Het Sie6oldHuis
interview O
Frans: 'Waar komt jouw interesse in Japan vandaan?'
Kris: 'Die is ontstaan toen ik in 1988, op mijn 21ste, als Miss Tulip met
een promotieteam van de VVV Haarlem naar Japan ging. Tijdens mijn
middelbare schooltijd deed ik namelijk vrijwilligerswerk als Haarlems
Bloemenmeisje en promootte ik Haarlem en Nederland in binnen- en
buitenland. Liepen we daar met tien meiden in Volendamse kleder
dracht en op klompen in Holland Village in Nagasaki! En nou ja, ik ben
natuurlijk helemaal niet blond en Hollands om te zien, dus dat was
erg grappig. Maar het frappante was dat al die Japanners juist met
mij op de foto wilden. Omdat ik iets oosters én westers had. Toen ik
na die reis thuiskwam, wist ik: ik wil Japans studeren.'
Frans: 'Als Indisch meisje, heeft die studiekeuze ooit gebotst met je
achtergrond?'
Kris: 'Er werd thuis niet over gepraat, maar ik voelde ergens wel: ja, het
is toch oorlog geweest met Japan. Maar mijn moeder heeft er nooit
iets negatiefs over gezegd, ze was gewoon supertrots dat ik ging stude
ren. Om het aan de rest van de familie te vertellen, lag wel wat gevoe
liger: Ik ga studeren aan de universiteit. Wat dan? Eh, ja, Japans. Ik was
wel een beetje benauwd hoe ze zouden reageren. Het bijzondere was
dat mijn oom die in de oorlog aan de Birma-spoorlijn moest werken en
daar vreselijke dingen heeft meegemaakt, heel positief reageerde toen
ik het vertelde, maar dat mijn aangetrouwde Nederlandse tante echt
over mijn studiekeuze viel, ze vond het absoluu'
vaker ervaren dat buitenstaanders soms veel h
mensen die de Japanse bezetting zelf
hebben meegemaakt. Al geldt
tuurlijk niet voor iedereen en begrijp
ik heel goed dat het voor anderen
heel gevoelig kan liggen. Maar in mijn
familie is het eigenlijk nooit een issue
geweest. Wat me trouwens erg v
baasde tijdens mijn studie Japa s aan
de universiteit Leiden, was dat iel
studenten een Indische achterg
bleken te hebben. Mijn ja
uit een groep van tien studenten:
allemaal Indo's, tweede en derde
generatie. Heel opvallend. Op de
of andere manier trekt dat Aziatis
toch, denk ik.'
Frans: 'Was dat ook wat joU
aantrok, dat Aziatische?'
Kris: 'Ik denk het wel. Op de een of
andere manier voelde ik me in Japan
toch een soort van thuis. Ik was toen
nog nooit in Indonesië geweest. Daar
ben ik later wel heen gegaan. Toen ik
met het vliegtuig in Jakarta landde,
had ik ineens heel duidelijk het besef:
dit is het land waar mijn moeder is ge
boren. En ik begon me toch te hullen.
Dat was zo emotioneel voor mij.'
nnen
reageren
Frans: 'Voel jij je erg Indisch?'
Kris: 'Ja, zeker. Als ik Indische mensen zie, voel ik direct een bepaalde
affiniteit, een verbondenheid. Weet je nog toen wij elkaar voor het
eerst ontmoetten in het Van Gogh museum? Ik moest een tentoon
stelling maken omdat de keizer van Japan een bezoek aan Nederland
bracht. Jij zag me en zei meteen: hee, Indo.'
Frans: 'Hoe zit het eigenlijk met je Indische achtergrond?'
Kris: 'Mijn grootvader werd geboren in Solo en was hoofdinspecteur
bij de Spoorwegen. Mijn oma kwam uit Soekaboemi en werkte als
typiste. Ze woonden op verschillende plekken, omdat opa vaak werd
overgeplaatst: Bandoeng, Djokjakarta, Batavia. Mijn moeders familie
kwam na de internering in 1947 naar Nederland, met de boot door het
Suezkanaal. Ze woonden daarna in een contractpension in Haarlem.
Daar ontmoette mijn moeder later mijn Nederlandse vader. Hem
was ooit door een waarzegster voorspeld dat hij met een exotische,
donkere vrouw van ergens heel ver weg zou trouwen. Nou... dat is
uitgekomen!'
Frans: 'Van hem heb je dan zeker je mooie blauwe ogen?'
Kris: 'Die zijn grappig genoeg van mijn Indische kant. Mijn over-
overgrootvader, een Hollander met knalrood haar, ging naar Indië en
ontmoette daar mijn Indonesische over-overgrootmoeder. Sindsdien
komt er in elk gezin uit onze familie één kind voor met rood haar, een
blanke huid en lichte ogen - de rest is donker. In mijn familie ben ik
dat: vandaar dus die blauwe ogen.' O
Van 1832-1845 woonde Von Siebold aan het Rapenburg 19 in Leiden. Hij richtte zijn huis in als
een museum en wie wilde, was vanaf 1837 welkom om de indrukwekkende verzameling Ja
panse curiosa in zijn 'Japansch Museum' te komen bewonderen. Die bestond uit een duizeling
wekkende hoeveelheid planten- en dierensoorten, fossielen, prenten, kaarten, boeken, Japans
papier, lakwerk, keramiek, textiel, huisraad en allerhande gebruiksvoorwerpen en objecten
die hij gedurende zijn verblijf in Japan had verzameld. Siebolds bijzondere collectie trok de
belangstelling van wetenschappers van heinde en verre, en zelfs Koning Willem I en de Rus
sische kroonprins tsarevitsj Alexander kwamen een kijkje nemen. Zijn verzameling etnografica
zou de basis vormen van wat later zou uitgroeien tot het Rijksmuseum voor Volkenkunde.
Nadat Von Siebold zijn collectie in 1838 voor fl. 60.000 had verkocht aan de Nederlandse staat,
raakte die verspreid over Leiden: delen ervan bevinden zich vandaag de dag in het Museum
voor Volkenkunde, Naturalis, het Nationaal Herbarium, de Leidse Universiteitsbibliotheek en
de Hortus Botanicus.
In het SieboldHuis komen voorwerpen uit de ontstane deelcollecties ruim anderhalve eeuw
later in bruikleen voor héél even weer samen in hetzelfde pand aan het Rapenburg waar het
ooit allemaal begon. Dwalend door de achttiende-eeuwse kamers met hoge plafonds, kra
kende houten vloeren en overvolle vitrinekasten en laden vol kaarten en prenten, krijg je als
bezoeker een impressie van Von Siebolds leven en werk, en zijn onstuitbare verzamelwoede.
Het SieboldHuis, Rapenburg 19 in Leiden.
Voor meer info kijk op www.sieboldhuis.org of bel 071 - 512 55 39.
december 2010 17
Moesson #6 december 2010.indd 17
24-11-10 18:5