dan volgden er salvo's met onze katapult. De
lenigste gooide een stapel jutezakken over
het verpulverde glas en klom razendsnel over
de muur... en weer terug. Het kattenkwaad
vond meestal plaats tussen twee en vier
uur, wanneer half Batavia op een oor lag,
inclusief mijn ma. Zij dacht dat ik ook een
tukje deed. Het huispersoneel daarentegen
wist waar ik uithing en was betrokken; een
van de vrouwen hing ruim voor vieren mijn
handdoek over de badkamerdeur. Ik maakte
na zo'n avontuur extra veel geluid met de
waterschep, waarna ik mijn buit verdeelde
met mijn 'beschermers'.
Meneer Vane kwam met zijn Rolleiflex ook
regelmatig in de stadskampong. Zijn recht
hoekige tweelens-toestel bezat aan de rech
terkant een handel waarmee hij de film door
draaide. De zoeker zat aan de bovenzijde. In
het begin volgde ik nog elke beweging, maar
ik raakte zo gewend aan meneer Vane en zijn
camera, dat ik al snel mijn schroom verloor.
Hetzelfde gold voor alle bewoners van het
pension en mijn vriendenschare 'achter'.
Zo brachten we wel eens met een heel gezel
schap een bezoekje aan het verkoeling bren
gende, nabijgelegen, Wilhelminapark. Daar
bevond zich het Atjeh-monument. Op een
hoge sokkel stond een reusachtige engel met
in een hand een lauwerkrans en in de andere
een soort staf. Onderaan het gedenkteken
lagen vier leeuwen, in alle windrichtingen. Ik
maakte me met twee vriendinnen los uit de
groep en beklom het monument. Niemand
riep ons terug, en meneer Vane drukte af.
l\/lnoccnn Horomhor QH1H inrlrl
december 2010 31
iQ-nn