indonesië O
afgestudeerd keerde hij terug naar Noord-Sumatra en vestigde zich
in Medan in de hoop er als docent een baan te vinden. Helaas is het
aantal scholen in Medan waar hij als docent zou kunnen werken niet
erg groot en heeft hij tot nu toe nog geen baan kunnen vinden.
Tijdens zijn middelbare schoolperiode begon Antonius met het schrij
ven van gedichten, maar pas terug in Medan richtte hij zich geheel op
een toekomst in de literatuur. Net als de meeste dichters en schrijvers
in Indonesië kan Antonius niet leven van de verkoop van zijn bundels.
Af en toe masseert hij gasten van het nabijgelegen Hotel Deli River
van het Nederlands-Indonesische echtpaar Dirk Buiskool en Diana
Pardamean. Maar zonder een vast inkomen is hij genoodzaakt met
zijn gezin een eenvoudig bestaan te leiden.
Blind in gedichten
In de gedichten van Antonius komen verschillende thema's aan bod;
zo klaagt hij de sociale en politieke misstanden in zijn land aan en
toont hij zijn zorgen om de natuur. Ook schrijft hij over natuurrampen
zoals aardbevingen en de tsunami van 2004. Maar de meeste indruk
maken zijn gedichten over zijn ervaringen als blinde man in de Indo
nesische maatschappij. Zijn gedichten kenmerken zich onder andere
door de aanwezigheid van meerdere betekenislagen. Door gebruik te
maken van sterke metaforen geeft hij treffend uitdrukking aan zijn
gevoelens. Zo beschrijft hij hoe hij op een dag werd 'overvallen' door
iemand die hem een paar roepiah in zijn handen duwde, terwijl hij
op zijn vriend stond te wachten. Hij beschrijft de paar munten in zijn
hand als een mes dat in zijn lichaam werd gestoken:
Penikamku tak adayang mengejar dan menangkap
Hanya sunyiyang menjenguk dan berbisik
Kawan, ini negeri orang-orang buta'
Een blinde ziener
De laatste regel van het gedicht wijst op de blindheid van de maat
schappij. Het contrast tussen de blinde Antonius en de niet-blinde
mens die wel kijkt, maar niets ziet, komt veel voor in zijn werk.
Antonius' levensmotto Netra hilang; hati berkumandang,'Gezichts
vermogen kwijt; het hart verrijkt' laat ook zien dat het onvermogen
om te kijken hem niet belemmert om dingen te zien, integendeel. De
maatschappij is blind, niet hij: blind voor ware gevoelens en voor de
maatschappelijke tekortkomingen.
In 'Ik weet' komt dit 'blinde zien' ook naar voren:
'Ik weet'
Ik weet dat jij daar bent
En dat je alles wat niet van jou is opslokt
Stop maar,
Want er is geen duister in mijn ogen
Er is geen geheime gang
Er is geen ondergrondse ruimte
'Aku tahu'
'Het incident op de stoep 5,5 kilometer buiten de stad'
Rustig wachtte ik op de stoep
Op mijn vriend die van ver kwam
Toen jij plots opdook
En mij neerstak met je paar schamele roepiah
Voor een ogenblik klapte ik ineen
Terwijl jij trots lachend langsliep
Vertrapt werd ik daar op de stoep, 5,5 kilometer buiten de stad
Er was geen ambulance die mij naar het ziekenhuis bracht
Niemand ging achter mijn overvaller aan om hem te arresteren
Alleen de stilte kwam even naar mij toe en fluisterde in mijn oor:
'Vriend, dit is het land der blinden'
Aku tahu kau di situ
Seraya melahap semuayang bukan milikmu
Berhentilah,
Tak ada gelap di buta mataku
Tak ada lorong rahasia
Tak ada ruang bawah tanah
Zijn liefde voor en verlangen naar God komt tot uitdrukking in het
aandoenlijke gedicht 'God', samen met het belang van zijn handen
om als blinde de wereld te kunnen aftasten. Maar het gedicht gaat
ook over uitsluiting en anders zijn. De reinheid van de handen staat
hier voor de reinheid van de gelovige ziel:
'God'
'Insiden trotoar5,5'
Sepi kutunggu di trotoar itu
Temanku menuju pulau seberang
Tiba-tiba kau datang
Lalu menikamku dengan recehan itu
Aku terkapar seketika
Dan kau berlalu sambil tersenyum bangga
Aku terinjak-injak di trotoar 5,5
Tak ada ambulance yang membawaku ke rumah sakit
Wanneer ik en mijn vriend voor u staan
Wie van ons geeft u dan een hand?
Mij, een blinde
Die iedere dag met zijn handen de wereld aftast
Zodat ze nooit schoon zijn
Of mijn ziende vriend
Die zijn handen niet hoeft te gebruiken
Zodat ze altijd schoon zijn
Maar God
Ik heb mijn handen al gewassen
In het watervat voor uw poort
maart 2010 23
Moesson #9 maart 2010.indd 23
24-02-10 14:24