'Ik heb me altijd wel afgevraagd waarom
mijn moeder en ik zo donker zijn. Die donkere
huidskleur zie je terug bij mijn oudste zoon
tje, maar de drie andere kinderen hebben een
lichte huid. We noemen onze kinderen ze
bra's omdat ze zwart en wit zijn.'
reportage O
'Ik ben een mens en toch geen spook?'
In 2004 was ik er voor het eerst voor research
en ontmoette toen Eveline Sujarno (Poer-
woredjo, 1942), de enige dochter van de
Indo-Afrikaanse Koosje Artz en een onbekend
gebleven Indo-Afrikaanse vader. Eveline's
grootvader is Afrikaans fuselier Artz, die een
'sneede op de regter en linkerwang' (stam-
tekens - GM) had, 1.65 m lang was en op 14
augustus 1870 in Batavia is ontscheept. Na
een diensttijd van twintig jaar is hij op 31 mei
1890 met een pensioen van 200 gulden op
jaarbasis afgegaan. In de kampong Afrikan
leefde hij samen met de Javaanse Yem. Als
laatste soldaat in Purworejo die rechtstreeks
uit West-Afrika kwam, is hij in 1925 overleden.
Eveline zelf was zeven jaar toen haar vader
overleed waarna haar moeder Koosje en zij
het woonhuis van de familie Artz in de Afri
kaanse Wijk moesten verlaten voor een klei
nere woning erbuiten. In 1950 opteert Koosje
Artz voor het Indonesisch staatsburgerschap;
omdat Eveline dan nog minderjarig is, geldt
deze keuze automatisch ook voor haar.
Koosje Artz heeft haar dochter Eveline nooit
verteld over haar afstamming. 'Ik zie er
duidelijk anders uit dan de meeste Javaanse
en Chinese bewoners hier in de stad, maar ik
heb nooit geweten dat ik van een Afrikaan
afstam', reageert Eveline. Met haar zwarte
kroeshaar en donkerbruine huid valt ze sterk
op in het stadsbeeld. Niet altijd in positieve
zin: 'Nog steeds word ik nagewezen en hoor
ik soms kinderen fluisteren dat ik heksenhaar
heb. Soms wanneer ik in de kerkgemeente
waar ik schoonmaak en de bloemen verzorg,
aan het werk ben, bid ik tot Onze Lieve Heer
of hij de mensen de mond wil snoeren die
me kendro'ogo noemen. Ik ben een mens en
toch geen spook?'
Wat veel heeft goed gemaakt, is dat er de
afgelopen jaren steeds vaker bezoek uit Ne
derland in de Afrikaanse Wijk is gearriveerd.
'Allemaal willen ze de woonwijk zien en hun
kinderen en kleinkinderen die in Nederland
zijn geboren, vragen honderduit over hoe het
leven hier vroeger was. Nu pas begrijp ik dat
de voormalige bewoners Afrikaanse soldaten
en hun gezinnen waren en dat ik een van
hen ben.' Ze laat een fotokopie zien van een
oud bankbiljet van vijfentwintig gulden wat
ze ooit toegestuurd kreeg van familie in
Nederland. 'Daar was ik zo blij mee dat ik er
als herinnering een kopie van heb gemaakt.
De meeste kinderen van mijn oom Karel en
tantes Adèle, Marian en Sophie, de broer en
zussen van mijn moeder Koosje, zijn na de
onafhankelijkheid naar Nederland vertrok
ken. Sindsdien heb ik nauwelijks contact met
hen gehad.'
'Zwart en wit'
Haar moeder Koosje is begraven op het
Europese kerkhof, maar Eveline heeft het
graf jarenlang niet meer bezocht. Het kerkop
biedt een mistroostige aanblik. Vrijwel alle
graven van Afrikaanse KNIL-soldaten en hun
Indo-Afrikaanse nazaten zijn vernield en
de marmeren grafstenen verwijderd. Met
het koloniale verleden is hier korte metten
gemaakt. Eveline Sujarno zelf is eind 2004
overleden en op de algemene begraafplaats
mei 2010 57
Moesson #11 mei 2010.indd 57
28-04-10 15:09