Von Siebold Indië O interview Het SieboldHuis, het Japanmuseum in Lei den, heeft een kersverse nieuwe directeur: de Indische Japanologe en kunsthistorica Kris Schiermeier (42). Een oude bekende van Moesson's Frans Leidelmeijer, die haar weer eens opzocht. Frans: 'We kennen elkaar van het Van Gogh Museum en het Rijksmu seum. Hoe ben je uiteindelijk directeur geworden van het SieboldHuis?' Kris: 'Door gewoon te solliciteren. Het grappige is dat ik drie jaar geleden ook al op deze functie had gesolliciteerd en aangenomen was, maar tegelijkertijd een baan aangeboden kreeg als conservator tentoonstellingen bij het Rijksmuseum in Amsterdam. Uiteindelijk koos ik voor dat laatste, dat was op dat moment voor mij aantrek kelijker. Na drie jaar liep mijn contract af, en werkte ik interim bij de Kunsthal in Rotterdam, tot bij het SieboldHuis weer de vacature voor directeur vrijkwam. Ik solliciteerde opnieuw, en werd directeur. Voor mezelf vind ik dat ik juist door die drie jaar bij het Rijksmuseum nu een extra toegevoegde waarde voor het SieboldHuis heb. Ik heb daar zo ongelofelijk veel bijgeleerd.' Frans: 'Wat maakt jouw baan als directeur nou zo leuk en bijzonder?' Kris: 'Het is uitdagend en veelzijdig. Het SieboldHuis is niet alleen een museum, het is ook een Nederland-Japan centrum, met een sociaal- economische maar ook een politieke functie in de Nederlands-Japan se betrekkingen. Als er in Nederland iets met aan Japan gerelateerde zaken gebeurt, zijn wij erbij. Daarom ben ik tijdens de sollicitatiepro cedure bijvoorbeeld ook op gesprek geweest bij de Japanse ambas sadeur. Behalve mooie tentoonstellingen initiëren, leiding geven aan een bevlogen team en contacten versterken en uitbreiden, bestaat mijn baan ook uit een koers voor de toekomst uitzetten, fondsen wer ven, zorgen dat er middelen zijn. En natuurlijk wil ik het SieboldHuis meer naamsbekendheid geven en het nationaal en internationaal nog duidelijker op de kaart zetten. Met de Hello Kitty-Hello Holland tentoonstelling die voor volgend jaar gepland staat, hopen we een grote klapper te maken.' De Duitse Philipp Franz von Siebold (1796-1866), arts en on derzoeker, vertrok in 1822 met de Jonge Adriana vanuit Rotterdam naar Batavia, om als chirurgijn majoor in Indië te gaan werken. Daar zou hij echter niet lang blij ven: na enkele maanden werd hij door gouverneur-generaal Van der Capellen in hoogsteigen per soon doorgestuurd naar Japan, om als chirurgijn-geneesheer op de Hollandse factorij op het eiland Deshima te gaan werken. Daarnaast kreeg hij van hem de opdracht om onderzoek te doen naar de geografie, flora en fauna, taal, volksgebruiken en gewoon ten, kunsten en wetenschap pen, wetten en staatsinrichting van het voor de Hollanders nog grotendeels onbekende Japan. Bedoeling was dat dit uiteinde lijk tot een standaardwerk over Japan in de geest van Raffles' History of Java zou leiden. De grote interesse van Nederland in Japan kwam met name voort uit politieke- en handelsover wegingen. Maar ook voor Japan maakte Von Siebold zich verdien stelijk: als arts introduceerde hij de beginselen van de westerse geneeskunst en medische tech nieken (waaronder staaropera ties, verloskunde en anesthesie) in Japan. Om die reden is zijn naam tot op de dag van vandaag in Japanse geschiedenisboeken terug te vinden. Von Siebold nam de taak die op zijn schouders rustte uiterst seri eus: in de zes jaar (van 1823-1829) die hij op Deshima verbleef, wist hij met behulp van een aantal leerlingen en assistenten ruim 25.000 items (waaronder 5.000 etnografische objecten, 200 zoogdieren, 900 vogels, 750 vissen, 170 reptielen, meer dan 5.000 ongewervelde dieren, 2.000 soorten planten en 12.000 herbariumpreparaten) bijeen te brengen. Er bleef al die tijd een kort lijntje met Batavia, van waar hij de nodige instructies, hulp en ondersteuning kreeg. Zo werden bijvoorbeeld de zaden, stekken en planten die hij te Japan ver zameld had, verscheept naar 's Lands Plantentuin te Buitenzorg, waar ze bewaard en opgekweekt werden. Saillant detail is ook dat de thee cultuur dankzij Von Siebold kon floreren op Java: al vanaf 1820 poogde gouverneur-generaal Van der Capellen tevergeefs om theeplanten naar Java over te brengen. Maar de lange zeereis maakte telkens dat de zaden verdroogden en hun kiem- kracht verloren. Het was Von Siebold die er op kwam om de zaden in ijzerhoudende leem te verpakken, waardoor ze de scheepstocht intact overleefden en uiteindelijk konden aanslaan op Javaanse bodem. De rest is geschiedenis. 14 Moesson Moesson #6 december 2010.indd 14 24

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2010 | | pagina 14