De curriculum vitae van Paul Sebes interview O Paul Sebes (Dordrecht, 1965) is oprichter en directeur van Sebes Van Gelderen, het eerste en grootste literair agentschap van Nederland. Sebes vertegenwoordigt meer dan 250 Nederlandse schrijvers, geeft workshops, cursussen 'Literair Debuteren' en gastcolleges aan de universiteit van Amsterdam. Zelf schrijven doet hij ook: columns en opiniërende artikelen en in 2008 verscheen een spraakmakend boek: Bestseller, met tips en belevenissen van een literair agent. Opleiding Titus Brandsmacollege, Dordrecht (1976-1983) Nederlands, universiteit Leiden (1983-1986) Doctoraal niet-westerse sociologie, universiteit Leiden (1985-1991) Werkervaring Assistent uitgever en hoofd pr, uitgeverij Prometheus/Bert Bakker, 1991-1998 Directeur-eigenaar Sebes Van Gelderen Literair Agentschap, 1998-heden maand de BNG-prijs heeft gewonnen, is mijn ontdek king. Gustaafs werk wordt bevolkt door mensen met verschillende culturele achtergronden. Verder hebben we niet zoveel Indisch. Alleen Kristine. Misschien krijg ik wel een heleboel toegestuurd na dit interview.' Pas maar op. 'Kun je er dan bij zetten dat inzendingen volgens de instructies op de website moeten gebeuren? Mensen mogen wel insturen. Natuurlijk. Daar leven we deels van. En af en toe zit er iets heel goed tussen. Bijna nooit, hoor.' Wat is er mis met de meeste manuscripten? 'Alles. Slecht idee. Slecht uitgewerkt. Slordig geschre ven. Wij kunnen onze naam niet verbinden aan iets wat niet goed is. Dus doen we dat niet. Als uitgevers een voorstel van ons krijgen, moeten ze ervan uit kunnen gaan dat het dan ook altijd goed is. Jaarlijks krijgen we ongeveer 1.000 manuscripten binnen. 990 daarvan ver dwijnen in de prullenbak. Met 10 gaan we door, maar die zijn soms ook nog twijfelachtig.' Hoe gaje als fijnzinnige Indo om met al die afwijzingen? ...Niet fijnzinnig... Heb je tips? 'Zal ik er drie geven? De rest staat in mijn boek. Ten eerste moet een beginnend auteur oppassen voor zelf overschatting. Niemand denkt: ik kan leuk tekenen, laat ik het Stedelijk Museum 's bellen. Maar bij schrijven redeneert iemand al gauw: ik kan ook tikken, laat ik 's een uitgever bellen. Het is een laagdrempelige hobby, zullen we maar zeggen. En vergeet niet: er liggen ook hele slechte boeken in de boekhandel. Veel mensen denken dat hun verhaal bijzonder is, maar wij letten vooral op stijl en sfeer. Élk boek gaat uiteindelijk over liefde, dood, schuld, macht. Uiteindelijk zijn er maar een stuk of tien thema's en daar gaan alle boeken over, goede en slechte. Ten tweede moet een manuscript niet slordig zijn. Je moest 's weten wat voor typefouten of inconsequenties wij onder ogen krijgen. Als jij al niet de moeite neemt om netjes aan te leveren, waarom zouden wij dan de moeite moeten nemen om te gaan lezen? Ten derde moet een boek uit een innerlijke noodzaak voortkomen. Een verhaal zijn dat eruit móet. Authenticiteit en urgentie kun je aan een manuscript afzien. Daar hoef je niet literatuurderig over te doen - dat doen ook weer veel mensen - nee, je kunt niet anders dan dit verhaal nu op déze manier vertellen. Dat is wat een boek goed maakt.' Wil je nog de groetjes doen aan iemand? Aan nicht Ria natuurlijk. maart 2011 17 Moesson #9 maart 2011_pim.indd 17 24-02-11 16:19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2011 | | pagina 17