Paradijsvogels
en Kroonduiven
Tempo Doeloe
barstte ongenadig tegen hem uit waarna ze
een tijdlang haar lippen verzegeld hield. Ik
kon haar niet op andere gedachten brengen
toen ze haar boeltje bij elkaar pakte om in
Sentani de administratie van een toko op
zich te nemen. Ze beloofde me om, zo vaak
als mogelijk, langs te komen.
Om de hbs in Hollandia-Binnen te kunnen
bezoeken, ging ik 'in de kost'. Mijn hospita
moet ongetwijfeld bekend hebben gestaan
als bovenmatig streng. Anders had mijn
vader nooit zijn goedkeuring gegeven. Ik ver
wachtte dat ik onder een zeer zwaar regime
terecht zou komen, maar er werd helemaal
niet naar mij omgekeken. Mijn kamer in een
barak aan de Biakstraat bevatte het hoogst
noodzakelijke en in het eetgedeelte kreeg ik
drie keer per dag een maaltijd opgeschept.
Een aantal alleenstaande werkers uit de om
liggende loodsen maakten eveneens, tegen
betaling, van het 'restaurant' gebruik. Of ze
lieten er hun rantangs, hun etensdragers,
vullen. Bij een deel van deze Indische jon-
gensgroep vond ik iets van een familiegevoel
terug. Terwijl ik in mijn boeken neusde, trok
ken ze hun sigarettentinnetjes met Players
open. Ze namen plaats tegen de wanden en
dempten hun stemmen om mij zo min mo
gelijk te storen. Ik snoepte mee van hun, om
beurten gekochte, loteks. Groentegerechten
van kousenband en jonge papaja. En met een
half oor luisterde ik naar hun verhalen over
bouwconstructies of de exotische filmactrice
Dorothy Lamour die bij de openluchtbios
coop te zien was geweest.
Soms mondde een meningsverschil uit in een
handgemeen die dan uit beleefdheid buiten
werd beslecht. Ik leerde dat er in dit soort
situaties weinig te bemiddelen viel. Daarbij
zouden ze de volgende dag toch weer broe
derlijk mijn kamer binnenvallen.
In Hollandia werd elke misstap, affaire of per
kara, zoals we een spraakmakende kwestie
noemden, breed uitgemeten. Ook over mijn
onschuldige contacten bestonden verhalen.
Een meisje diende immers op gepaste af
stand van de heren te blijven om niet als del
aangemerkt te worden.
Ik gaf onbedoeld toch verder voer aan het
roddelcircuit.
Mijn leven stond op zijn kop en ik dacht
dat mijn familie mij zou verstoten. Maar
mijn vader, Tek en Broerie besloten mij te
beschermen en sloegen de handen ineen. Ze
regelden mijn bruiloft en verzamelden spul
letje voor het komende moederschap. Vanaf
mijn zeventiende runde ik een huishouden,
maar er bleef genoeg energie over om via
een cabaretgezelschap naar het leven te
knipogen. Hollandia, met zijn paar duizend
inwoners, kon soms als een beklemmend
dorp aanvoelen.
Jaren later kwam ik bij het gouvernement te
werken. Daar leerde ik het woord 'briefcen
suur' kennen, waarbij binnenkomende en
uitgaande post werd gescreend. Ook in die
kringen hield men elkaar nauwgezet in de
gaten.
Boeli met kinderschare, Circa 19 55.
Boelie Trouerbach, Hollandia-Binnen 1953
april 2010 23
Moesson #10 april 2010.indd 23 24-03-10 11:28