O persoonlijk
te halen. En een andermaal, toen ik ergens
langs wilde, werd ik tegengehouden. Ik werd
in elkaar geslagen. Soms kwam ik vol builen
en schrammen thuis, want ik ging niemand
uit de weg. Tot op de dag van vandaag, ik ben
nu al zestig, zijn er nog wel mensen die mij
gekke Hollander noemen. En op 17 augustus
krijg ik het als grapje vaak te horen: "Kijk een
kind van de bezetter." Vroeger, als iemand dat
tegen me zei, ja nou, dan was ik kwaad! Maar
tegenwoordig laat ik het maar. Ik schaam me
er niet voor. Ik ben het kind van een Neder
landse militair. Zo is het. De Nederlanders
hebben ook veel goede dingen achtergela
ten; grote gebouwen, stations, treinrails, au
towegen, de waterleiding, het drinkwater. Als
je dat een bezetting wilt noemen, dan noem
je het maar een bezetting. Maar Indonesië
heeft er ook veel voordeel van gehad. In Se-
marang alleen al is negentig procent van alle
wegen door de Nederlanders aangelegd. En
dat de Nederlanders wreed zijn, vaak iemand
vermoorden, wie zegt dat? Oude mensen
van vroeger, als die vertelden over Indonesië,
vertelden ze altijd dat de Nederlandse tijd
'normaal' was.
Huilen, huilen, huilen
Op een dag, al weer twintig jaar geleden,
werd er een brief bezorgd. Van mijn half
broer, uit Australië. Het bleek dat mijn vader,
nadat hij eenmaal terug was gestuurd naar
Nederland, jarenlang heeft geprobeerd
terug te komen naar Indonesië om voor mijn
moeder en mij te zorgen. Hij solliciteerde op
allerlei baantjes, maar het lukte hem niet
om naar Indonesië te komen. Hij heeft toen
besloten om naar Australië te emigreren.
Hij hoopte vanuit Australië makkelijker
hiernaartoe te kunnen komen. Zó ver, van
Nederland naar Australië, wilde hij gaan om
zijn vrouw en zoon te ontmoeten! Maar dat
is er nooit van gekomen. Want toen hij mijn
moeder in die jaren schreef dat hij probeerde
naar Indonesië te komen, schreef zij hem
terug dat zij inmiddels getrouwd was met
mijn stiefvader. Toen heeft mijn vader het
contact verbroken.
Het eerste contact tussen mijn vader en mij
kwam tot stand doordat zijn zoontje, die
was toen nog jong, in een kist een foto van
mij mijn moeder Surip vond, en ook brieven
van mijn moeder. Toen heeft mijn vader over
mij verteld: "Dit is een foto van je oudere
broer Luwi, in Indonesië." Hij heeft mij toen
weer geschreven; we woonden nog steeds
op hetzelfde adres. En zo hebben we contact
gekregen. We sturen nu over en weer brieven
en foto's, en cadeautjes, en soms geld. Mijn
vader heeft het in Australië ook nooit breed
gehad, en hij moet daar ook een gezin on-
44 Moesson
Moesson #12 juni 2010.indd 44
26-05-10 16:34