In het plaatsje Pekalongan is batik tot een wetenschap verheven. Van Neder lands-Indische ontwerpers in de negentiende eeuw tot jonge Javaanse onderne mers in 2010: Indonesië is in de ban van batik. TEKST FOTOGRAFIE: JAN LEPELTAK 'Waar moet je dan heen?' De gesluierde omaatjes in het minibusjes snappen er niets van. Een Londo in hun minibusje die op zoek is naar batik. Een levendige discussie in het Javaans houdt de passagiers in het minus cule angkot-busje minutenlang in de greep. Iedereen weet een andere kampong waar je de beste batik van Pekalongan kan vinden. Uiteindelijk neemt de struise Mbak Rahma het woord. 'Mijn neef heeft een batikbedrijf. Je moet gewoon met mij meekomen. Dan komt alles goed', schreeuwt ze met een plat Javaans accent. Na een kwartier springen we uit de kleine angkot, waarbij ik flink mijn hoofd stoot. Even later lopen we door een kleine gang vol modderplassen en stoppen bij het huisje van haar buurvrouw. 'Hier wordt de batik aan elkaar genaaid', lacht Rahma vrolijk. Met een stokoude naaimachi ne naait haar 'tante' veertig jurkjes per dag. Al dertig jaar maakt ze zo'n vijftig stellen per dag. De motieven en de kleuren van de batik zijn in de loop der jaren wel veranderd. 'Het is nu meer warna-warni. Heel veel verschil lende kleuren zoals paars en roze', vertelt de mollige tante vrolijk. Het hippe motief is nu 'Hawaï' en een regenboogmotief. Dat motief heet Laskar Pelangi, vernoemd naar de popu laire Indonesische film. Tante maakt dertig stellen laskar pelangi-pakjes per dag. Voor de dertig stellen ontvangt ze twintigduizend rupiah, omgerekend 1,3 euro per dag. Haar opdrachtgever en tevens familielid is de bonkige Javaan Hilman. De 36-jarige ondernemer begon negen jaar geleden een klein bedrijfje. En met succes. Hij rijdt in een glanzend zilveren Toyota door de straten van Pekalongan en zwaait naar veel andere automobilisten. Iedereen kent Hilman. In Pe kalongan domineert thuiswerk de batikhan- del. Maar er heerst optimisme in het stadje. 'We concurreren flink met andere bedrijfjes. Ik heb al tien jaar dezelfde kopers', zegt Hilman terwijl hij een blouse oppakt. 'Hé, er zit hier een naaifout in', briest hij plotseling boos. Hilman en de assistent gaan meteen bellen. In het Javaans worden snel instructies gegeven. 'We maken eerst een sample en als de markt het leuk vindt, maken we er meer. Ik zend wekelijks twee tot drie grote balen met ongeveer duizend batikshirts. Ze zijn al lemaal van katoen. Ik heb negen werknemers en verder veel freelancers.' Canting De mooiste batik is geschreven met was. Bij een van de leveranciers van Hilman zitten vrouwen gebogen met hun canting-pennen wassen lijnen en figuren op de stof aan te brengen. Het vervaardigen van deze batik hemden duurt gemiddeld twee weken. 'De canting werkt als een vulpen met verschil lende uitgangen in verschillende maten. Sommige cantings hebben wel zeven uit gangen waaruit de warme was druipt', zegt bedrijfsleidster Dewi. Een andere methode is de cap, waarmee met behulp van stempels verschillende motieven met was op de textiel worden gedrukt. De malam, oftewel was, bestaat uit vijf verschillende ingrediënten, en wordt verwarmd met aardolie voordat het wordt aangebracht op het stuk textiel. Voor verschillende technieken worden diverse wassoorten gebruikt. De batikkleden krijgen in een bad van verschillende chemicaliën allerlei kleuren. 'Tegenwoordig worden ook natuurlijke kleur stoffen gebruikt. Dat is de huidige trend. Je kunt bananenblad, manggablad of de hars van een manggaboom gebruiken, of verschil lende houtsoorten. De prijs van deze kleding ligt veel hoger, omdat het productieproces zo ingewikkeld is', vertelt Hilman. Batikstad Naast Solo en Yogya is Pekalongan één van de belangrijkste textielsteden van Indonesië. Terwijl de kledingstijl van de twee kraton steden aan sociale en culturele regels is ge bonden, kent Pekalongan een grote vrijheid. De kleine batikbedrijfjes kunnen zelf hun motieven en kleuren bepalen. Pekalongan is zo de motor achter de vernieuwing van ba- tikkleding. In de wijde omtrek van Pekalon gan wonen circa drie miljoen inwoners die direct of indirect van de batikhandel leven. 'De jongen die op zijn brommer de shirts naar de winkel rijdt. Het chemicaliënbedrijf dat kleurstoffen en bleekmiddelen verkoopt. De naaisters in de kampongs. We verdienen allemaal ons geld aan de batik', lacht Hilman, terwijl hij ons naar de populaire markt rijdt. Pekalongan straalt optimisme uit. De handel in batik floreert sinds president Yudhoyono in 2006 een bezoek bracht aan Pekalongan. Sindsdien lijken Indonesiërs de batik massaal opnieuw te hebben uitgevonden. In Jakarta lopen de ambitieuze young executives de kantoren in de wolkenkrabbers van Jalan Sudirman binnen. Ze hebben sinds ander half jaar een nieuwe, informele dresscode: batik. Als de bekende minister van Financiën Sri Mulyani Indrawati ondervraagd wordt in het Indonesisch parlement over een bankschandaal, richten de camera's zich vooral op één detail: het keurige mantel pakje met batikmotief. President Yudhoyono heeft de batiksector een flinke steun in de rug gegeven. Maar voor veel Javanen blijft oud-president Abdurrahman Wahid alias Gus Dur de godfather van de batik. De op dertig december jl. overleden moslimleider stond bekend om zijn kleurrijke kleding. Sinds de jaren negentig besloot de invloedrijke poli ticus om uitsluitend batik te dragen. Omdat Gus Dur slechtziend was, was hij wat betreft batikkeuze afhankelijk van zijn echtgenote Sinta Nuriyah. Tijdens een vliegreis naar de Verenigde Staten stootte Wahid zijn dochter aan: 'Ook de orang bule houdt van batik. We moeten trots zijn dat onze producten het niet verliezen van buitenlandse kledingmer ken.' Ook hield Gus Dur regelmatig discussies met buitenlandse bezoekers over de batikcul tuur. Zijn boodschap was dat de kleine en middelgrote bedrijfjes in de archipel groot konden worden, als de Indonesiërs minder afhankelijk waren van importkleding. Hollandse batik In het nieuwe batikmuseum in Pekalongan juni 2010 21 Moesson #12 juni 2010.indd 21 26-05-10 16:31

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2010 | | pagina 21