Pension Haverkamp De foto's stemmen vrolijk. Opvallend zijn haar stralende lach en levenslust die de kijker ongetwijfeld zullen treffen. Elly Maagdenberg, op een paar maan den na negentig jaar, bezit een arsenaal aan verhalen die in combinatie met de beelden een inkijk in haar en het Indi- v sche leven in de jaren dertig geven. f Elly's moeder begon in 1931 Pension Haverkamp aan de Schoolweg Noord nummer 22 in Batavia. Een van de vaste gasten, de heer Vane, een gepensioneerd ambtenaar van de posterijen, legde Elly Maagdenberg en de overige bewoners tientallen keren op de gevoelige plaat vast. De sfeer is vrijwel altijd speels en informeel. In drie afleveringen vertelt Elly in Moesson over haar jeugdjaren in Pension Haverkamp. Pension DOOR TJAAL AECKERLIN FOTOGRAFIE PRIVÉCOLLECTIE ELLY MAAGDENBERG Pension Haverkamp gaf geborgenheid op een paar vierkante meter. De gasten bezaten een ratjetoe aan achtergronden: Indo's, Indonesiërs en enkele totoks. Van kantoorjuf frouw tot student, van handelaar tot militair. Aangezien ik ze dagelijks tegenkwam en ze voor langere tijd in het kosthuis verbleven, werden al die vertrouwde gezichten een beetje 'familie'. We letten, op een goede manier, op elkaar. Het betekende dat de bewoners zich ook voor mijn wel en wee verantwoordelijk r voelden. Zo hielp Jo, de onderwijzeres, mij op geduldige wijze bij mijn rekenwerk. Tilly, de gangmaakster aan de eettafel, begeleidde mij naar mijn Eerste Heilige Communie in de kathedraal met de gietijzeren torenspitsen. En wanneer pensiongasten er een dagje op uit trokken, klonk het: 'Elly... wil je mee?' Mijn moeder waakte over de sfeer. Niemand kreeg een voorkeursbehandeling. Ze deed niet aan vaste zitplekken tijdens de maaltij den en ze verwende haar kostgangers door ze om beurten hun lievelingsgerechten aan te bieden. De douaneambtenaar had bijvoor beeld als tussendoortje graag boeboer ketan item, zwarte kleefrijst met stroperige goela djawa. Met sambel goreng oedang peté, als hoofdschotel in de avonduren, maakte je hem meer dan blij. Het huispersoneel behoorde voor mij even zeer tot de familie. De vrouwen zouden ons lang, tot ver in de oorlogsjaren, trouw blijven. Soms zag ik ze druk in de weer met het uitkloppen van de matrassen of het uitzet- 28 Moesson Moesson #7 januari 2011 def.indd 28 17-12-10 15:35

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2011 | | pagina 28