Pas na een tijd ga je inzien dat een lach er ook is om iets te verhullen' 'Elke ochtend maak ik om zeven uur een lange wandeling over het strand. Om half negen ben ik weer thuis en een half uur later begin ik dan helemaal ontspannen aan mijn werkdag', zegt Germaine Tournier (45). Ze woont ruim tien jaar op Bali. Samen met haar zus Nathalie (Titi) runt ze het label GMZ (spreek uit: Djemz), dat tassen, riemen en portemonnees in de collectie heeft. Het bedrijf heeft twee winkels in Amsterdam die worden gerund door Titi. Op Bali draagt Germaine zorg voor het ontwerp en heeft ze de leiding over de productielijn. Ook verzorgt ze voor andere bedrijven de verscheping van goederen naar Nederland. Na de kunstacademie ging ze in 1995 voor het eerst naar Jakarta. Daar werkte ze zes maanden in het restaurant van actrice Rima Melati. 'Ik wilde de taal leren, omdat ik echt met de bevolking wilde communiceren. Ik vond de mensen in Indonesië zo leuk. Zo anders dan in Nederland. Indonesiërs glimla chen veel. Ze komen heel dicht bij je, letterlijk en figuurlijk, er is geen afstandelijkheid. Pas na een tijd ga je inzien dat een lach er ook is om iets te verhullen. Wat ze zeggen is ook niet altijd wat ze echt bedoelen, er is veel beleefdheidspraat.' Na die eerste keer ging ze regelmatig terug naar Indonesië. Tien jaar geleden besloot ze er te blijven. In die tien jaar ontdekte ze 22 Moesson dat de Indonesiër niet bestaat. 'Javanen zijn totaal anders dan Balinezen of Sumatranen. Javanen hebben een rek, die laten het niet zo snel merken als ze beledigd zijn. Madoerezen zijn heel rechtstreeks. Ze praten ook harder. Als je met een Madoerees zaken doet, lijkt het net alsof je met een Nederlander aan tafel zit. Madoerezen worden door andere Indonesiërs als kasar beschouwd. Balinezen zijn echt van een andere planeet. Ze kunnen enorm in zichzelf gekeerd zijn. Ze zijn zo vol van hun eigen religie en soms lijkt het alsof ze alleen maar daarmee bezig zijn. Word eens wakker, denk ik dan. Ze zijn totaal op hun eigen groep gericht. De rest doet er eigenlijk niet zo veel toe.' 'Heel veel Javanen zeggen dat ze Balinees zijn, omdat toeristen het leuker vinden om geholpen te worden door een echte Balinees. Soms zie je wel gemengde huwelijken tus sen Balinezen en Javanen, maar over het algemeen blijven het gescheiden werelden. Dat komt door de verschillende religies. Die maken het lastig.' 'Je vraagt wat ik mis aan Nederland? Eigen lijk niets. Als ik in Nederland ben, wil ik al na een week alweer naar huis. De Nederlandse botheid ben ik niet meer gewend. Die kan overal ineens de kop opsteken: in de winkel, in de trein, in het verkeer. Als je in Nederland op de fiets maar één verkeerde beweging maakt, hoor je de fietser achter je meteen zuchten. Hier gaat dat anders. Hier dringt ie dereen zich heel zachtjes naar voren. Op een druk kruispunt is het echt millimeterwerk. Als je hier voor het eerst deelneemt aan het verkeer denk je dat het een ongeorganiseer de bende is, maar het is hier juist heel erg aan regels onderhevig. Als buitenstaander zie je dat niet. Iedereen rijdt hier wel heel erg in het moment. Het gaat om het hier en nu.' 'Die houding kom ik in mijn werk ook tegen. Als ik iets wil plannen vinden ze dat bizar. En waarom moet je een alternatief hebben voor als het fout gaat? Hier denken ze: dat zien we dan wel weer. De eerste jaren ergerde ik me eraan, maar op een gegeven moment zie je in dat ergeren geen zin heeft. Je wordt gewoon heel alert.' 'Ik ben hier niet gaan wonen omdat ik terug wilde naar mijn Indische wortels. Dat hele roots-gevoel heb ik hier niet. Balinees en Indisch heeft totaal niets met elkaar te maken. Ik ben echt niet specialer omdat ik Indisch ben, ik ben gewoon een westerling voor ze.' Moesson #9 maart 2011_pim.indd 22 24-02-11 16:19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2011 | | pagina 22