WJrM
Brieven
V
van de lezer
.Shc r I
---
k
- -
Op zoek naar Ade
Re: 27 decemberi949
Als jongen van 9 tot 11 jaar heb ik in 1948
1950 in Indonesië gewoond, om precies te
zijn in Batavia/Djakarta. De naamswisseling
van Hollandse naar Indonesische namen heb
ik meegemaakt. Dat gebeurde dus al vóór
desoevereiniteitsoverdracht. Erwaren toen
in Indië wel meer rare omstandigheden en
dubbele zakendie de Nederlandervannu
totaal niet begrijpt. Zo waren een heleboel
Nederlanders, inclusiefNederlandseamb-
tenaren, al aan het werk voor de toekom-
stigeIndonesische staat. Zoook mijneigen
stiefvader ir J.D. Prins, die onder meer een
nieuwe wet voor het stoomwezen in elkaar
moest zetten. Wij waren totoks, alleen hij
was een echte Indischman. Ik woonde op de
Sawolaan/Djalan Sawo in Batavia. Zelfs voor
de betjakrijders (betjaks behoorden toen nog
tot het straatbeeld van Djakarta) waren de
naamswisselingen verwarrend; ik herinner
meéénvanhendie het hadoverde'Djalan
Sawo Laan'. De lagere school die ik bezocht
was toen debestein Djakarta: deCarpentier
Altingh Stichting (waar ook enkele kinderen
van Soekarnoleerlingwaren, elkedagwer-
den zij met de auto gebracht en gehaald).
Deimpact vandesoevereiniteitsoverdracht
van december 1949 staat mij nog scherp voor
Re:27 decemberi949
Na mijn militaire diensttijd kwam ik in 1948
te werken als agent van politie te Batavia.
Mijn werkzaamheden waren in het begin
vooral van administratieve aard, zoals het
tikken van arrestatiebevelen, het ophalen
van arrestanten en brengen naar de afdeling
fotografie en dactyloscopie en hen weer naar
de cellen terugbrengen. Tegen de datum van
27 december 1949 zag ik dat de kaderleden
van mijn afdeling geheimzinnig zaten te
vergaderen. Bijdeintocht vanSoekarnoin
Batavia zag ik dat de rust, orde en veiligheid
werd gewaarborgddoor deBijzondere Politie
van de heer Merghart en Asbeck Brusse en
doordemeesteex-Nederlands-Indische
politiemensen. Toen zag ik hoe enthousiast
Soekarnodoordebevolking werd toege
juicht. Ik voelde toen dat de Verenigd Staten
van Indonesië maar van korte duur zou zijn,
immers Soekarno wenste een eenheidsstaat
van Sabang tot Merauke. Mijn vader L.W.
Tomasouw, dorpshoofd van het christen
dorp Toegoe, niet ver van Tandjong Priok, en
zijn medewerker de heer Mathias Michiels
werden op 29 december 1949 ontvoerd door
eenbendezichnoemendeTNI-ers. Zijzouden
mijn vader op 1 januari 1950 doodschieten.
De inspecteurvanpolitie Croesvandesectie
Tandjong Priok kwam snel in actie en meldde
dit aandecommandant vandeBijzondere
Politie commissaris Asbeck Brusse. Deze
heeft godzijdankmijnvaderendiensmede-
werker kunnen bevrijden. Hierdoor besloot
Indonesiërs in Holland
<&j
Mijn moeder is op zoek naar de man links op
de foto (met sigaret in de hand). Zijn naam is:
AdeSusilo.Woonadresdestijds: inde buurt
van de Menteng bioscoop in Djakarta. De
foto isgenomen tijdenshet huwelijksfeest
van mijn ouders op 17 mei 1956 te Dja
karta. NaamvanmijnmoederisAugustina
Johanna Charlotte Dassen-Amanupunjo,
roepnaamDee. Naamvan mijnvaderis: Leo
Dassen. Mijn vader is overleden op 15 novem-
ber2006.
Reacties graag aan: marcelleevers@chello.nl
4
r
ogen. Mijn ou
ders waren
aan de radio
gekluisterd en
zaten gewoon te hui
len toen voor de laatste
keer het Wilhelmus werd
gespeeld. Het gejuich van de
Indonesische massa begon
al tijdens het gelijktijdig
neerhalen van de Nederlandse
vlag. Het werd nog luider toen de Indone
sische vlag omhoog ging en het Indonesia
Raya door duizenden werd meegezongen. Ik
als tienjarigejongenbondeenIndonesisch
vlaggetje aan mijn fiets en ben naar het
Koningsplein/Merdekapleingegaanomme
in het feestgedruis daar te storten.
JanPiet Puype(viae-mail)
mijn vader met een groot gedeelte vande
Toegoenezen naar Nieuw-Guinea te emigre
ren en na de overdracht van Nieuw-Guinea
vervolgens via Nederland naar Suriname.
Hij is daar ook overleden en begraven. Twee
broers van mijn Soendanese moeder over-
leefdenhet niet; zij waren allebei dorpshoof
den en werden door bendes in het Koenin-
ganseen Tasikmalase vermoord omdat zij
met de Nederlanders hadden samengewerkt.
Ikhebdie tijd rond de soevereiniteitsover
dracht als bijzonder triest ervaren.
B.A. Tomasouw, Arnhem
Met veel plezier heb ik weer Moesson
gelezen, maar dit plezier werd getemperd
door de boekbespreking van Indonesiërs in
Holland 1958-1962. Waarschijnlijk een heel
fraai fotoboek, maar die onnozele Leonard
Freed had zich beter moeten inlezen over
de geschiedenis van het land en de mensen,
waarvan hij de foto's heeft gepubliceerd. En
dat het maandblad Moesson, speciaal gericht
op de Indische mensen, hier een advertentie
voor accepteert, vind ik tamelijk vreemd.
Bram Menke (via e-mail)
Naschrift redactie: Het is en blijft naar, iedere
keer als iemand de bevolkingsgroep van In
dische Nederlanders niet blijkt te kennen, en
daarmee onze unieke cultuur en geschiedenis.
Daarom heeft recensent Wim Manuhutu niet
nagelaten te vermelden dat Freed 'niet [werd]
gehinderd door al te veel voorkennis' en dat
de titel 'misleidend' is. Die fout deed in onze
ogen niets af aan
de foto's; die zijn
niet alleen prach
tig, maar ook van
historische be
tekenis. Eén van
de foto's haalde
beginjaren
zestig al de cover
van Tong Tong.
februari 2010 17
Moesson #8 februari 2010.indd 17
27-01-10 14:20