stoel en een kledingkast. Alles van duurzaam djatihout. De tegels kregen een schrobbeurt en we klopten buiten de matrassen uit. We verzamelden lakens, spreien en slopen. Die gingen naar de toekang tjoetjie, de wasba- zen aan het Tjiliwoeng-kanaal. Ze kwamen spierwit en gesteven terug. Een andere taak bestond uit het klaarleggen van ingrediën ten voor de boemboe's, de kruidenmengsels voor de gerechten. Ik leerde al vroeg wat en in welke hoeveelheden er nodig was. Zestien kemirinoten voor dit... drie salamblaadjes voor dat. Het oelekken - daar was een krach tige hand voor nodig - liet ik aan Ina, onze kok, over. Zij plette en wreef de bestanddelen tot een geurig mengsel. Ik vond het knus om naar haar te kijken en met haar te babbelen als ze zo bezig was. Haar man werkte bij de bioscoop in het Decapark. Via zijn vrijkaartjes maakte ik kennis met het witte doek waarop Johnny Weismuller schitterde. Als vertolker van Tarzan bewoog hij zich van liaan naar liaan. Veel jongens probeerden zijn kreet te evenaren. In de tuin van het pension stond een toeri- boom met vleesachtige, witte bloemen die het goed deden in groentegerechten. Het was sowieso een tijd waarin nog allerlei bladeren en bloesems gebruikt werden in maaltijden. Ze zaten boordevol vitaminen en veelal bestreden ze kwaaltjes. Zo stond daoen singkong, het jonge blad van de cas save, bekend als bestrijder van reumatische aandoeningen. Vlakbij de toeriboom stond de tuindeur die 'naar achter' leidde. Als ik hem opende, bevond ik me van het ene op het andere mo ment in de stadskampong die doorliep naar Gang Kelintjing, het Konijnenstraatje. Stenen en halfstenen huizen waar mijn vrienden club woonde en mijn lievelingsnicht Mien. Het waren kinderen uit Indische, Molukse, Chinese en Indonesische families. Ik kende ze voornamelijk via school. Op een braakliggend terrein speelden we kasti of we oefenden met onze katapult. Een buurjongen vervaardigde de vork en het elastiek kwam van een binnenband van een rijwiel. Streng verboden om op elkaar te schieten, zelfs dreigen door iemand voor de grap in je schootsveld te nemen, was uit den boze. Mijn moeder en Onkel waren geen voorstanders van dergelijk 'speelgoed', zodat het bij Mien thuis een plekje kreeg. In de wijk Menteng, enkele kilometers bij ons vandaan, lagen kolossale villa's met uitge- 30 Moesson l\/lnoccnn Honomhar OHIO inrlrl strekte kebons. Vaak ommuurd met aan de bovenzijde ingemetselde glasscherven. In Indië waren er doorlopend vruchten voor handen. Kedongdong, manggistan, ramboe- tan. We organiseerden bliksemacties om die lekkernijen te bemachtigen. Met een paar fietsen, ikzelf gontjengend op een bagage drager, togen we naar een vooraf verkende plek. Een van ons egaliseerde met een steen zoveel mogelijk de glasscherven. Onderwijl lelde een groepje met stokken de vruchten naar beneden. Lagen de bomen verder weg, 24-11-10 1900

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2010 | | pagina 30