Voor hetzelfde geld was hij atleet geworden, maar hij werd filosoof. Met zijn verhalen wil hij de wereld opnieuw ontdekken. Coen Simon sprak met Moesson over afkomst, identiteit en de manier waarop we naar onszelf kijken. 'Is dat typisch Indisch? Ja, misschien is dat wel zo.' 'Ik ben dus tegen dierenrechten, hè,'zegt hij, voordat hij zijn tanden in zijn kroketten met brood zet. Ik was een echte sportbilly. Ongelooflijk fanatiek. Ik spijbelde om te kunnen sporten. Ik zat op waterpolo, zwom elke ochtend, deed aan hardlopen.' Uit de bibliotheek haalde hij boeken over finger picking en countrymuziek. Al toen hij klein was luisterde hij met zijn vader veel naar country. INTERVIEW RICCI SCHELDWACHT FOTOGRAFIE FRÉDÉRIOUE VLAMINGS 'Ach, djam karet toch,' zegt Coen Simon als ik een kwartier te laat het Grand Café van Kasteel Groeneveld binnen kom rennen als gevolg van een onverwachte file en een gemiste afslag. Het komt hem wel goed uit, sust hij, want hij is al de hele dag in touw. Hij heeft het de laatste tijd razend druk. Even een moment om wat te eten. Zojuist heeft hij een bespreking achter de rug over een lezing die hij hier bin nenkort zal houden voor de Stichting Groeneveld. Die is opgericht ter bevordering van het maatschappelijk debat over natuur en milieu. Hij doet graag zulke lezingen, zegt hij, want het zijn momenten waarop hij zijn gedachten kan ventileren. Het leukst is het als hij niet hoeft te preken voor eigen parochie. Dat Moesson hem op de cover wil zetten in het kader van de maand van de spiritualiteit, vindt hij wel grappig. 'Het is niet de eerste keer dat mijn werk met spiritualiteit in verband wordt gebracht, terwijl ik er heel kritisch over ben.' Zo hield hij laatst nog een kritisch betoog op een bijeenkomst die was georganiseerd door een spiritueel tijdschrift. 'Mensen vinden het leuk als je met een tegendraads verhaal komt.' Met zijn eigenzinnige essays in dagblad Trouw en NRC Handelsblad levert hij al enige tijd een opvallende bijdrage aan het publieke debat. En ook met zijn boeken weet hij de aandacht op zich te vestigen. Het leverde hem in de media kwalificaties op als 'repre sentant van die nieuwe generatie filosofen' en 'de nieuwe ster aan het filosofenfirmament'. Want Coen Simon (1972) is filosoof. En publicist. Maar voor hetzelfde geld was hij atleet geworden. Of beter gezegd, triatleet. Want daar trainde hij keihard voor. Omdat hij nog te jong was voor de hele triat lon, deed hij mee aan de kwart triatlon. Hij was zeventien toen hij geblesseerd raakte aan beide achillespe zen. 'Ik mocht meedoen met een proeftraining met de Nederlandse selectie. Daarna kreeg ik die blessure en was het afgelopen.' Zo kan het gaan in het leven. Zijn voornemen om bewegingsweten schappen te studeren liet hij varen. 'Ik vond het een frustrerend idee om bewegingswetenschappen te gaan doen als ik zelf nauwelijks kon bewegen.' In zijn laatste boek Zo begint iedere ziener. Een filosofische ontdekking van de wereld beschrijft hij hoe hij van de een op de andere dag een andere identiteit moest vinden. Hij liet zijn haar groeien, ging shag roken en kocht voor honderd gulden een gitaar. 'Alle tijd die ik eerst in het hardlopen stopte, besteedde ik voortaan aan gitaarspelen.' november 2010 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2010 | | pagina 11