interview 0
Herlees in Tong Tong van 15 februari
1977 en 1 mei 1977 twee artikelen over
de Indische 'Engelandvaarders' die
Australië probeerden te bereiken. Alle
jaargangen van Onze Brug, Tong Tong
en Moesson zijn te doorzoeken op
www.moesson.com
soldaat. Hij was ongeveer honderd vijftig
meter van me vandaan en we keken naar
each other.Toen wendde hij zich af en liep
door. Ik heb zoveel geluk gehad. In Toulouse
liep ik met mijn partner op straat en een
Duitser brulde: halt, halt! Ik zei tegen Jan:
rustig doorlopen! We hoorden de Duitser:
halt of ik schiet! En ik zei: rustig doorlopen!
En toen was het luider: halt of ik schiet! Je
kon horen aan zijn stem dat hij zou gaan
schieten. We keken langzaam om, maar het
was iemand anders die hij wilde hebben, not
us. Uiteindelijk kwamen we aan bij een klein
Spaans dorp, waar we werden opgepakt door
Spaanse grenswachten. Van daar zijn we
naar de gevangenis van Lérida gegaan. Daar
hebben we drie weken gezeten, voordat onze
ambassade ons eruit haalde. Het verwondert
me zo dat er Engelandvaarders zijn, die nog
iets te klagen hebben. In Zwitserland en
Spanje zijn we fantastisch behandeld door
onze ambassade.'
Mariniersbrigade
Na twee maanden Barcelona volgt een
verblijf van drie maanden in Madrid en twee
maanden in Villa Real de Santo Antonio
(Portugal). Zo'n honderd vijftig Hollanders
gaan daarop in Gibraltar aan boord van een
Engels schip dat hen, in konvooi varend, naar
Liverpool brengt. In Londen volgen zware ver
horen door zowel de Engelse als Nederlandse
autoriteiten. Spoke: 'Ze hebben verscheidene
Hollanders opgepikt die feitelijk agenten
waren voor de Duitsers. Die zijn, voor zover
ik weet, naar het Isle of Man getranspor
teerd en opgehangen. We hebben koningin
Wilhelmina ontmoet, op de thee. Ze vroeg
alle mogelijke dingen en ze was zo volkomen
natuurlijk.'
Twee jaar na de vlucht uit Nederland mag
Cor eindelijk een legeronderdeel kiezen.
'Omdat ik al een broer bij de landmacht had
(Frits - red.) en één in de luchtmacht (Nico
- red.), koos ik de mariniers. Trouwens, mijn
broertje John dacht dat wat zijn broers kon
den doen, hij ook kon. Maar hij werd gepakt
in Noord-Frankrijk. Omdat hij een jongetje
was van veertien jaar hebben de Duitsers
hem teruggestuurd.'
Eind 1944 wordt moeder Lilly gearresteerd
omdat zij bij een controle een pistool in haar
handtas heeft zitten. Ze is als koerierster ac
tief voor de illegale bladen. Tot de Bevrijding
zit zij vast in het Oranjehotel. Cor weet op
dat moment niets van de wederwaardighe
den van zijn moeder en broertje. Hij volgt
de marinierstraining, eerst in Engeland,
later in Camp Lejeune (North-Carolina) in de
Verenigde Staten en de officiersopleiding
in Ouantico (Virginia). Al vanaf het begin is
duidelijk dat de mariniers worden voorbereid
voor een landing op Japans grondgebied.
Cor Spoke heeft daar geen moeite mee. 'Mijn
vader zat in een Japans krijgsgevangenkamp,
so... Hij maakt zich geen illusies over wat een
landing op Japan had betekend. 'De mari
niers zijn altijd de eersten die landen. Als ze
die atoombom niet hadden laten vallen, dan
zou ik hier nu niet zitten.'
'Met ongeveer vierduizend man zijn we
uiteindelijk vertrokken om te vechten tegen
de Indonesiërs. In Soerabaja wachtte mijn
vader me op de werf op. Dat was geweldig,
ik had hem in geen jaren gezien en hij zag
er vrij goed uit, al was hij behoorlijk aange
pakt door de Japanners. Als luitenant van
een tankdivisie heb ik deelgenomen aan
de twee Politionele Acties. Ik deed gewoon
mijn militaire plicht en wat ik dacht, was een
ander thing. De uitkomst was al volkomen
bepaald. Het had geleidelijk moeten gaan,
zoals onze regering het wilde. Geleidelijk,
dan had alles werkelijk op zijn best gedaan
kunnen worden.'
Holland te klein
In 1948 keert Cor Spoke terug naar Neder
land. Hij kan er niet meer aarden en besluit
te emigreren naar Canada, waar zijn broer
Frits al woont. Nico en John die tropische
landbouw hebben gestudeerd, komen
uiteindelijk in de Dominicaanse Republiek
terecht. 'Ik had zoveel van de wereld gezien',
zegt Spoke. 'Holland was te klein en ik was
teleurgesteld dat de mensen in Holland na
de oorlog hetzelfde waren als voor de oorlog.
Iedereen dacht voor zichzelf.'
Spoke werkt aanvankelijk als houthakker en
met het zuurverdiende geld kan hij studeren
aan de universiteit. Na vijf jaar waarin hij nog
allerlei baantjes heeft, studeert hij af als ac
countant. Zestien jaar geleden is de voormalig
Engelandvaarder voor het eerst teruggeweest
naar zijn geboortegrond, met zijn echtgenote.
'Van Singapore naar Medan, naar Lake Toba en
dan naar Jakarta, Bandung, Yogyakarta, Solo,
Malang, Surabaya en uiteindelijk Den Pasar op
Bali. We vonden het fantastisch.'
Herman Keppy hoopt in 2011 een boek te
publiceren met verhalen over het Indisch en
Indonesisch verzet in Nederland tijdens de
Tweede Wereldoorlog. Het interview met Cor
Spoke is mede mogelijk gemaakt door het
programma Erfgoed van de Oorlog. Het vol
ledige interview is op video opgenomen ten
behoeve van het online archiveringssysteem
EASY van Data Archiving and Networked
Services (DANS), een instituut van NOW en
KNAW. DANS is de nationale organisatie die
zorgt voor opslag en blijvende toegankelijk
heid van onderzoeksgegevens.
juli 2010 45
Moesson #1 juli 2010.indd 45
23-06-10 16:27