Parel van peranakan erfgoed
Tjong A Fie's woonhuis in Medan
O indonesië
És
'Het huis sprak tot mij en vroeg om aandacht.' Zo verklaart
Fon Prawira, jongste kleinzoon van de succesvolle Chinese
zakenman en filantroop Tjong A Fie (1860-1921), zijn recente
inspanningen om het karakteristieke woonhuis van zijn
grootvader aan de Ahmad Yanistraat in Medan op te
knappen. Met de openstelling van het gebouw voor publiek
heeft de stad er een culturele trekpleister van formaat bij.
TEKST MARIJE PLOMP FOTO'S MARIJE PLOMP/KITLV
Handel en wandel
Tjong A Fie werd in 1860 in Guangdong in
Zuid-China geboren. Net twintig jaar oud
was hij, toen hij naar Noord-Sumatra vertrok
om er zijn geluk te beproeven in de handel.
Samen met zijn broer slaagde hij er in om
binnen zeer korte tijd een bloeiend imperium
op te bouwen. De twee richtten zich voorna
melijk op opium, onroerend goed, plantages
en de geldhandel. Het was dankzij Tjong A
Fie's grote maatschappelijke betrokkenheid
en zijn vermogen banden aan te gaan met
personen uit alle lagen van de koloniale
samenleving, dat hij in 1911 tot Majoor der
Chinezen werd benoemd.
In Medan, maar ook in Amsterdam, zijn nog
sporen te vinden van de twee broers. Het
klokkentorentje van het gemeentehuis van
Medan uit 1908 was een geschenk van Tjong
A Fie aan de stad, en de Tjong Yong-Hianbrug
werd gebouwd met geld van Tjongs broer.
Op een kleine gedenksteen in één van de
muren van het Koninklijk Instituut voor de
Tropen in Amsterdam is de naam van Tjong
A Fie eveneens te vinden; hij was één van de
belangrijkste sponsoren van de bouw van het
Instituut.
22 Moesson
Het huis van Tjong A Fie
Een hekwerk onttrekt de voorgevel van het
huis in Medan grotendeels aan het zicht van
de passanten op de drukke winkelstraat. Een
dubbele deur in de muur, geflankeerd door
twee Chinese leeuwen in steen, geeft toe
gang tot de voortuin. Vanaf hier valt direct
het prachtige Chinese dak op. De daklijsten
zijn met draken en feniksen in kleurrijk
mozaïek versierd. Aan beide zijden van het
centrale woongedeelte is een galerij waar
de bijgebouwen op uitkomen: de keuken, de
voorraadkamers en de woonvertrekken van
de bediendes. De zijmuren en de galerijen
op de eerste verdieping zijn versierd met
gedetailleerde, veelkleurige schilderingen
in Chinese stijl; de frisse kleuren hebben
honderd jaar weer en wind verrassend goed
doorstaan. Beneden in de galerij staan Tjongs
piano en fiets. Foto's van Tjong en zijn familie
sieren de wanden, en persoonlijke bezittin
gen liggen op de tafels. In zijn slaapkamer
hangt zijn Chinese hemd en schoenen, klaar
om aangetrokken te worden. Het is alsof de
Majoor ieder moment kan binnenstappen.
Mengcultuur
In de vertrekken zijn verschillende decora
tieve stijlen te vinden. Dit maakt het huis
zo bijzonder in vergelijking met andere
voorbeelden van peranakan architectuur
in, bijvoorbeeld, Singapore en Malakka.
Het samenspel van Chinese en Indonesi
sche elementen in het huis houdt verband
met de gemengde afkomst van Tjongs
nakomelingen. Met een Chinese vader en
een Indonesische moeder zijn zij immers
gemengd Chinees-Indonesisch of peranakan.
Moesson #6 december 2010.indd 22
24-11-10 19:00