„Pikant detail is echter dat de motie-Van Heemskerck niet bestaat.' O reportage gestrand. Volgens de pers was dat logisch, omdat haar motie ten grondslag lag aan het Indisch Herinneringscentrum. Ook werd Van Heemskerck vanwege haar motie in wetenschappelijke studies geprezen. Pikant detail is echter dat de motie-Van Heemskerck niet bestaat. Althans: de motie is nergens in archieven te vinden en geen van de betrok kenen of mensen die erover hebben bericht, konden de motie desgevraagd tevoorschijn halen. Sterker nog: op de datum waarop de motie zou zijn aangenomen, was de Tweede Kamer met reces. De beslissing om een Indisch herinnerings centrum te faciliteren was een jaar eerder, eind 1995, genomen. Tijdens de behandeling van de begroting van VWS voor 1996 vroeg VVD-Kamerlid Essers, terugblikkend op het jubileumjaar 1995 (50 jaar na de oorlog), extra aandacht voor de oorlog in Indië. Zij stelde de minister voor 'te onderzoeken of er een soort herdenkingsruimte ten aanzien van de Japanse kampen kan komen, bijvoorbeeld toegevoegd aan Bronbeek. Dit hoeft geen compleet museum te zijn, maar wel een plek waar een beeld kan worden gegeven van wat er zich in die kampen heeft afgespeeld en waar mensen bijvoorbeeld voorwerpen uit die tijd naartoe kunnen brengen.' Een dag later antwoordde minister Borst dat zij de suggestie van mevrouw Es sers graag meenam in haar 'herbezinning op de positie van de huidige oorlogs- en verzets musea en herinneringscentra in Nederland.' In de loop van 1996 meldde de minister dat overleg werd gevoerd over de inrichting van de 'herdenkingsruimte'. Er was dus geen enkele reden om een motie in te dienen. Dat de suggestie was gedaan door mevrouw Essers betekent overigens niet dat het idee niet van Sari van Heems kerck kwam. Bij begrotingsbehandelingen is er per fractie altijd één woordvoerder die alle opmerkingen van fractiegenoten meeneemt. In 1995 was dat mevrouw Essers. Als er een motie ingediend was, had die ook haar naam gedragen, maar dat terzijde. De suggestie die in de Tweede Kamer werd gedaan, was wel degelijk van Sari van Heemskerck. Zij mikte in eerste instantie op een herinneringscen trum a la Westerbork. Later raakte ze ervan overtuigd dat het meer moest zijn, een plek waar je mensen kon ontmoeten, waar het naar koffie rook. Iets in de sfeer van wat Het Indisch Huis aan de Javastraat was. Wording van een motie De 'motie Sari van Heemskerck' ontstond ergens op de burelen van het eerste Indisch Herinneringscentrum. In correspondentie van 23 juli 1997 tussen het ministerie van VWS en de projectleider van het Indisch Herinneringscentrum werd de rol van Van Heemskerck in de totstandkoming be nadrukt. Daarbij werd Van Heemskercks inbreng naar 1996 verschoven. Anderhalf jaar later dook de motie, dit keer met de datum 23 december, op in een interne notitie ter voorbereiding van de opening van het cen trum. Naar de buitenwereld communiceerde het Indisch Herinneringscentrum de motie in een persbericht en persconferentie op 20 mei 1999 over de plannen van het Herinnerings centrum. Het persbericht werd op de website van het ministerie van VWS geplaatst en de gegevens van de motie werden overgeno men door meerdere kranten. De motie kreeg 'ministeriële erkenning' toen minister Borst in een voorwoord in de eerste nieuwsbrief van het Indisch Herin neringscentrum de motie een prominente rol toebedeelde: 'Het is alweer enkele jaren geleden - om precies te zijn eind 1996 - dat de Tweede Kamer de motie van mevrouw Van Heemskerck Pillis-Duvekot aanvaardde om te komen tot het stichten van een Indisch Herinneringscentrum ten behoeve van de Indische gemeenschap. Ik heb met vreugde ingestemd met dit initiatief'. Het bijzondere aan deze ministeriële erkenning was dat het minister Borst zelf was geweest die, door haar enthousiaste reactie op de inbreng van mevrouw Essers, een motie onnodig maakte. Korte tijd later, in april 2000, leidden meningsverschillen binnen het Indisch Herinneringscentrum tot het terugtreden van bestuursleden en negatieve publici teit. Conflicten tussen direct betrokkenen frustreerden de verdere ontwikkeling van het centrum. Het ministerie van VWS trok haar steun aan het Indisch Herinneringscentrum terug en zocht naar wegen om een door start te maken. Zoals gezegd werd Sari van Heemskerck de informateur voor het nieuwe bestuur. In 2001 werd, na een vliegende start, het Indisch Huis aan de Javastraat geopend. Een sociëteit met de geur van koffie, waar meer gebeurde dan alleen herdenken en herinneren. Een fout financieel beleid en een directeur die teveel aan eigen projecten uitgaf, veroorzaakten het faillissement van het Huis in het voorjaar van 2006. Ampel beraad leidde ertoe dat het ministerie van VWS bereid was een derde poging te steunen. Vanuit de Indische gemeenschap werd tijdens de discussie een paar keer opge merkt dat de regering niet anders kon omdat er een motie van Sari van Heemskerck lag die kamerbreed was gesteund. Toch uitgevoerd De geschiedenis heeft een rare wending genomen: het Indisch Herinneringscentrum is alsnog op Bronbeek gevestigd, zoals ook in de Tweede Kamer was gesuggereerd. Boven dien is aan het einde van de tentoonstelling Het verhaal van Indië een muur opgenomen met nissen waar mensen 'voorwerpen uit die tijd' kunnen achterlaten, zoals mevrouw Essers in 1995 namens Sari van Heemskerck verwoordde. Aan deze bijzondere voorge schiedenis had op de 16de augustus best even aandacht geschonken mogen worden. Er is vermoedelijk nog nooit eerder een niet- bestaande motie geweest die vijftien jaar later werd uitgevoerd. O Met dank aan Mariëtte van Selm voor de speurtocht naar de motie. Een langere versie van dit artikel is opvraagbaar bij de auteur: steijlen@kitlv.nl Moesson #7 januari 2011 def.indd 36 17-12-10 15:36

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2011 | | pagina 36