het Nederlandse standpunt werd beïnvloed door het idee van Nieuw-Guinea als uitwijkplaats voor de Indo-Europese groep. De belangen en opvattingen van de bevolking van het gebied, de Papoea's, speelden maar een beperkte rol in de overwegingen aan Nederlandse kant. Desondanks werd eind oktober 1949, toen de RTC dus al enige tijd bezig was, een delega tie vanuit Nieuw-Guinea naar Nederland overgebracht. Deze delegatie bestond onder meer uit de Papoea's Johan Ariks, Marcus Kasiepo en Nicolaas Jouwe. Nicolaas Jouwe (1923) vertelt: 'Wij waren aanwezig op de Ronde Tafel Conferentie en reisden daarna rond in Nederland om over Nieuw-Guinea te vertellen. Voor mij persoonlijk was het bijzonder omdat ik tijdens dat verblijf in Nederland mijn vrouw heb ontmoet.' De Pa poea's waren ook aanwezig in het Paleis op 52 Moesson Moesson #6 december 2009.indd 52 25-11-09 15:56

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2009 | | pagina 52