reportage O Aft HOTEL BAGELEN Het gezin van Afrikaans fuselier Gerrit Artz en zijn concubine Yem die in het midden zitten. Dochter Koosje Artz staat links achter Yem. De foto is genomen vóór het voormalig woonhuis van de familie Artz in de Afrikaanse Wijk. De Gang Afrikan in de voormalige Afrikaanse Wijk in Purwo- rejo. Als herinnering aan de Afrikaanse KNIL-soldaten en hun nazaten zijn de straten herdoopt in Gang Afrikan I en II Grafsteen van jong overleden Indo-Afrikaanse Lena de Ruiter vlak buiten Purworejo begraven. Haar drie kinderen, zoon Slamet en dochters Ida en Sumara die geboren zijn uit haar huwelijk met de Javaanse militair Sujarno, moeten knokken voor hun bestaan. Sinds zijn vroege jeugd kampt Slamet met psychische proble men en is hij niet meer in staat om zijn werk bij een kerkelijke organisatie in Purworejo uit te voeren. Ida is naar Semarang vertrokken om werk te zoeken en heeft sindsdien geen contact meer met haar broer en zus. Diep verscholen in de desa Lupoworgo buiten Purworejo vinden we Sumara Sujarno (Ma- gelang, 1973) met haar man en vier kinderen. Na de lagere school afgerond te hebben, is ze jong getrouwd. Van haar Afrikaans DNA weet ze vrijwel niets omdat haar moeder zelf pas vlak voor haar overlijden op de hoogte werd gesteld van haar afstamming van Afrikaans soldaat Gerrit Artz en diens moentji Yem. 'Ik hoor nu pas hoe de afstamming van mijn familie in elkaar steekt', reageert Sumara schuchter. 'Ik heb me altijd wel afgevraagd waarom mijn moeder en ik zo donker zijn. Die donkere huidskleur zie je terug bij mijn oudste zoontje, maar de drie andere kinderen hebben een lichte huid. We noemen onze kinderen zebra's omdat ze zwart en wit zijn.' Ze herinnert zich dat er ooit bezoek uit Nederland is geweest. 'Mijn moeder heeft wel eens iets verteld over de familie die naar Nederland is vertrokken. Zelf wilde ze heel graag een keer naar Nederland, maar daar had ze helaas de financiële middelen niet voor. Die paar keer dat er familie op de stoep stond, hebben haar erg blij gemaakt.' Sumara valt stil wanneer ze gevraagd wordt naar het leven van haar moeder. 'Ze leeft niet meer, dus verder wil ik er niet over praten. Door haar huidskleur heeft ze het erg moeilijk gehad en daar wil ik het graag bij laten.' mei 2010 59 Moesson #11 mei 2010.indd 59 4©+ 28-04-10 15:10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2010 | | pagina 59