Paradijsvogels
en Kroonduiven
PPPMÉMII
Okki (links) aan het werk in de Gouverne
mentswerkplaats, Manokwari 1960
Indische-Nederlanders in voormalig
Nieuw-Guinea
In de jaren 1945 tot halverwege de jaren
zestig werden 250 duizend Indische-Ne
derlanders naar Nederland gerepatrieerd.
Minder bekend is dat velen hun geluk
zochten in voormalig Nieuw-Guinea. Toen
op 27 december 1949 het bestuur over
Nederlands-Indië werd overgedragen aan
de Indonesische overheid was Nieuw-
Guinea in de soevereiniteitsoverdracht
niet meegenomen. Enkele duizenden
Indische-Nederlanders besloten om dit
laatste kroonjuweel als nieuw thuisland
te beschouwen. Het eiland was echter
nauwelijks ontgonnen en bezat amper
voorzieningen. Men ging een onzekere
toekomst tegemoet, maar kon, hoe dan
ook, in vrijheid leven. In een wereld die hen
bekend voorkwam en die betrekkelijk dicht
bij hun geboortegrond lag. Zij konden niet
bevroedden dat Nieuw-Guinea inzet zou
worden in het almaar oplopende steekspel
tussen de Nederlandse en de Indonesische
overheid, gesteund door de Verenigde
Naties en de VS. Nederland droeg Nieuw-
Guinea op 1 oktober 1962 over aan de VN,
waarna het uiteindelijk in Indonesische
handen kwam. De circa 13.000 Indische-
Nederlanders moesten voor de tweede
keer 'hun land' verlaten. Het boek bevat
persoonlijke vertellingen van betrokkenen
die in combinatie met het beeldmateriaal
(circa 200 foto's) een indringend beeld van
deze groep geven.
I j
I ■■'"II 1 'JU
Ook de kleurrijke kaarten met afbeeldingen
van allerlei producten in Nederlands-Indië,
die langs de wanden van onze klas hingen,
moesten het ontgelden. De Japanners staken
er de fik in. Mijn oudere broers kwamen
in krijgsgevangenschap. Er werden welge
teld twee briefkaarten vanuit Bandoeng
in Poerworedjo bezorgd, daarna vernamen
wij niets meer van hen. In de kledingkast
lagen na twee jaar nog steeds hun broeken,
hemden en schoenen, gestreken en gepoetst.
Mijn kleding raakte versleten en ofschoon
ik wist dat hun kleren mij inmiddels pasten,
weigerde ik ze te dragen. Ondanks aandrin
gen van mijn ma.
Paradijsvogels en kroonduiven
Indische Nederlanders in voormalig
Nieuw-Guinea
Door Tjaal Aeckerlin
KIT publishers: 160 pagina's (hardcover)
ISBN: 9789460220494
Prijs: 24,50
Zij sprak geregeld met mijn broers, 'in
gedachten', zo vertelde ze me eens. Haar
24 Moesson
Moesson #2 augustus 2010.indd 24
'gesprekken' konden niet voorkomen ze met
de dag verdrietiger werd en zich begon af te
sluiten. De voorgeschotelde porties eten liet
ze links liggen. Ze verlangde naar een teken
van leven van haar jongens. Wij kinderen pro
beerden haar wat op te monteren met onver
wachte kusjes of door haar handen of voeten
zachtjes te pidjitten. Maar alle levensenergie
leek uit haar lichaam geweken. Mijn pa, die
bij de posterijen werkte, kende een Ambone-
se doekoen die bekend stond om zijn ilmoe,
zijn bovennatuurlijke gaven. De man gaf op
een avond antwoord op de vraag die onze fa
milie al geruime tijd kwelde. 'Uw beide zoons
zijn in leven. Ze zijn niet meer op Java, maar
ver van ons.' De doekoen vertrok zonder dat
mijn pa hem iets mocht toestoppen.
Via mijn Indonesische vriend Daroes kreeg ik
een baantje in de jutefabriek, zodat ik mijn
steentje aan het huishouden kon bijdragen.
Ik kwam te werken in een loods waar ik er op
moest toezien dat de vezels zich gelijkmatig
rond de klossen draaiden. In die lawaaie
rige ruimte ontmoette ik 'de Pool'. Althans,
zo luidde zijn bijnaam. Uiterlijk op en top
29-07-10 11:57