De lessen van Aimée O de voorgalerij boeken cd's dvd's sites nieuwtjes Op de dag dat ik Aimée ontmoette, werd mijn leven eenvoudig. Ze heette Aimée Crince le Roy, een prin- sessenaam, en ik vond haar meteen aardig. De krant waarvoor ik schrijf, had me voor een interview naar haar atelier gestuurd. Dat stond vol met honderden schilderijen en etsen en ander werk en temidden van die rijkdom zat Aimée op een stoel. Een kleine vrouw, vrolijk-excentriek, die mij vriendelijk aankeek. Ze had taartjes gekocht en vond het goed om thee te maken van de zakjes groene thee uit mijn handtas. Het klikte meteen. Binnen een week of wat zou Aimée Crince le Roy tachtig jaar worden, en ter ere daarvan kwam er een enorme expositie in de Haagse Kunstkring. Ze hadden beter drie gymzalen kunnen afhuren, en dan nog had al haar werk er niet ingepast, zoveel had ze gemaakt. Ik begon te klagen over mijn nietsnut- leven, dat ik zoveel tijd verlummelde en waaraan eigenlijk, aan niks, en dus zou er ook niks van mij te rechtkomen en in dezelfde adem door zei ik hoe het me speet dat ik erover begonnen was, omdat zij in het kamp had gezeten en dat was immers veel erger. 'Stel je niet aan', zei Aimée opgewekt, waardoor ik abrupt zweeg. 'Ik zal jou eens wat vertellen', vervolgde ze, en daarna nam ze enkele uren de tijd om me haar levensverhaal te vertellen. Haar geboorteplaats Batavia, verhuizen naar Soerabaja. De Japanners die in 1942 binnenvielen, haar vader die geïnterneerd werd. Later moest hij aan de Birma- spoorweg werken. Ze vertelde over haar moeder en haar broers, over de interneringen, en hoe ze schilde rijen maakte van mannen die in een kamp zaten. Zo verdiende ze wat. Kunst, het scheppend vermogen, had ze altijd in zich, ook later in Nederland. Liefdes had ze ook, grote en kleine, maar daar ging ze nooit mee samenwonen, welnee. 'Dat hoort toch?' vroeg ik meteen. 'Welnee', vond Aimée, 'hoe kom je erbij?' Dat wist ik niet. Ze zag mijn verwarring en zei nadruk- 6 Moesson kelijk: 'Het hoeft niet. Je mag doen wat je wilt met je leven. Kijk, ik heb taartjes gekocht en jij eet vandaag geen taartjes. Nou, dat mag. Dan eet ik er lekker twee.' Het was een simpele uitleg die ik snapte. Grote kwesties moeten me in het klein worden uiteengezet, alleen dat formaat past in mijn garnalenhersens. Evenzogoed ontstonden er nu nieuwe vragen, die Aimée gemakkelijk kon beantwoorden. 'Maar als ik nooit ga samenwonen, dan eindig ik toch eenzaam en diep ongelukkig?' Aimée at rustig van haar taartje. En ik vroeg: 'Dat weet iedereen toch?' Ze keek op en glimlachte vriendelijk. 'Ik ben niet eenzaam of ongeluk kig, helemaal niet. Wat zei ik nou net tegen je, weet je dat nog, het is jouw leven.' Er was geen speld tussen te krijgen, evenmin omdat Aimée het levende bewijs was van een mooi leven. Straks de expositie, en dan zou een biografisch kunstboek uitkomen, in een limited edition. Ik zag het boek: vol kunst, levenslust en vrolijk heid. Het heette Aimée. Kunst uit Liefde. Ik ging naar huis met een prachtig verhaal voor de krant, en het gevoel dat Aimée me iets belangrijks had geleerd. Nauwelijks een week later is ze plotseling overleden, twee dagen na haar tachtigste verjaardag. Dat is nu alweer twee jaar geleden, maar de lessen van Aimée leven door. Vilan van de Loo Moesson #5 november 2010.indd

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2010 | | pagina 6