portret
Dream and Reality
Bé Jolly, trots op de foto met haar drie opgroeiende zoons Humphrey
(tg), Willy (15) en René (13) in Arma di Taggia, Italië, tg6t. Begin jaren
zestig bracht de familie Jolly elke zomer door in het Blue Beach bunga
lowpark aan de Italiaanse Rivièra. Het appartement was sober met een
piepkleine keuken, maar in die hitte maakte Bé bijna elke avond nasi
goreng van corned beef of gado-gado met rijst.
Dit artikel is een bewerking van
een passage uit Dream and Reality,
photography by Willy Jolly een exclu
sief overzichtswerk van de Haagse
fotograaf Willy Jolly. Het boek bevat
zijn unieke dramatic portraits in black
white in de stijl van de jaren veertig.
Willy Jolly zelf verzorgt de overall
styling, make-up hair styling van de
modellen. Zodoende ontstaat er een
intiem portret waar geen derden bij
aanwezig mogen zijn. Jolly's motto
is: 'pas de belle photo sans un gros
plaisir'. In het fotoboek Dream and
Reality komen daarnaast Willy Jolly's
leven, zijn moeder, zijn vader en zijn
geboorteland aan bod. Dream and Re
ality is mede mogelijk gemaakt door
subsidie van het Haags Centrum voor
Beeldende Kunst Stroom en verschijnt
begin februari in een gebonden en
genummerde uitgave. Circa 400
pagina's, prijs circa 40 euro.
www.willyjolIy.nl
voor twee jaar bij de Nederlandse Liaison
Missie/AAFCE Fontainebleau geplaatst. Bé is
net als in Indië weer veel alleen. Soms weken,
soms maanden. Als zij Oma Dora weet over
te halen op de kinderen te passen, kan Bé
een weekend naar Parijs om bij Paul te zijn.
's Avonds bezoeken ze de Folies Bergère of
Le Mayol waarin schaars geklede vrouwen
optreden. Tot het einde toe weet ze zich nog
alles te herinneren van die tijd met Paul in
ondeugend Parijs.
In Eindhoven wonen gelukkig veel vliegers
vrouwen die zij nog kent uit Indië zoals Beryl
Bartelings en Ems de Smalen. Zij speelt er
veel badminton en gaat weer kleding maken
naar modellen uit mondaine tijdschriften.
Zo maakt zij aan de hand van een foto van
Gina Lollobrigida in een ingenieus ontwor
pen avondjurk een patroon. Bruidsjurken
zijn haar specialiteit. Zo zal zij later ook
de bruidsjurken maken voor bekenden en
familieleden, zoals Cherna Niels-Hoyer, Patty
Zwerver-Kaya en haar schoondochter Marjan
Jolly-van der Schouw. In 1957 wordt Paul
overgeplaatst naar het hoofdkwartier van de
Koninklijke Luchtmacht en keert het gezin
terug naar Den Haag. Zij gaan in de Esdoorn
straat wonen. Paul staat erop dat Bé rijles
en ook zwemles neemt, iets waar zij in het
verleden nooit aan is toegekomen. Die rijles
sen zullen haar later goed van pas komen,
wanneer zij er in 1970, als Paul plotseling
overlijdt, helemaal alleen voor komt te staan.
Paul en Bé zijn altijd blijven dansen. In de
huiskamer aan de Regentesselaan hangt
een foto uit de jaren vijftig waarop zij
beiden - inmiddels in Nederland - dansend
te zien zijn. Op verjaardagen in Den Haag
worden thuis de bedden opgeklapt en het
vloerkleed opgerold om een dansvloer te
creëren. Daarop dansen dan degenen die zijn
toegelaten tot de gang. Tot dit selecte gezel
schap behoren onder andere Peng en Minny
Agerbeek-O'Gilvie, Bert en Paula Hadders-
van Voorthuijsen, Bas en Beryl Bartelings en
Piet en Mary Hoyer-Jolly. Zij dansen op de
allerlaatste jive-hits, Bill Doggett's 'Honky
Tonk', Alan Dale's 'Sweet and Gentle', Little
Richard's 'Lucille', maar ook slow op Teddy
Buckner's 'Martinique'.
Liggend in haar bed bracht Bé onlangs deze
dansperiode ter sprake. Zij vroeg naar de
bewuste foto. Toen zij die van ons kreeg
aangereikt, was ik geraakt door de verbon
denheid die uit haar reactie bleek. Het is
ontroerend dat iemand na bijna veertig jaar
weduwe te zijn nog steeds zulke gevoelens
van genegenheid uit. In deze tijd is dat zeker
iets buitengewoon zeldzaams. Iedereen
die Bé kende, is getuige geweest van deze
verbondenheid.
44 Moesson
Moesson #7 januari 2010.indd 44