Perkedel jagung
(maïskoekjes)
zout
BENODIGDHEDEN
(voor circa 20 stuks)
4 verse maïskolven of 100 gram diepvries
maïskorrels
6 sjalotjes (bawang merah)
3 teentjes knoflook (bawang putih)
1 rode chilipeper (lombok merah)
3 kleine rode chilipepertjes (tjabe rawit)
ca. 1 cm gemberwortel (jahe)
ca. 2 cm kencur
ca. 2 cm geelwortel (kunyit)
ca. 2 cm galanga (laos)
3 citroenblaadjes (daun jeruk)
1 theelepel garnalenpasta (trasi bakar)
2 dl plantaardige olie
2 eieren
4 eetlepels tarwebloem
2 eetlepels rijstebloem (tepung beras)
BEREIDINGSWIJZE
Zet de maïskolven rechtop op een plank en
snijd met een scherp mes de korrels rondom
af; u kunt ze er ook vanaf raspen. Pel de
sjalotjes en knoflook en snijd ze in dunne
plakjes. Verwijder de steeltjes en zaadjes van
de lomboks en de steeltjes van de rawits en
snijd de pepers in ringetjes. Schil de jahe,
kencur, kunyit en laos en hak ze fijn. Snijd de
daun jeruk ragfijn.
Wrijf de helft van de sjalot met de knoflook,
lombok, rawit, jahe, kencur, kunyit, laos en de
trasi in een vijzel met een stamper tot een
pasta.
Verhit de olie in een wadjan en frituur de
achtergehouden plakjes sjalot goudbruin en
krokant; schep ze met een schuimspaan op
keukenpapier en laat ze uitlekken.
Klop de eieren los in een kom en voeg beide
soorten bloem, de maïskorrels, daun jeruk,
kruidenpasta, krokante sjalotjes en zoveel
water toe dat het een dik, vloeibaar beslag is.
Voeg zout naar smaak toe.
Verhit de olie opnieuw en bak steeds 3 of 4
maïskoekjes (van 1 eetlepel beslag) in 3 tot
4 minuten gaar en goudbruin. Laat ze op
keukenpapier uitlekken.
Moesson #9 maart 2010.indd 33
maart 2010 33
24-02-10 14:25