'Rosa was
een makkelijk
slachtoffer.
Ze was ongehuwd
en kwam uit een
arme familie met
weinig aanzien'
Schaamte en onschuld
ADAM
In iedere oorlog en in elk gewapend
conflict zijn vrouwen het slachtoffer
van seksueel geweld. Meestal wordt het
doodgezwegen. Door daders, slachtoffers
en regeringsleiders. Het taboe is hardnek
kig, zo ontdekte Hilde Janssen tijdens haar
zoektocht naar de hoogbejaarde Indone
sische vrouwen die in de Tweede Wereld
oorlog als 'troostmeisje' seksueel zijn
misbruikt door Japanse soldaten. De ver
hullende term kan de pijn en de schaamte
van gedwongen prostitutie niet uitwissen.
Noch de slapeloze nachten, de mislukte
huwelijken, kinderloosheid en de armoede.
Met portretten van Jan Banning.
Schaamte en onschuld
Door Hilde Janssen
Nieuw Amsterdam: ca 176 pagina's
(paperback)
ISBN: 9789046807132
Prijs: ca 16,95
Verschijnt 15 april.
geen vechtersbaas, hij gedroeg zich als een
meisje en kon met niemand ruzie maken.
Mijn oudste zusje was heel erg wit en had
geen zwart maar roodkleurig haar. Ze is jong
gestorven. Mijn tweede zus was getrouwd en
woonde in een ander dorp, zij kon geen kin
deren krijgen. Ik was de jongste, mijn moeder
was al oud.'
Rosa was een makkelijk slachtoffer, herhaalt
ze keer op keer. Ze was ongehuwd en kwam
uit een arme familie met weinig aanzien:
met een zwakbegaafde broer, een albino-zus
en een onvruchtbare zus. Het is niet als een
aanklacht bedoeld, maar als een simpele con
statering. Met haar argeloze blik legt Rosa
haar ziel op tafel. Haar haren zijn inmiddels
egaal wit en losjes in een dunne knot gebon
den. Met haar lippen rood van de pruimta
bak, zit ze in een verschoten T-shirt en gewe
ven omslagdoek in het houten achterhuis.
Het stenen voorhuis dient als gastenvertrek
en wordt alleen gebruikt wanneer de kinde
ren met hun gezinnen op bezoek komen. Nu
ik een eerste formeel kennismakingsbezoek
in het voorhuis erop heb zitten, mag ik bij dit
tweede bezoek doorschuiven naar achteren.
Dat praat wat prettiger. De ruimte is met
schotten in vieren gedeeld. Rechts zijn twee
slaapplaatsen, in het midden is het woonge
deelte en links bevindt zich het kookhok met
houtvuur. Rosa's blinde man veegt met zijn
hand voorzichtig over tafel, op zoek naar zijn
pakje tabak en aansteker. Zijn knokige benen
zijn bijna net zo dun als de bamboestok die
hij altijd bij zich heeft. Zijn lichaam is op. 'Ver
tel het maar gewoon,' zegt hij bemoedigend
tegen zijn vrouw.
Bij onze eerste ontmoeting wilde Rosa niks
loslaten. Er moest sprake zijn van een per
soonsverwisseling, zei ze. Een overleden leef
tijdgenote uit het dorp had inderdaad een
tijd in het bordeel gezeten. Die vrouw had
zelfs een kind van een Japanner gekregen.
Maar Rosa zelf had daar niets mee van doen
gehad. Ze was alleen een keer naar Saumlaki
geroepen door de Japanse militairen, en
meteen weer teruggestuurd. 'Dat is toch zo?'
vroeg ze steeds aan haar man. Zijn ontwij
kende gemompel duidde erop dat hij het er
niet helemaal mee eens was.
'Voor ons bestaat het probleem niet meer,'
legt Rosa's man nu in gebroken Indonesisch
uit. 'Het is opgeborgen, verdwenen.' Hij stokt
even en overlegt met Rosa in hun eigen taal,
waarin ik alleen enkele verbasterde Portu
gese termen herken. Dit zullen ze vaker doen,
omdat ze het niet gewend zijn om Indone
sisch te spreken. 'We hebben niks te verber
gen,' verzekeren ze herhaaldelijk. Ze hebben
samen besloten om uit de doeken te doen
wat zich allemaal heeft afgespeeld tijdens de
Japanse bezetting, ook al is dat in strijd met
de lokale traditie. Hun adat verbiedt hun iets
negatiefs over iemand anders te vertellen.
Maar dit raakt hen net zo hard als anderen.
44 Moesson
Moesson #10 april 2010.indd 44
24-03-10 11:31