Pension Haverkamp Tempo Doeloe L Moeder en Elly, Pension Haverkamp verschool ik mij, tijdens deze eerste ontmoe ting, achter de sarong van mijn ma. De stad kende een kleine Europese gemeenschap, zodat ik maar weinig witte mensen in het straatbeeld zag. Mijn stiefvader zou ik al snel liefkozend Onkel gaan noemen. 'Oom klinkt zo saai', liet ik hem resoluut weten. Een aantal maanden later vertrokken we als dekpassagier op een schip van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij naar Batavia. Een tijdelijke tussenstop van vijf weken, want onze eindbestemming lag in Bandjermasin in Borneo. Onkel's nieuwe standplaats. Van de reis herinner ik mij het door de wind opbol lende laken waaronder ik in slaap probeerde te komen onder het voortdurende gestamp van de zware scheepsmotor. Mijn broers Paul en Vic en mijn zuster Emmy moesten als leerplichtige kinderen tijdens deze overgangstijd in Batavia onderwijs blijven volgen. De drie kwamen op een dag niet thuis van school. Ineens. Zomaar weg. Zomaar van de aardbodem verdwenen. Pas na enkele jaren kon ik bevatten wat er zich had afgespeeld. Mijn biologische vader bevond zich namelijk, na beëindiging van zijn contract in het Padangse, eveneens in de hoofdstad. Hij ontvoerde zijn kinderen door eenvoudigweg de klassen binnen te gaan en hun namen te noemen. 'Paul... Vic... Emmy...' Ze volgden hem gedwee, zonder een weerwoord. De toenmalige autoriteiten waar mijn moeder vertwijfeld bij aanklopte, grepen niet in. Mijn broers en zus verdwenen uiteindelijk in het Sint Vincentius gesticht in de wijk Kramat. Een huis van orde en tucht. november 2010 29 Moesson #5 november 2010.indd 29

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2010 | | pagina 29