Paradijsvogels en Kroonduiven Tempo Doeloe februari 2010 27 Laad- en loswerk, Manokwari circa 1950 een levendige ruilhandel in levensmiddelen. Kledingstukken rouleerden binnen en tussen vriendinnengroepen. En bij huwelijken en begrafenissen sleepten genodigden met stoelen, geleend of uit eigen bezit, om een plechtigheid bij te wonen. Aan de andere kant konden sommigen de situatie gewoonweg niet aan. Het maakte geen verschil of ze nou al een behoorlijk dak boven hun hoofd hadden of met hun kinderschare, in een krakkemikkige loods, tussen andere families verkeerden. Heimwee, teleurstelling. Jaloezie en onderlinge irrita ties. Niet iedereen wist aan deze gevoelens een draai te geven. Dat gold ook voor de man met het kapmes, wiens vrouw bij ons thuis bescherming zocht. Er bestond een grote achterstand in het registreren van de binnenkomers. Daar kon ik me direct na mijn sollicitatie bij het plaat selijk bestuur op gaan richten. Gewapend met mijn aktetas legde ik op één dag vele kilometers af. Naar het hoger gelegen Mang- goapi waarbij ik, bevreesd voor onverwachte diepteverschillen, een rivier doorwaadde. Ik schreef er een kolonist in die zich enkele jaren later de kangkoengkoning mocht noe men. De eetbare waterplanten vonden op de drassige onderbodem de ideale leefruimte. In het vlakke Rendani waren landbouwers neer gestreken op verlaten vooroorlogse percelen. Overwoekerde gronden, maar vrij van lastige obstakels als metershoge bomen. Een gewe zen kantoorklerk woelde er met een schop de aarde om. Zijn vrouw die in het verleden de was uitbesteedde, ging er nu zelf mee aan de slag. Met hun eerste oogst zouden ze bin nenkort de deuren langsgaan. Drie jaar na onze aankomst verhuisde ik naar een woning aan de Missigitweg. Op steen worp afstand van de plaatselijke moskee. De gezangen van de gebedsoproeper maakte een klok overbodig. Mijn man had zich inmiddels als aannemer aan de Koninklijke Paketvaart Maatschappij verbonden en coördineerde het laad- en los werk aan de haven. Door zijn contacten met Papoea's en zijn beheersing van de Arfaktaal kon hij een flinke ploeg samenstellen. Alles gebeurde nog met handkracht. Ik kwam voor dezelfde maatschappij te werken en zag, door de jaren heen, andersoortige goederen op de kade belandden. Eerst vooral voedsel producten en bouwmaterialen. En langza merhand, meer en meer, 'luxeproducten' als ijskasten, diepvriesvlees uit Australië en transistorradio's. De stormloop op winkeltjes nadat er een boot in de baai afmeerde, lag achter ons. 'Helaas uitverkocht', beluisterde je zelden nog. De plaatselijke middenstand kreeg deels een ander karakter. Een taartenbakkerij van de gezusters Ondaatje, zaken met de nieuwste kleding en schoeisel. De Nieuw-Guinea Im port en Export Maatschappij introduceerde scooters van het merk Vespa en Lambrette. 'Te verkrijgen op afbetaling.' Manokwari leek uitbundiger te worden. Eén van onze hoofdstraten zou zelfs Panorama boulevard gaan heten. Frouwke Beijnon-Vecht, Manokwari 1955 Moeccon #8 februari onminHH 27 27.01.10 14 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2010 | | pagina 27