f Henri van Wemeskerken Tempo Doeloe Sophie met haar zoons aan tafel Henri, gekleed in wit tropenpak met scherpe vouwen in de broek, zit aan de tafel waar zo juist de thee is geserveerd. De theepot onder de theemuts, de zilveren suikerpot ernaast en de kopjes omgekeerd op hun schoteltje. De theetafel is gedekt met een gesteven opengewerkt tafelkleed. Henri heeft een boek in handen, maar kijkt naar zijn vrouw, Frida Haye (1888-1970), die met hun doch tertje Fridy op schoot aan de andere kant van de tafel zit. Frida is net zo smetteloos gekleed als haar man, in Europese kleding. Maar in kousen en schoenen had ze geen zin: ze draagt sloffen aan haar blote voeten. Het gezin zit in de schaduw van een boom. Kleine vlekjes zonlicht komen tussen de bla deren door. Dochter Fridy (1915-2009) is zo te zien een jaar of twee, drie. Haar lachende gezichtje is onscherp omdat ze niet zo lang stil kon zitten voor de fotograaf. Tussen Henri en Frida zit, op de grond, de baboe in sarong en kabaja. Op de achtergrond, bij de wit gekalkte tuinmuur, staat een bediende in wit pak, stram in de houding. Het koloni ale leven in Nederlands Indië, gevangen in een beeld. Journalistiek Henri van Wermeskerken (1882-1937), schrij ver en journalist, werd geboren in Kralingen bij Rotterdam en bracht zijn jeugd door in Krommenie en in het Gooi. Zijn moeder was de schrijfster Sophie van Wermeskerken-Ju- nius, die het pseudoniem Johanna van Wou- de gebruikte. Henri ging land- en tuinbouw studeren, eerst in Naarden en later onder meer in Engeland. Maar de journalistiek trok hem meer dan de land- en tuinbouw en van uit Engeland begon hij stukjes te schrijven voor het Haarlemsch Dagblad.Ze vielen in de smaak bij de redactie van de NRC, die hem als correspondent uitzond naar verschillende landen in Zuid-Europa. In 1906 versloeg hij de Olympische Spelen in Griekenland, waar hij zijn eerste echtgenote Maria Pappado- poulos ontmoette. Het huwelijk met Maria hield geen stand en in 1913 hertrouwde Henri met FridaHaye. Met haar vertrok hij naar Batavia, waar hij correspondent werd voor de Telegraaf en voor het Soerabajasch Dagblad. Hier werd in 1915 hun dochtertje Elfrida, Fridy genoemd, geboren. Zij zou enig kind blijven. Het gezin bleef vier jaar in Indië. 'het schoone in onze taal' 'Ik dank al mijn geluk in werk en leven aan mijn moeder, aan de manier waarop zij mij het leven heeft leeren zien en van de prilste jeugd reeds het gevoel voor het schoone in onze taal, in het leven en in de natuur tot mij bracht', zei Henri eens in een interview. 'Zij heeft ontzaggelijk veel en hard gewerkt, maar haar grootste geschenk was, dat zij mij heeft leeren werken en verder haar machtige liefde gegeven heeft voor onze prachtige Nederlandsche taal. Je taal is het heerlijkste bezit, dat je kan hebben, die is de weergave van het innigste in je ziel en naast muziek de hoogste vorm van menschelijke uiting.' Henri's moeder Sophie Junius, alias Johanna van Woude, heeft het succes van haar oudste zoon niet meegemaakt. Zij overleed in 1904 op 51-jarige leeftijd. Over de manier waarop Henri over haar sprak zou ze zeer tevreden zijn geweest, want zij wilde haar kinderen graag inspireren en liefde voor de letteren bijbrengen. Op een foto van haar met haar twee zoons, waarop ze samen een boek bekijken, heeft zij een smal strookje papier geplakt met daarop de tekst 'Zaaiende het zaad...'. Moesson #8 februari 2011.indd 29 februari 2011 29 27-01-11 13:08

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2011 | | pagina 29