'De regering zou door de motie Van Heemskerck gehouden zijn om een Indisch herinneringscen trum tot stand te brengen... Eerdere initiatieven Motie-Van Heemskerck zoek naar de motie Van Heemskerck DOOR FRIDUS STEIJLEN ILLUSTRATIE MELROY BISEL 16 augustus, de dag na de 65ste herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog in Azië, werd in Arnhem de tentoonstelling Het verhaal van Indië geopend. De tentoon stelling is een gezamenlijk product van Museum Bronbeek en het Indisch Herin neringscentrum Bronbeek (IHCB). Het was een genoeglijke bijeenkomst in een volle Kumpulan Bronbeek. Een reeks sprekers prees de verschillende partijen die betrok ken waren bij de totstandkoming van de tentoonstelling en het IHCB dat zich met deze coproductie definitief aan de buiten wereld presenteerde. Er was veel lof voor (voormalig) staatssecre taris Jet Bussemaker. Het was inderdaad Jet Bussemaker die als staatssecretaris politiek verantwoordelijk was voor de oprichting van het IHCB. Haar voorgangster, staatssecre taris Clémence Ross-van Dorp, en daarvoor minister Els Borst, hadden zich sinds 1995 echter ook hard gemaakt om een Indisch herinneringscentrum tot stand te brengen. Minister Borst had het eerste initiatief van harte gesteund en toen dit voortijdig strand de, stond zij pal voor een tweede poging. In 2001 opende zij het tweede initiatief: Het Indisch Huis aan de Javastraat in Den Haag. Het was staatssecretaris Ross-van Dorp die de politieke deur openhield voor een hernieuwd, derde initiatief nadat Het Indisch Huis failliet was gegaan. Jet Bussemaker, die zich mede vanuit haar familiegeschiedenis met de oorlog in Indië verbonden voelde, mocht dat werk afmaken, maar zonder haar voorgangsters was er weinig te vieren geweest. Hoewel het de gelegenheid bij uitstek was om dat contemporaine stukje Indische geschiedenis in Nederland kort te memo reren, zeker omdat nu is uitgevoerd wat in 1995 werd bedacht, werd tijdens de opening niet gerefereerd aan de eerdere initiatieven. Alleen Wouter Muller, die ook tijdens de ope ning van Het Indisch Huis aan de Javastraat optrad, verwees tijdens zijn introductie naar de eerdere initiatieven. Erry Stoové, voorzit ter van het bestuur van het huidige Indisch Herinneringscentrum, positioneerde het IHCB als het vierde herinneringscentrum in Nederland: naast Vught, Westerbork en Amersfoort. Nederland heeft nu eindelijk ook een herinneringsplaats voor Indische Nederlanders. De positionering van het IHCB als vierde herinneringscentrum zonder de voorgangers te noemen, is intrigerend. Vooral omdat juist de vergelijking met de andere herinnering centra aanleiding was voor 'de politiek' om in 1995 over de wenselijkheid van een Indisch herinneringscentrum te beginnen. Degene die daar in 1995 aandacht voor vroeg, was Sari van Heemskerck Pillis-Duvekot, toen Tweede Kamerlid voor de VVD. In meerdere publicaties is haar naam ver bonden aan de twee eerdere initiatieven. Vaak wordt verwezen naar een kamerbreed gesteunde 'motie-Van Heemskerck' die op 23 december 1996 zou zijn aangenomen. De regering zou dankzij die motie gehouden zijn om een Indisch herinneringscentrum tot stand te brengen. Sari van Heemskerck speelde in 2000 zelfs een rol als 'informa teur' voor een nieuw bestuur, nadat het eerste Indische Herinneringscentrum was januari 2011 35 Moesson #7 januari 2011 def.indd 35 17-12-10 15:36

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2011 | | pagina 35