hT:
O de voorgalerij boeken cd's dvd's sites nieuwtjes
Ranomi wereldkampioen
Oorlog in Atjeh
Oproep
oermoeders
...rode mieren en de gesel van de cholera
In Moesson van juli 2008 vertelde zwemtalent Ra
nomi Kromowidjojo dat haar grootste wens was om
te winnen op een individueel nummer. Niet makkelijk,
als er alleen al in Nederland zoveel concurrentie is. In
2010 was Ranomi (Groningse moeder, Javaanse vader
uit Suriname) bovendien een 7 weken uitgeschakeld
door ziekte. Maar direct na
haar terugkeer maakte zij
haar belofte definitief waar
zowel Europees- als wereld
kampioen kortebaan te wor
den op de 50 meter en 100
meter vrije slag. Hoe ging dat
liedje van de Blue Diamonds
ook alweer? 'Ranomi, we'll
meet beside the waterfall'?
Oorlog in Atjeh
Het journaal van luitenant
ter-zee Henricus Nijgh,
1873-1874
Bezorgd door Herman Stapelkamp
Walburg Pers: 192 pagina's (gebonden)
ISBN 9789057306945
Prijs: 27,50
Oorlog in Atjeh
Henricus Nijgh, 1873-1874
Afgelopen december verbleef Reggie
Baay op uitnodiging in Indonesië
voor het geven van lezingen, inter
views en het signeren van de Indone
sische vertaling van zijn boek De njai.
Op verzoek van een Indonesische
uitgever en speciaal voor de lezers
in Indonesië gaat Baay nu een boek
schrijven waarin de levensverhalen
van de njai centraal staan. Voor dit
project is Reggie nog op zoek naar
enkele levensverhalen van de Indische
'oermoeder'. Kent u de geschiedenis
(eventueel in grote lijnen) van uw Indonesische
voormoeder en wilt u meewerken aan dit bijzonde
re project? Neem dan contact op met Reggie Baay:
info@reggiebaay.nl
i
CABEITO5? P'QR.TB.iUTJ
j>E T Z &P° P A VA PaTAVIA.
Het beeld van de Atjeh-oorlog is de wrede
guerrillastrijd in de jungle. Maar het conflict
had ook een maritieme kant.
Het verzet werd gefinancierd door de in
heemse (peper)handel en dus ging Neder
land 'op de geldkist zitten', zoals Van Heutsz
later zei. De kleine Nederlandse zeemacht
kreeg de taak om de haventjes langs de
uitgestrekte kust te blokkeren. Ook moest
zij steun geven bij landingen en 'wederspan-
nige' kampongs 'tuchtigen', dat wil zeggen
in brand schieten vanuit zee.
De luitenant-ter-zee Henricus Nijgh diende
in 1873-74 in de Straat van Malakka, in de tijd
van de tweede expeditie tegen Atjeh. Zijn
dagboek - een uniek ooggetuigenverslag
- is door Herman Stapelkamp bewerkt en
geannoteerd uitgegeven. Nijgh beschrijft
de saaie, maar niet ongevaarlijke blok-
kadedienst, 's nachts onder de kust bij de
monding van kreken en rivieren; de beroerde
kwaliteit van veel schepen 'vergeven van
kakkerlakken, schorpioenen, duizendpoten
en rode mieren'; de gebrekkige 'zamen-
werking' tussen leger en marine; de pittige
tegenstand die de Atjehers boden tegen de
tweede invasie in december 1873; de slechte
bevoorrading: kruit dat onbruikbaar was
'omdat de vaten door de witte mieren erg
hadden geleden' en de gesel van de cholera,
waardoor veel schepen de gele wimpel
(quarantaine!) moesten voeren. De nuchtere
beschrijving van het maritieme krijgsbedrijf-
van-alledag is erg interessant. Nijgh zeurt
niet en hij klaagt niet. Gelukkig is er geen
spoor van de gezwollen heroïek die in die
dagen gewoon was. Het is een belangrijke
primaire bron. Stapelkamp verzorgde ook
een uitstekende inleiding. Het biografische
tussenstuk over Nijgh moeten we maar voor
lief nemen. Zoals gezegd, het dagboek geeft
een informatief kijkje in de keuken van een
koloniale oorlogsbodem van circa 140 jaar
geleden. (fred lanzing)
12 Moesson
Moesson #8 februari 2011.indd 12