iew 0 O '°d VI Fred de la alive an Leer wordt mooier door het te gebruiken. Het leeft en ontwikkelt zich door de jaren heen - dat is het uitgangspunt van schoenontwer per Fred de la Bretoniere. Eigenlijk is het met Fred zelf net zo gegaan: in 1970 opende hij een eenmansatelier in een kelder aan de Sint Luciensteeg in het centrum van Amsterdam, waar hij zijn handgemaakte leren tassen, sandalen en maatklompen (het leer spijkerde hij ter plekke voor zijn klanten op de houten zool) verkocht. Die waren vanaf dag één een hit. Vier decennia later, staat hij aan het hoofd van een internationaal concern met 150 werknemers en is zijn naam een begrip in binnen- en buitenland. Moesson sprak Fred over het schoenenvak, zijn liefde voor robuuste eenvoud én zijn Indische jeugdher inneringen. Dit jaar vier je je 40-jarig jubileum, wat waren voor jou de hoogtepunten? 'Wat waren de hoogtepunten... tjee, ja, nou ja - daar begin ik spontaan van te stokken! Nou, ik ben dus in 1970 begonnen, en tot 1980 maakte ik al mijn tassen, riemen en schoenen met de hand vanuit mijn atelier aan de St. Luciensteeg in Amsterdam. Ik deed alles zelf: van de inkoop en productie, tot de verkoop, het inpakken en de levering. Dat was een geweldige tijd! Ander hoog tepunt voor mij was toen vijf jaar geleden mijn bedrijf weer helemaal van mij werd [in 1981 stond Fred's bedrijf aan de rand van de afgrond en maakte hij een doorstart met een zakenpartner, red.]. Ik kocht mijn compagnon uit omdat ik een nieuwe weg wilde inslaan waren overweldigend: iedereen vond het helemaal te gek. Dus mijn leren kleding gaat er in productie.' en weer spannende dingen wilde mak waaronder de Shabbies. En momenteel gaa het me voor de wind, dus nu is ook een heel o O leuke tijd.' Ter gelegenheid van je jubileum maakte je ee uitstapje naar leren kleding. Hoe is dat idee ontstaan? O. 'Dat idee is eigenlijk al heel o atelier sneed ik eind stuk leer ooit een schort, of eerd apron, voor mezelf om in te werken. Maar ik was een beetje lui, dus ik sneed de bovenkant recht af en liet de onderkant gerafeld, zoals het leer was. Ik had ook geen zin om leren banden te gaan snijden en die er netjes op te gaan stikken, dat vond ik teveel gedoe. Dus ik dacht: weetjewat ik neem gewoon een riem die ik al heb liggen, en stik die eraan vast. Uiteindelijk werd het een soort van akela- rok, met de naden naar buiten, een gulp en zakken. Zo droeg ik die in de jaren tachtig, een beetje a la Eric de Noorman, uit die strip. Het leek me leuk om in diezelfde stijl ook kle ding te gaan maken, maar daar is het nooit van gekomen. Het idee is wel altijd in mijn hoofd blijven hangen. Mijn 40-jarig jubileum vond ik een mooie gelegenheid om behalve een groot feest, ook eens een modeshow te geven om mijn schoenen en tassen te tonen, en daarbij iets met kleding te doen. Samen met mijn vierkoppige ontwerpteam ben ik aan de slag gegaan, en op basis van het idee van die rok hebben we een sample collectie ontworpen van mooie, goed op het lijf gesne den kledingstukken. De reacties op de show ar komt jouw liefde voor schoenen en tas sen vandaan— of is het e£rder liefde vooüeer? °n °ap zou het liefde voor materialen willen ar ben ik eigenlijk min of meer per toeval ingerold. Van huis uit ben ik jaren zeventig uit een Oo^jTistenaar [voor Fred op zijn 29ste schoe- 14. -r14. _en ging ontwerpen, was hij kunstschilder, red.]. Ik heb met verschillende materialen gewerkt, en kwam erachter dat werken met leer eigenlijk wel heel makkelijk is. Je kunt het perfect snijden met een stanleymes, en dan hoef je er niet zoveel meer mee. Ik ben een echte liefhebber van plantaardig gelooid leer - dat krijgt door het gebruik een mooi patina, de kleur verschiet een beetje en het gaat leven. Dat vind ik mooi. Maar dat heb ik bijvoorbeeld ook met hout. Dat is een beetje het idee achter mijn collecties: door het ge bruik, gaat het materiaal leven. En hoe langer een item bij je is, hoe meer "ziel" het krijgt. Zoals denim jeans: die worden ook mooier door het dragen.' Wat maakt jouw vak uitdagend? 'Het is een heel moeilijk vak om in aan de bak te komen, dat weet ik wel. Van alle ontwerpers die het proberen, is er maar een heel klein percentage dat succes heeft. Ook voor mij is het een lange weg geweest, mede omdat ik eigenlijk te weinig handelsgeest heb. En ik doe te moeilijk: ik stel eisen aan mijn spullenenwildat zedejuistekwaliteit december 2010 41 Moesson #6 december 2010.indd 41 24-11-10 19:01

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2010 | | pagina 41