O interview Los Angeles - De gerenommeerde Arcadia Blues Club in de deelgemeente Arcadia loopt vol op een warme zaterdagavond. Het hoofd programma wordt immers verzorgd door een verloren zoon. Jarenlang trad James Intveld op in het clubcircuit in Los Angeles voordat hij besloot zich in Nashville te vestigen. Bui ten op het trottoir hebben zijn vrienden van de motorclub Sinners SoCal zich verzameld, in afwachting van de fotogenieke ster. Wan neer hij opeens bij de bar staat, draaien alle hoofden van de aanwezige dames zich om. In z'n zwarte outfit met cowboylaarzen en met indrukwekkend inktwerk op zijn onderar men is Intveld de verpersoonlijking van de Indische rocker. American Bandstand De oudste zoon van Indische emigranten die onder de Pastore-Walter Act, een speciale emigratiewet voor vluchtelingen uit voorma lig Nederlands-Indië, in 1961 naar Los Angeles vertrokken, gaat er eens goed voor zitten. 'In albums van mijn familie zijn nog oude foto's van de jaren dat mijn ouders in Venlo woonden, maar ik was twee toen we met het gezin naar Californië emigreerden. Mijn ou ders Fred en Ellen zijn als vluchtelingen naar Nederland gekomen na de onafhankelijk heid van Indonesië in 1949. In die naoorlogse periode was het erg moeilijk om een huis te krijgen in Nederland. Toen ze jarenlang op een wachtlijst voor een huis hadden gestaan, besloten ze dat het mooi was geweest en hebben ze zich aangemeld voor emigratie naar Amerika. Gesponsord door de katholieke kerk, die financieel garant stond, is ons gezin met de boot vertrokken naar New York en van daaruit met de trein naar Los Angeles. Mijn vader was zanger en wilde graag naar Hollywood om er carrière te maken.' Het liep anders: Fred Intveld vestigde zich in de deelgemeente Compton in Los Angeles en ging in vaste dienst om zijn gezin met drie kinderen te onderhouden. Wat hij zijn zoons James en Ricky en dochter Jayne meegaf, was een grote liefde voor muziek. 'Als kind hoorde ik iedere dag muziek in huis, van Hank Williams, Lefty Frizzell, Elvis Presley en Fats Domino. Met het hele gezin keken we naar het muziekprogramma American Bandstand. Soms trad m'n vader op als zanger op een bruiloft. Ik vond het geweldig om hem op het podium te zien en wilde dat zelf ook.' Wan neer James op achtjarige leeftijd een gitaar voor zijn verjaardag krijgt, is zijn lot beze geld. 'Ik ben les gaan nemen en maakte al snel deel uit van de band die iedere zondag de gitaarmis begeleidde. Al die jaren erna heb ik in bandjes gespeeld en toen ik op m'n zestiende m'n rijbewijs haalde, reed ik naar legendarische clubs in Los Angeles zoals The Palomino om er op te treden.' The Swing Sinners Hoewel James vastbesloten is om verder te gaan in de muziek, wordt het hem aan alle kanten ontraden. 'Ik moest een echte baan hebben, maar ik heb voet bij stuk gehouden. Ik ben een paar jaar naar college geweest, maar heb toen besloten om professioneel musicus te worden.' Het is de tijd van de lokale underground scene met country-, rockabilly- en punkin vloeden die artiesten als Dwight Yoakam, X, Los Lobos en The Blasters op de kaart zet. 'De meeste artiesten toerden regelmatig, net zoals ik. Ik zocht m'n eigen weg en een eigen stijl, maar wat ik doe wordt niet als commercieel interessant beschouwd', zegt hij gelaten. 'Recentelijk nog had ik vier grote platenlabels achter me aan, maar ik "paste niet in hun niche" zoals het oordeel luidde. Kijk, ik blijf doen wat ik doe en dat is eigen materiaal schrijven, produceren en optreden. Tot nu toe heb ik drie cd's in eigen beheer uit gebracht die een mengeling van blues, coun try en rock zijn plus een cd van m'n swingjazz combo The Swing Sinners.' Hij haalt z'n schou ders op. 'Ik loop inmiddels al zo lang mee in de Amerikaanse business dat ik er realistisch tegenaan kijk. Word ik uiteindelijk getekend door een groot label, dan is het cool.' Als songwriter is hij veelgevraagd. 'Mijn nummers maken deel uit van de soundtrack van veel films en documentaires. Ook al zijn het kleine, onafhankelijke films, het is goed voor mijn naamsbekendheid. Het nummer "Crying over you" heb ik geschreven voor de Mexicaans-Amerikaanse countryzangeres Rosie Flores. Ik zag haar op een avond optre den in een club in Pasadena en zei na afloop tegen haar: 'Je bent goed, maar je moet meer eigen materiaal hebben. Ik schrijf een num mer voor je'. In ben toen in m'n truck gestapt en heb thuis het nummer geschreven en opgenomen. Een week later belde Rosie met de vraag of ik naar een club in Hollywood kon komen. Toen ik binnenkwam, stond ze mijn nummer te spelen. "Crying over you" is toen de single van haar nieuwe cd geworden. Rockabillyzangeres Wanda Jackson contac teerde me om samen gospelnummers te schrijven, maar de avond voor de geplande sessie schreef ik "Walk with me", waar ik toen meteen een demo van hem opgenomen. De volgende dag belde het management van Wanda dat ze het een geweldig nummer vond en meteen ging opnemen.' Cry Baby Het had weinig gescheeld of hij was op z'n dertigste internationaal doorgebroken als zanger en acteur. Toen regisseur John Waters hoofdrolspeler Johnny Depp voor zijn film Cry Baby had gecast, bleek dat Depp geen sterke zanger was en de nummers door een ander ingezongen moesten worden. Producer Al Cooper stelde een lijst met twintig kandida ten van New York tot Los Angeles samen. 'Op een ochtend werd ik gebeld met de uitno diging om in de studio te komen inzingen met nog twee andere kandidaten. John Waters koos voor mijn stem. Ik acteerde toen al geruime tijd en ben nog heel even in de running geweest voor de rol van Wade "Cry Baby" Walker, maar het productieteam wilde een acteur die al naam had gemaakt. Johnny Depp was toen al een jeugdidool door zijn rol in de politieserie 21 Jump Street.' Acteren is evenzeer James' passie. 'Vanaf 1984 ben ik in Hollywood les gaan nemen en heb ik me toegelegd op de Meisner-methode van method acting. Sanford Meisner was een leerling van de beroemde Konstantin Stanislavski wiens methode veel grote Holly- woodacteurs zoals Montgomery Clift, James Dean, Marilyn Monroe, Paul Newman, Dustin Hoffman en Al Pacino omarmd hebben.' Op 12 Moesson Moesson #10 april 2010.indd 12 24-03-10 11:27

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2010 | | pagina 12