•DG
t
De tijgerbal
■BP
JiS
\I
<U
N
3 CU
De moderne
Botol Cebok
maar dan
veel beter!
vanaf 29,45
poirrié's perikelen
www.moessontoiletdouche.nl
tel.:0224-223986
■O
rH lH
oj
Ruim 3000 Indische boeken uit
voorraad leverbaar. Vraag gratis
catalogus aan. Geef ons uw zoek
lijst in behandeling. Ook boeken
te koop gevraagd.
Postbus 1090, 3840 BB Harderwijk
tel. 0341 - 55 07 07
b.g.g. 56 19 91
e-mail: timrom@hetnet.nl
Bezoek op afspraak mogelijk.
In de lounge en de tuin van Museum Maluku
wordt voor de 5e keer een Pasar Buku gehouden.
U ontmoet er Indische en Molukse auteurs,
die hun boeken aanbieden. Er is een vertelsessie
waarvoor speciale gasten uitgenodigd zijn.
Museum Maluku - Kruisstraat hoek Biltstraat
is te bereiken met bus 4 of 11 vanaf het station.
Toegangsprijs: 10 euro.
Info: www.pasarbuku-utrecht.nl
Bij de weekkrant waar ik voor gewerkt heb,
hadden we af en toe een uitje. Werd meestal
een dagje Giethoorn of een bierbrouwerij.
Maar we zijn ook een keer naar zo'n pretpark
met aparte zaal voor oud-Hollandse spel
letjes geweest.
Niks aan, alleen het kegelen voor gemengde
teams was wel leuk. Ons team bracht er
echter weinig van terecht. De dames kletsten
aan één stuk door. Zo wilde een van hen
graag weten of er ook oud-Indische spel
letjes bestonden en of ik daar iets van kon.
Omdat ze maar bleef doorzagen, zei ik dat ik
een kei was in kontollen. Vond ik een aardige
woordspeling. Maar een andere dame die
toevallig Maleis verstond gaf me van onder
uit de zak. Was de sfeer meteen verziekt en
kon het me ook niks meer schelen dat we
onderaan eindigden.
Voor de oorlog werd er bij het KNIL trouwens
veel gekegeld. Tot in de kleinste garnizoens
plaatsen waren er kegelbanen. Toen we in
Solo aan de Cantinestraat woonden hadden
we er een naast ons. Dat was de officiële
kegelbaan van de onderofficierskantine. Ik
ben daar vaak wezen kijken. Stiekem, want
ze hadden er geen behoefte aan hangoren.
Wat me als kind intrigeerde aan die kegel
baan was de halfronde, als stootkussen
fungerende barricade van met stro gevulde
jutezakken achter de kegelopstelling. Die
ging er met het vorderen van een kegelavond
steeds meer uitzien als een gebombardeerde
borstwering. Met als enige overlevende
de erachter hurkende oude Javaan die was
ingehuurd om de omver gegooide kegels
te herplaatsen en de kegelbal in de houten
retourgoot te leggen. Ook interessant vond
ik de rits kegelballen die in een andere goot
bij de afwerpplaats lag. Met als blikvanger de
Tijgerbal, een gestreept gevaarte dat alleen
te hanteren was door mannen als De Sloper,
een Hollandse cavalerist met kolenschop
pen van handen. Die krachtpatser plukte de
enorme bal met speels gemak uit de goot
en wierp hem bijna achteloos over de baan.
Maar soms kon hij minutenlang naar het
doelwit staan turen, de enorme Tijgerbal
losjes aan duim en wijsvinger van de rechter
hand hangend, alsof het een pingpongbal
letje was. En als hij die bal dan eindelijk een
soejang gaf, zag je de oude Javaan schielijk
wegduiken. Niet vanwege de rondvliegende
kegels, maar omdat de Tijgerbal als een
dolgedraaide komeet alle kanten op vloog
behalve de goeie. Want als De Sloper zo lang
stond te turen was dat niet omdat hij zich
op het doel wilde concentreren, maar omdat
hij zo bezopen was dat hij eerst alle voor
zijn ogen ronddraaiende kegels tot negen
stilstaande moest zien te krijgen. De oude
Javaan had het overigens niet slecht. Die ont
ving naast het reguliere kwartje een stuiver
gevarentoeslag. En als Bacchus weer voor
meer rondvliegende kegelballen dan kegels
had gezorgd, kreeg hij een fles Koentjie bier
als zoenoffer. Dronk hij die in één keer leeg
en liep hij daarna net zo te slingeren als De
Sloper. Was best uniek, want ik heb nadien
nooit weer een dronken islamiet gezien.
Dansen was ook in bij de onderofficieren.
Deden ze in Solo onder begeleiding van een
sextet Menadonese infanteristen. Dirigent
was een Europese onderluitenant. Het reper
toire bestond uit Hollandse deuntjes. Klonk
nergens naar, maar het ritme was perfect.
Wals, foxtrot of polka, je kon er de militaire
pas op meestampen: 'links, twee-drie, links,
twee-drie'. Die onderluitenant had er goed
de wind onder.
Jack Poirrié groeide op in Batoeradja en woont
sinds 1951 in Nederland. Elke maand schrijft
Jack Poirrié in Moesson over zijn perikelen.
september 2010 29
Moesson #3 september 2010.indd
26-08-10 11:08