Flame of the forest Paradijsvogels en Kroonduiven ,.r Paradijsvogels en kroonduiven Paradijsvogels en kroonduiven Indische Nederlanders in voormalig Nieuw-Guinea Door Tjaal Aeckerlin KIT publishers: 160 pagina's (hardcover) ISBN: 9789460220494 Prijs: 24,50 In de jaren 1945 tot halverwege de jaren zestig werden 250 duizend Indische-Neder- landers naar Nederland gerepatrieerd. Min der bekend is dat velen hun geluk zochten in voormalig Nieuw-Guinea. Zij konden niet bevroedden dat Nieuw-Guinea inzet zou worden in het almaar oplopende steekspel tussen de Nederlandse en de Indonesische overheid, gesteund door de Verenigde Naties en de VS. Nederland droeg Nieuw- Guinea op 1 oktober 1962 over aan de VN, waarna het uiteindelijk in Indonesische handen kwam. De circa 13 duizend I ndische- Nederlanders moesten voor de tweede keer 'hun land' verlaten. Het boek bevat persoonlijke vertellingen van betrokkenen die in combinatie met het beeldmateriaal (circa 200 foto's) een indringend beeld van deze groep geven. Verkeerstoren vliegveld Sentani, ca. 1955. Privécollectie. Alle vrouwen, inclusief mijn moeder, gaven mij het idee dat het zo hoorde: het prikkel draad om ons heen, de rommelige aanblik van matrasjes, slaapmatten en kistjes met persoonlijke eigendommen in de barakken. Ze streken door mijn haren als ik ze voorbij liep en propten wat rijst in mijn mond als ik ze onder het koken gadesloeg. De wekelijkse sketches deden mij ook bulderen van het lachen, hoewel ik niks van de grappen en grollen begreep. Hun zorgen over de werkelijke situatie waarin we ons bevonden, wisten ze voor mij en andere kleuters op voortreffelijke wijze te verbloemen. Djosenan, zo heette het Indonesische 'beschermingskamp' dat ik als mijn thuis beschouwde. Een van de wei nige keren dat ik het op een njengen zette, was toen een vreemde kerel mij beetpakte en knuffelde. Mijn vader behoorde tot de mannen die overgeplaatst waren van kamp Ngawi naar Djosenan. Hij kon maar af en toe zijn gezicht laten zien, want hij raakte kort na zijn aankomst betrokken bij de evacuatie voorbereidingen. Ik zat op een handkar toen we begin 1947 in een optocht van armoedzaaiers naar het station van Madioen trokken. Met z'n hon derden zochten we een plekje in een gereed staande trein. Aan de zijkanten hingen grote Rode Kruisvlaggen. We zouden tweederde deel van Java doorreizen achter geblindeerde Gemengd voetbal, Hollandia ca. 1960. Privécollectie. 26 Moesson ramen. In Batavia kreeg ik enkele injecties toegediend, waarna een juffrouw in wit uniform mij een kinderpakket overhandigde met twee shorts, ondergoed, schoenen en wat gedroogde en ingeblikte lekkernijen. Op het militaire vliegveld Tjililitan in de stad trokken we tijdelijk in bij een oom die er tot het burgerpersoneel behoorde. De onveilig heid in het gebied maakte dat we ook hier achter het vertrouwde prikkeldraad kwamen te zitten. Mijn vader, die voor de oorlog de kweekschool had doorlopen, werd gevraagd voor het taalonderwijs aan de politieschool in Soekaboemi als leerkracht Nederlands en Bahasa Indonesia. 'Grace... ze maken weer ruzie', riep mijn moe der met onderkoelde stem, zodra er tussen de bergen schoten echoden. Samen met mijn oudste zus sloot ze de luiken voor de ramen, terwijl ik mijn schuilplek achter een dubbel gevouwen matras onder het bed opzocht. Dit ritueel kon zich een aantal keer per week her halen. De Laskar Rakyat was nog zeer actief. Vlak na de soevereiniteitsoverdracht beluisterde ik heftige discussies tussen de volwassenen in ons huis aan de Vogelweg die inmiddels Djalan Goenoeng Poejoeh heette. Warga Negara Indonesia, Indonesisch staats burger, of met één van de vele gecharterde passagiersschepen naar Nederland? Enkele maanden later werd de hele familie door de zeegod Neptunus, met zijn baard en drietand, gedoopt bij het passeren van de evenaar. In Tilburg introduceerde ik met mijn zusters, onbedoeld, een nieuwe modetrend. De nonnen hielden onverbiddelijk vast aan hun kledingvoorschriften, terwijl wij de kriebelige maillots echt niet konden verdragen. Toen de eerste herfstdagen zich aandienden, liepen we, onder veel bekijks, met een broek onder onze jurk de klas binnen. Ik kreeg zowel op school als in de omgeving van ons pension het predicaat 'wild' opgeplakt. Maakte een knul een opmerking over mijn outfit, dacht hij natuurlijk dat ik beschaamd door zou fiet sen. Maar ik stond direct op de terugtraprem, zette het rijwiel op de standaard, liep op hem Moesson #5 november 2010.indd 26 27-10-10 17:33

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2010 | | pagina 26