eloven
ze toch niet
I
De visumspecialist
voor Indonesië
Access Indonesia regelt
uw visum voor:
Verblijf tot 60 dagen
Verblijf van 3 - 6 maanden
Vrijwilligerswerk
Werkvergunning
Retirement visum
(Seniorenvisum voor 55+)
O poirrié's perikelen
mmEmsm
De moderne
Botol Cebok
maar dan
veel beter!
vanaf 29,45
www.moessontoiletdouche.nl
tel.:0224-223986
'De holbewoner en de korporaal' stond er bo
ven het twee pagina's grote artikel in de Apel-
doornse courant De Stentor van 1 september
2009. Voelde ik het bloed in m'n aderen
stollen, want met die 'laatste holbewoner van
Nederland' heb ik wat te stellen gehad.
Het artikel betrof Albert Smit, een ontvluchte
gevangene die zich op de Veluwe in een zelf
gegraven ondergronds hol verborgen hield
en op 31 augustus 1919 de op de Harskamp
gelegerde korporaal Gerard Vos op een
bospad om het leven bracht. Ik was toen
nog niet geboren, maar toch is die holbe
woner een brok realiteit uit mijn verleden.
Dat zit zo: Toen ze in 1952 bij de Limburgse
Jagers in Venlo vonden dat de functie van
terreinsergeant op het infanterie schiet
kamp De Harskamp écht iets voor mij was,
viel ik met mijn neus in de boter. Was daar
juist een schietserie begonnen en mocht ik
niet weg. Moesten Nel en ik onze geplande
verloving 'met de handschoen' vieren. Zat
zij braaf naast haar vader op een versierde
stoel in Venlo en stond ik te bevriezen op
een mitrailleur schietpunt op de Harskamp.
Als mede-toezichthouder zeg maar van
Wustlich, een van de Indische ex-Knillers die
de hoofdpijlers van het schietkamp vormden.
Voor onze verwende jongere generaties: een
terreinsergeant van de Harskamp had het
vroeger net zo beroerd als een tot opzichter
gepromoveerde politieke gevangene van de
Goelag-archipel. Hij moest voor dag en dauw
op zijn werk zijn en kreeg als vervoermiddel
de beschikking over een opgelapte dienst-
fiets uit WO I. Voorzien van een zelfgesmeerd
lunchpakket van brood met kaas, crosste hij
dagelijks met zijn collegae in colonne over
een verraderlijk bospad naar zijn werkplek.
In doodse stilte en met hooguit een korte
afscheidsgroet van degene die naar zijn
eigen schietpunt afsloeg, of gesmoorde
30 Moesson
vloek van de stakkerd die van het pad raakte
en in kuil of sneeuwhoop dook. Ook echt
alleen een gesmoorde vloek, want volgens
de overlevering hield de geest van de laatste
holbewoner zich ergens langs het pad op,
en een Indische jongen weet als geen ander
dat je nooit hardop moet vloeken als er een
momoh in de buurt is. Komt ie gegarandeerd
achter je aan.
Hoewel ik die ellendige geestverschijning
nooit in levende lijve heb gezien en er op de
Harskamp behalve de ruïne van het holbewo-
nershol geen door genderoewohs, hantoes
of momohs bewoonde waringins of andere
specifieke 'spookverblijven' voorkwamen, had
ik een gloeiende hekel aan die fietstochten.
Vooral 's winters, als de mistflarden als uit
gerekte spoken over de struiken hingen en ik
als hekkensluiter fungeerde. Had ik het idee
dat die lugubere rot-momoh een regiment
soortgenoten had opgeroepen om me de
stuipen op het lijf te jagen en wist ik bijna
zeker dat er een paar achter me aan zaten.
Brak het klamme zweet me uit en kon ik er
niet om lachen als een grapjas de spanning
trachtte te doorbreken met opmerkingen als
'Awas ada momoh' of 'Opschieten Japie, je
raakt achter'. Gevallen of van het pad geraakt
ben ik trouwens nooit. Maar een lekke band
is me wel overkomen. Op een donkere, bit
terkoude ochtend vlak voor Kerstmis, niet ver
van de holbewonersruïne. Verdwenen mijn
collegae met een laatste 'hou je taai' in de
mist en begon voor mij de voettocht naar de
Calvarieberg. Zoiets wens ik niemand toe.
Ik heb nog wel even overwogen om De Sten
tor deelgenoot te maken van mijn ervaringen
met die holbewoner, maar heb daar toch
maar van afgezien. Geloven ze toch niet.
Jack Poirrié groeide op in Batoeradja en woont
sinds 1951 in Nederland. Elke maand schrijft
Jack Poirrié in Moesson over zijn perikelen.
Moesson #9 maart 2010.indd 30
24-02-10 14:24