Koninginnedag, Tanah Merah circa 1958 Moesso bewoog zich, na een fikse onweersbui, in de richting van het vliegveld. Om daar op te los sen. Het fenomeen waar we ons het meest over verbaasden, betrof een zonsverduiste ring. Door de matige communicatie was deze niet aangekondigd. De kippen gingen op stok, de natuur viel stil en gedurende enkele minuten vroegen we ons in het halfduister af wat er in hemelsnaam aan de hand was. Na enige weken voelden we ons volkomen thuis in Tanah Merah. We kregen oog voor andere zaken. De naast de politiekazerne gelegen kegelbaan - de enige in heel Nieuw- Guinea - waar zich al jaren bestuursper- soneel vermaakte. Het houtwerk kreeg wekelijks een wasbeurt. De verscheidenheid aan vruchtbomen, geplant door de vroegere politieke gevangenen en nergens anders op Nieuw-Guinea te vinden. Zuurzak, assem, manggistan en djengkol. Ons vermaak bestond uit het vieren van verjaardagen, Koninginnedag en de pianomuziek van de overkant. Er sloeg een vonk over tussen mij en het Hoofd Plaatselijk Bestuur. We flaneerden in onze witte kleding, in de nachtelijke uren, over de airstrip. We zagen in de verte het licht van zaklantaarns bewegen, maar sloe gen er geen acht op. In het wachtboek hadden ondergeschikten van mijn pa een aantekening gemaakt. Hij was er niet blij mee, maar bezweek onder de diplomatieke druk van mijn moeder. Ons huwelijk zou in Nederland gaan plaatsvin den. Strappans brachten het toestel in de juiste positie, nadat het lek in de remleiding was gedicht met enkele rollen leukoplast uit het hospitaal. Sanne Fanoy, Tanah Merah 1958 Moesson #12 juni 2010.indd 28 26-05-10 16:33

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2010 | | pagina 28