Japans soldaat op Java Niet alle Japanners in Nederlands-Indië keerden na de capitulatie op 15 augustus 1945 terug naar hun vaderland. Bijna duizend Japanse soldaten vochten mee in de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd tegen de Nederlanders. De Japanse oudstrijder Rachmad Shigeru Ono vertelt zijn verhaal. DOOR JAN LEPELTAK Op vijfentwintigjarige leeftijd besloot Ono dat hij was gesneuveld in de strijd op Java. Hij knipte een stuk haar en zijn nagels af, en gaf het met enkele foto's aan zijn krijgs makker. 'Mijn vriend ging terug naar Japan en moest de boodschap aan mijn familie overhandigen: ik was omgekomen in het krijgsgeweld. Ik wilde terug naar huis, en ik had zeker veel heimwee. Maar ik had in mijn hart beloofd Indonesië te helpen onafhanke lijk te worden. Dus ik besloot hier te blijven. Ik had medelijden met mijn ouders, die elke dag in angst en onzekerheid leefden over mijn lot. En ik was ervan overtuigd dat ik in de strijd tegen de Nederlanders zou sneuve len. Mijn familie zou dan verdrietig zijn over mijn dood, maar ze zouden tenminste niet meer in onzekerheid leven.' Ono was een van de 903 Japanse soldaten die zich na de Japanse capitulatie aansloten bij jonge Indonesiërs om voor onafhankelijk heid te vechten. Meer dan de helft van hen stierf of raakte vermist in de verbeten strijd. Slechts vijfenveertig Japanse soldaten be sloten na de Indonesische onafhankelijkheid naar Japan terug te keren. De resterende 324 Japanse mannen bleven in Indonesië en 18 Moesson werden uiteindelijk Indonesisch staatsbur ger. Er zouden tot op heden nog drie Japanse strijders in Indonesië in leven zijn, waaronder Ono. De 91-jarige Ono woont nu in een klein huis in het dorpje Sidomulyo bij het heuvel achtige stadje Batu in Oost-Java, en heeft inmiddels een Indonesische naam aangeno men: Rachmad. De dorpelingen kennen hem als Pak Ono, maar weten weinig over zijn persoonlijke geschiedenis. In hun ogen is hij het oude Japanse opaatje, dat een belang rijke onderscheiding kreeg voor zijn rol in de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd. Strijd Shigeru Ono werd op 26 september 1918 in Hokkaido geboren. Hij was begin twintig toen hij als jonge officier begin jaren veertig naar Indonesië werd gezonden om soldaat te worden in het Japanse Keizerlijk leger. Hij hoorde tijdens de oorlogstijd op Java in ont moetingen met jonge Indonesiërs hoe slecht de Japanners de lokale bevolking behandel den. Veel Indonesiërs twijfelden openlijk aan de oprechtheid van Japan om Indonesië on afhankelijk te maken. Dat is volgens Ono de reden dat hij kort na de capitulatie besloot het Japanse leger te verlaten, en zich aan te sluiten bij de nationalistische Indonesische troepen. Ono werd een guerrillastrijder in een eenheid geleid door de Japanse com mandant Tatsuo 'Abdul Rachman' Ichik in het Oost-Javaanse Semeru. Ono: 'Tijdens de Japanse tijd in Indonesië hielpen veel Indonesiërs de Japanse soldaten. Japan had Indonesië onafhankelijkheid be loofd, en toen viel de atoombom en moesten we ons overgeven. Maar Indonesië had zijn vrijheid nog niet gewonnen. Daarom besloot ik uiteindelijk in Indonesië te blijven.' Tijdens de Politionele Acties leverde zijn gevechtsgroep regelmatig strijd met het Nederlandse leger. Bij een van de bloedige botsingen verloor Ono zijn linkerarm. Pak Ono kan zich de vuurgevechten ondanks zijn hoge leeftijd nog goed herinneren. 'Ik kan me het best de strijd bij Banjar Patoman dichtbij Surabaya herinneren. De Indonesische soldaten zaten op een hoge plek, en de Nederlanders waren beneden. De Nederlanders zochten naar de Indone sische gevechtsgroep en schoten richting een gebied met kampongs. De naam van 'Mijn ouders moesten denken dat ik dood was' Moesson #2 augustus 2010.indd 18 29-07-10 11:56

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2010 | | pagina 18