Het is voor Lilian een verademing als het gezin Boon in 1962 besluit naar Amerika te emigreren. Lilian heeft zich direct thuis gevoeld in de Verenigde Staten. 'Ik heb mijn moeder nooit meer zo gelukkig gezien als daar', aldus dochter Vivian. Ook voor Vivian voelt het vertrek naar Amerika als een bevrij ding; een bevrijding van het altijd door Tong Tong beheerste gezinsleven. Lilian schrijft: Allemensen, wat een heerlijke huizen hebben ze hier. Na 8 jaar opgesloten te zijn geweest in een stenen blokkendoos met uitzicht op vele andere blokkendozen, géén tuin, géén bomen voor zover het oog reikt en ijskoude betonnen trappen voor je in de blokkendoos kunt, is het wonen in een huis voor mezelf, met een tuin met bomen en iedere dag de zon, voor mij een stapje nader tot het paradijs. Trouw Hoewel het gezin in Amerika erg gelukkig is, ziet Lilian dat Tjalie Tong Tong nodig heeft: 'Hij moest iets dóen'. Tjalie is gedwongen terug te keren naar Den Haag. Het gezin volgt hem, ook al zou Lilian zelf veel liever in haar geriefelijke en dierbare huisje in Whit- tier, Californië, blijven, met de geraniums en de bougainville, de zelfgebouwde visvijver en pergola. Lilian keert terug naar Nederland: Wonen in Nederland [schrijft zij later in Moes son], een leefbaar fijn land. Zulke fijne sociale voorzieningen, daar geef je alles voor op: eer, geweten en verantwoordelijkheid. In 1967 komt Lilian officieel voor Tong Tong werken. Haar verantwoordelijkheden binnen het bedrijf nemen toe naarmate Tjalies ge zondheid verslechterd. Als hij in 1974 overlijdt, is het voor Lilian, vanuit een diep plichtsbesef, vanzelfsprekend dat ze Tong Tong voort zal zetten. Trouw is een van haar meest in het oog springende karaktertrekken. Lilian ontwikkelt haar tropenstijl - door vrienden geliefd en door vijanden gevreesd - pas na Tjalie's dood, als hij er niet meer is om haar af te remmen: We zijn in Indië met de plicht tot dankbaar heid jegens alles en iedereen opgevoed. Dus moet ik dankbaar zijn dat ik in Nederland mag wonen en niet als een Vietnamese bootvluchteling moet soebatten en smeken om asiel. Onvermijdelijk strijkt zij met haar artikelen veel mensen tegen de haren in. Als jour naliste heeft ze vrijwel altijd een directe aanleiding nodig. Gelukkig is daar tot op de dag van vandaag weinig voor nodig. De vraag: integratie of assimilatie?, is voor Li lian geen discussieonderwerp. Zij koestert er geen illusies over. In de jaren tachtig worden Indische mensen regelmatig aangekeken op een fout koloniaal verleden. Met de al even strijdbare Ralph Boekholt aan haar zijde, zorgt dat voor een polarisatie van de ver houdingen (ook binnen de eigen lezerskring overigens): Indische Nederlanders zijn wel geen nieuws, maar je kunt altijd ongestraft tegen ze aanschoppen Ralph en ik hebben over de smurrie in de kranten lang en breed gesproken. We zij samen razend geweest over diverse pas- 58 Moesson Moesson #6 december 2009.indd 58 25-11-09 15:56

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2009 | | pagina 58