Paradijsvogels en Kroonduiven Tempo Doeloe iMfcjtf genheden zat te springen om arbeidskrach ten. Met onze ambachtsschool als achter grond, lag het land aan onze voeten, lichtte de wervingsambtenaar toe. 'Eén gulden en vijftig cent per dag is slechts een koelieloon', waarschuwde een leerkracht 'Maar dat is daar het driedubbele waard', pareerden wij hem om maar een tegenargu ment te geven. Dat ik met mijn zestien jaar niet voldeed aan het leeftijdscriterium stond de opmaak van het jaarcontract niet in de weg. Ook mijn go- longan Europa bleek er niet toe te doen. Als je maar gezond van lijf en leden was. Zelfs een veertienjarige glipte er met gemak door heen. Met twee oudere broers zou ik naar Hollandia vertrekken. Mijn ma accepteerde direct onze keuze. Zij vreesde een nieuwe moeilijke periode voor haar jongens. Mijn pa daarentegen, reageerde furieus. Maar hij liet wel een bevriende fourageur bruikbare spulletjes voor zijn zonen verzamelen. Een Mess Tin set, bestaande uit vierkante, alu minium etensbakjes met bijpassend bestek, een paardendeken en een klamboe. Zo uitte hij, op indirecte wijze, zijn goedkeuring en genegenheid. Bij elke haven die we met de Van Riemsdijk aandeden, kwamen er nieuwe DETA-groepen aan boord. Djakarta, Semarang, Soerabaja. Elke plaats kende in die dagen zijn boewaja's, zijn lichtgeraakte vechtersbazen. Deze draai den om elkaar heen, daagden elkaar uit. 'Mau apa?', 'Wat moet je?' Maar tot een echt hand gemeen kwam het niet. De plaagstootjes maakten plaats voor nieuwsgierigheid. Om te ontdekten dat we allemaal om dezelfde redenen ons moederland hadden verlaten. Dat schiep een band. Na aankomst in Hollandia kregen mijn jonge hersens een lange reeks aan indrukken te verwerken. De stad die niet op een stad leek, de halfronde woningen op onze thuisbasis in het Kloofkamp, de rijen veldbedden, de talloze streekdialecten, het voedsel uit de gaarkeuken. De volgende dag sjokte ik achter een kruiwagen en joeg ik spijkers in een planken geraamte. Moesson #11 mei 2010 inrlrl 31 Ik had door de aanwezigheid van mijn broers een stukje thuis meegenomen. Bij hen vond ik altijd wel een luisterend oor om nieuwig heden mee uit te wisselen. Maar het gros was moederziel alleen naar Hollandia ver trokken. Zij moesten hun diepste gevoelens aan het papier toevertrouwen. Er ontstond een druk briefverkeer met het thuisfront. Al thans, totdat de verhoudingen met Indonesië in rap tempo verslechterden. Enkele DETA-contractanten wilden nadat ze enigszins gesetteld waren, voorbereidingen treffen om hun gezin, een familielid of een geliefde te laten overkomen. In onze over eenkomst stond hierover niets zwart op wit vermeld. Maar tijdens de werving waren er wel degelijk toezeggingen gedaan. 'Natuurlijk, een eigen stukje grond, in je vrije tijd een huis je bouwen.' Beloften tussen neus en lippen door. Al snel bleek dat het vrijwel onmogelijk was om je met een dierbare te verenigen. Hoe kreeg je het materiaal voor een onderkomen bij elkaar? Wat diende je met de korano, de,^ Papoea-eigenaar van een stuk bouwgrond, te regelen en wat met het gouvernement? mei 2010 31 28-04-10 1507

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2010 | | pagina 31