Marscha! - Echt en hecht Spiegelreflex Wat zien we niet? ^r I In Spiegelreflex kijkt Susan Legêne, hoogleraar poli tieke geschiedenis aan de VU, terug op haar baan als hoofd der conservatoren bij het Tropenmuseum. In zes hoofdstukken komen museale objecten, foto's, monumenten, maar ook technieken, verhalen en een biografie langs. Legêne neemt haar lezers mee op een zoektocht en dwingt hen steeds vragen te stellen. In- en uitsluiting, rangschikking en categorisering waren inherent aan de koloniale samenleving, zowel in de Oost als in de West. Over ieder museaal object of foto is niet één, maar zijn meerdere verhalen te vertellen en die verhalen zijn soms met elkaar in tegenspraak. Is het wel zo vanzelfsprekend dat de mensen die in koloniale fotografie worden afgebeeld, staan zoals ze staan? Waarom ontbreken zo vaak namen en worden afgebeelde personen neergezet als anonieme vertegenwoordigers van een hele groep? Wat zeggen monumenten als het Indisch monument, het Slaver- nijmonument en dat voor de Hindustaanse migratie over het gevoel van burgerschap van postkoloniale migranten? Waarom werd de Indische afkomst van schilder Jan Toorop in recente tentoonstellingen zo vaak onvermeld gelaten, terwijl dat voor zijn tijdge noten een integraal onderdeel van zijn kunstenaar schap was? Door haar eigen familiegeschiedenis - haar grootvader was zendeling onder Hindustaanse migranten in Suriname - in het verhaal te betrekken, laat Susan ook zien hoe ze zelf met die vragen heeft geprobeerd om te gaan. (WIM MANUHUTU) Antropologie of erotiek Susan Leaêne 'iVir' Culturele sporen van de koloniale ervarinc Spiegelreflex. Culturele sporen van de koloniale ervaring Door SusanLegêne Bert Bakker, 293 pagina's (paperback) ISBN 978 90 3513355 6 Prijs 29,95 Indisch bloed. Dat heb ik. Maar voel ik het ook? Mijn vader schreef in dit blad eens dat hij zich meer Ameri kaan voelde (dan Indo of Nederlander). Ik daarentegen voel me eerder een Brabander. En dat terwijl ik geen spatje Brabobloed heb. Misschien heeft dat toch met mijn min of meer 'onthechte' jeugd te maken die mij juist met het hele scala aan stiefouders (ter illustratie: ons kind krijgt vijf oma's en drie opa's) heel hecht aan al die ouders verbonden heeft. En mijn stiefvader is een Brabander. Mijn halfzusje, zonder wie ik niet compleet ben, is daardoor dus een tweede generatie-Brabander. (Vet jaloers ben ik daar op.) Op mijn zevende kreeg ik er een geweldige oma uit Waalwijk bij. En ook nog eens hele lieve ooms en tantes, neefjes en een nichtje. Mijn oma leeft helaas niet meer, maar de ooms en tantes uit Waalwijk zie ik vaker dan mijn 'echte' ooms en tantes. Ik heb ook van beide 'echte' kanten hele lieve, dierbare nichtjes. Maar toch, mijn Brabantse ooms en tantes zou ik als eerste opzoeken als het ineens uit gaat met mijn vriend of als ik onverhoeds in een of ander ander persoonlijk drama zou verkeren. Ik hou bovendien meer van Bossche bollen dan van spekkoek en meer van worstenbroodjes dan van lempers. Mijn stiefmoeder, met wie ik ook al zo verdomde hecht ben, opperde eens dat het misschien JUIST komt doordat ze (het gros van mijn familie) niet 'echt' zijn, dat ik zo ongedwongen en liefdevol met hen om ga. Klinkt logisch, maar dat verklaart niet alles, want ik ben welbeschouwd ook heel hecht met mijn biologi sche ouders. Stephan Sanders, een publicist die ik zeer bewonder en die één van de weinigen is die goed en leuk over het vorige maand nog door mij als kotsonderwerp bestempelde identiteit schrijft, schreef eens dat hij zich misschien vanwege het feit dat hij zelf geadopteerd is, nog steeds graag door iedereen laat adopteren. Hiermee doelde hij op het feit dat hij zich vaak snel vertrouwd maakt in een groep, snel geliefd wordt en lief heeft. En op de een of andere manier herken ik mij heel erg in die uitspraak. Ik ben graag de dochter van mijn ouders, maar ik laat me ook graag adopteren. Niets is leuker dan heel veel ouders hebben en vooral: heel veel ooms en tantes. Of het nou vrienden van mijn ouders zijn of stieffamilie, schoonfamilie of vrienden van mezelf: het liefst noem ik iedereen oom of tante. Blijkt dat weer een hele Indische eigenschap te zijn. Marscha Holman is 27 en gaat iedere maand op zoek naar het Indische - of toch niet - in zichzelf en anderen. december 2010 11 Moesson #6 deoemher ?010indd 11 24-11-10 1859

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2010 | | pagina 11