i Paradijsvogels I
en Kroonduiven A
Tempo Doeloe
«k. J
importeieren bezaten toentertijd een sterke
bijsmaak. Ze werden voor inscheping met
een stof ingespoten waardoor ze langer
houdbaar waren. Onze bestelling Australi
sche kuikens arriveerde op Sentani in dozen
met luchtgaten. Dat ik altijd rekening diende
te houden met een afvalpercentage bleek
toen ik de deksels opende. Niettemin luister
de ik die avond naar het gepiep van honder
den gele donsbollen in de net afgetimmerde
hokken. Zelfs het schelle gezang van de
cicaden verdween naar de achtergrond.
wegvagen. Karel wist kordaat te reageren:
'Leg dat monster rustig neer.' Ik zag de ver
warring op de gezichten van de knapen. De
jongste reageerde met gekrenkte trots: 'Maar
waarom dan oom. Het is toch mooi spul voor
een afrastering?'
Enige tijd later meldde zich een ploeg
mariniers. De granaat ging terug naar de
dumpplaats verderop en zou net als zijn
soortgenoten geruimd worden. Het werk zou
tijdelijk wat geluidoverlast veroorzaken. 'Doe
vooral voorzichtig jongens', riep mijn vrouw.
Even later schudde de aarde onder onze
voeten en blies de luchtdruk onze drinkmok-
ken van de eettafel. Het viertal kwam op een
drafje teruggerend. Een van hen had een
gloeiend hete scherf in zijn wang gekregen.
meringen. Het komische duo Abbott en Cos-
tello raakte op het witte doek, in de rol van
legionairs of vrachtvervoerders, in doldwaze
verwikkelingen verzeild. We bescheurden ons
op momenten dat we parallellen met onze
eigen levens zagen.
Om niet tot de groep afvallers om ons heen
te behoren moest het roer om. Na rijp fami-
lieberaad besloten we te gaan investeren in
pluimvee. De in Hollandia weinig populaire
De beesten groeiden gestaag en voordat het
eerste ei zelfs maar gelegd was, verschenen
er al handelaren aan de deur. Ik kreeg van
hen de bijnaam Graaf van Monte-Cristo, naar
het verhaal over Dantès. De romanfiguur die
na een reeks van tegenslagen een schat op
het eiland Monte Cristo vond.
In 1960 liet ik een advertentie plaatsen in
enkele Nederlandse dagbladen. 'Te koop
aangeboden te Sentani: Goed renderende
kippenfarm. Woonhuis 12 bij 18 meter op acht
hectare grond'. Maar wie durfde het nog aan.
Paatje Couwenberg, Sentani 1960
De grond bij Sentani leende zich maar moei
zaam voor de tuinbouw; te weinig voedings
stoffen. Daarbij kon een plaag van keverlar
ven die zich op het bladgroen stortten of
een schimmelsoort een oogst flinke schade
toebrengen.
In de bioscoop van mijn vriend Tonne
vergaten we even onze dagelijkse beslom-
Moesson #1 juli 2010.indd 27
23-06-10 16:25