1
culinair
Sushi van oedang en sambal
Balinese nori-rolletjes
BENODIGDHEDEN:
150 gram sushirijst
8 grote verse rauwe garnalen, met schil
1 eetlepel olie
2 kleine sjalotjes, gesnipperd
2 theelepels fijngehakte sereh
(het binnenste gedeelte van de dikke
gedeelte van de stengel)
1 kleine tjabé rawit
1/2 theelepel trassi, geroosterd boven
bijvoorbeeld de gaspit van het fornuis
1/2 theelepel zout
flinke snuf gemalen witte peper
1 djeroek poeroetblad, heel fijn in reepjes,
bijna draadjes, gesneden
1/2 rode lombok, vingerlengte, van zaden en
zaadlijsten ontdaan
5 cm van het groene gedeelte van een bosui,
in dunne lange reepjes gesneden
WERKWIJZE:
Maak de sushirijst zoals op het pak. Doe
een satéprikker in de lengte van de garnaal,
om hem recht te houden tijdens het koken.
Breng 250 ml water, iets gezouten, aan de
kook en laat de garnalen hierin 3 minuutjes
lichtjes koken. Haal de garnalen eruit, laat
ze afkoelen. Pel vervolgens de garnalen en
verwijder het darmkanaal. Snij de onderkant
van de garnaal dan open en spreid de gar
naal voorzichtig uit.
Oelek de olie, sjalot, sereh, tjabé rawit, trassi,
zout en peper tot een gelijkmatige boemboe.
Verdeel de sushirijst in 8 porties en kneed
met natte handen de rijst tot een cilindertje
van ongeveer 5 cm lang. Druk met je vinger
een geultje in de lengte van elk rolletje rijst.
Vul de holte met een beetje van de boemboe,
een paar draadjes van de djeroek poeroet en
een dun reepje van de lombok en de lente-ui.
Leg de garnaal erop als een dekseltje, en druk
aan.
BENODIGDHEDEN:
100 gram sushirijst
1 eetlepel olie
3 teentjes knoflook, fijngesnipperd
2 theelepels verse gesnipperde djahéwortel
2 theelepels verse gesnipperde koenjitwortel
1/2 theelepel gemalen zwarte peper
2 eetlepels kokosmelk
1/4 theelepel zout
1 eetlepel fijngesneden rode lombok
2 geblancheerde sperziebonen, in dunne
reepjes gesneden
2 grote wilde spinaziebladeren, fijngesneden
1 blad paksoi, heel fijngesneden
1 eetlepel geraspte, geroosterde kokos
2 theelepels gebakken uitjes
1/4 theelepel verse limoensap
1 norivel van 18 bij 21 centimeter
WERKWIJZE:
Kook de sushirijst volgens de aanwijzingen
op het pak.
Verhit de olie in een kleine steelpan. Voeg
de knoflook, djahé, koenjit en peper toe.
Roerbak op een gemiddeld vuur zo'n 6 tot
8 minuten, tot de kruiden gaar zijn. Laat
afkoelen en wrijf de kruiden tot een gelijk
matige boemboe. Doe de boemboe weer
terug in de pan en voeg de kokosmelk, en het
zout toe. Verhit het mengsel al roerend. Doe
het mengsel in een grote kom en laat het
afkoelen. Voeg dan de lombok, sperzieboon,
spinazie, paksoi, kokos en gebakken uitjes en
limoensap toe en meng alles goed.
Leg een stuk huishoudfolie op het bamboe
sushimatje. Maak je handen vochtig en
spreid de helft van de rijst in een rechthoek
van 13 bij 18 centimeter op het folie, druk het
stevig aan met een lepel en je handen om de
rijst compact te maken. Leg de vulling in een
streep in het midden van de rijst. Rol stevig
op met gebruik van het sushimatje zodat
de rijst de vulling omsluit. Haal de rol van
het matje, verwijder voorzichtig de folie en
leg de rijstrol op het norivel. Rol het norivel
stevig eromheen en plak met behulp van je
vingers dicht met wat water. Snij met een
scherp mes in 5 a 6 stukken. Maak met de
andere helft van de ingrediënten nog een rol.
september 2010 39
26-08-10 11:09