Paradijsvogels en Kroonduiven Tempo Doeloe afkomstig uit een Wie kon er voorschotten voor de overtocht regelen? Want één pop vijftig was hier toch echt gewoon één pop vijftig. De bestuursambtenaren namen die typische vooroorlogse houding aan. Met hun handen in de zij en met 'zelfbewust stemgeluid' stuurden ze de mannen van het kastje naar de muur. Hollanders en omhoog gevallen In do's die zich in de topdagen van het koloniale tijdperk waanden. Of - als ze tot de mindere goden behoorden - alvast hun plekje 'naar boven' veilig wilden stellen. Meedenken of medeleven? Bij het ontbreken van inlanders beschouwden ze de DETA-werkers gemaks halve als koelies. De verhoudingen verscherpten toen ze onze zelfgebouwde kantine in beslag namen. Een uitspanning aan de baai waar we na gedane arbeid verkoeling zochten. Enkele stappen verwijderd van mijn barak aan de Oranjelaan, waar ik inmiddels mijn stekkie had. Het bestuur bouwde er zonder enig overleg hun Jachtclub annex jachthaven en riep een ballotagecommissie in het leven. Slechts een select gezelschap kreeg toegang. De heren creëerden vooral hun eigen levensgeluk en Hollandia diende naar hun pijpen te dansen. Als schadeloosstelling voor het verlies werd ons, met een groots gebaar, een loods in het barakkenkamp aangeboden. Er ontstonden uit frustratie baldadigheden. 'Masabodo', 'Het maakt allemaal niks uit.' We hesen de Indonesische vlag. Verzamel den kruit uit munitiedumps en brachten deze in afgesloten drums tot ontploffing. En met passagierende marinelui raakten we in gevecht als deze ons net iets te lang aankeken of 'Blauwe', riepen. De knokpar tijen in het Slockershuis en bij Olmo bleven nog jarenlang onderwerp van gesprek. In de meest fantasierijke varianten. Een aantal DETA-jongens die een celstraf niet schuwden, ging een stapje verder. Ze wisten de hand te leggen op partijen spijkerbroeken en blauw kleurige overhemden, gouvernementsmagazijn. Het ging om werk kleding waar we normaal gesproken voor dienden te betalen. Op de Oranjelaan namen we het cadeau dan ook met beide handen aan. Soms werden onschuldige burgers de dupe van de heersende onlustgevoelens. Zo bemerkte een fotograaf op een ochtend dat zijn voordeur braakschade had. Zijn spulle tjes waren onaangeroerd gebleven. Maar hoe kwamen die modderige voetstappen tegen de wanden en het plafond? Barak 21, 22 en 23 werden met regelmaat aangedaan door politiefunctionarissen. Als ze iemand meenamen, togen we in de avonduren massaal, slaand op potten en pannen, naar het bureau. De commissaris probeerde ons in het duister tot kalmte te manen. Zijn uniform werkte als een rode lap. Door onze reputatie verspeelden we de, toch al minimale, kansen bij het andere geslacht. De verhouding vrouw-man, lag in die dagen 32 Moesson Moesson #11 mei 2010.indd 32 28-04-10 15:07

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2010 | | pagina 32