Irene Hekking 'Ik heb een enorme afkeer van het toeristische Bali waar het alleen maar om kopen en verkopen gaat' indonesië O u op, dan word ik oversp ruik ik liever om directe Twaalf jaar geleden ging Irene Hekking voor het eerst naar Indonesië. Haar dochter, die toen achttien was, stelde voor om te gaan. 'Ik ben toch ook een beetje Indisch, mam?' zei ze tegen haar moeder. Voor Irene zelf betekende haar Indische afkomst niet zoveel. Op haar vijftiende was ze naar Italië gegaan, waar ze nog dertig jaar zou blijven wonen. 'Ik had weinig met mijn Indisch-zijn gedaan, was te druk bezig met integreren in Italië.' Bij haar aankomst in Jakarta werd Irene over vallen door een diep gevoel van thuiskomen. 'In de oudere dames in sarong kabaja zag ik mijn moedertje en mijn oma terug. Alles viel op zijn plek. Ik zag in hoe lastig ik voor mijn ouders was geweest. Vroeger had ik alsmaar kritiek op hoe dingen in Nederland wel en niet moesten. Ik schaamde me bijvoorbeeld als ik nasi goreng in een blikje mee naar school kreeg. Altijd maar dat afzetten. En eenmaal in Indonesië begreep ik dat alles te maken had met cultuur. Dat raakte me diep.' Irene wilde meer weten over haar achter grond, las alles wat er over te lezen viel. 'Ik had me er altijd van afgeschermd, ook onder invloed van mijn ouders. Probeer maar zo gewoon Nederlands mogelijk te zijn, zei mijn moeder altijd.' Ze ging vaker op vakantie naar Indonesië. Daar ontstond het plan om ontwikkelings werk te doen, al waren er ook twijfels. 'Een stichting oprichten kost veel geld. Naar de notaris, je moet een bestuur hebben, sub sidieaanvragen schrijven, lobbyen, verant woorden. Hou op, dan word ik overspannen. Dat geld gebruik ik liever om directe hulp te bieden.' Ze moest iets anders bedenken om aan geld te komen. Op Bali ontmoette ze een Balinees die haar aanbood om een stuk grond van zijn familie te pachten. Sinds tien jaar heeft ze nu haar eigen homestay Irene in Jasri. De gasten die bij haar logeren komen veelal voor de au thentieke Balinese cultuur, de ceremonieën en de rust. Ook kunnen ze yoga- en meditatie retreats volgen. 'Ik heb een enorme afkeer van het toeristische Bali waar het alleen maar om kopen en verkopen gaat, daar wil ik me eigenlijk niet mee bezighouden, zo zit ik niet in elkaar.' Trots vertelt ze dat ze de eerste westerling in de omgeving was, een alleenstaande vrouw bovendien. 'Maar het bouwen is vlekkeloos gegaan, omdat ik altijd alleen met betrouw bare lokale Balinezen heb gewerkt. Nu staan er meer huizen van buitenlanders, maar toen was er helemaal niks, geen water, geen licht, alleen maar sawa. Ik ben begonnen om de mensen in de nabijgelegen desa met wat voedselpakketjes te helpen, de allerarmste gezinnen, het klinkt allemaal behoorlijk kneuterig.' Inmiddels woont ze een paar maanden per jaar op Bali. Haar homestay is een rustplek voor reizigers uit de hele wereld. Van het geld dat ze verdient met de verhuur gaat zoveel mogelijk naar een weeshuis voor doofstom me kinderen, waar ze een paar dagen per week activiteiten organiseert. Veel van haar gasten weten van het project en zorgen voor extra giften. Zo konden al alle badkamers en toiletten in het tehuis gerenoveerd worden en zijn er schone lakens en handdoeken voor alle kinderen. 'Iedere keer dat ik in het tehuis kom, breekt mijn hart. De twee dames die daar werken doen dat zo fantastisch. Het gaat allemaal op gevoel en liefde, heel anders dan de overgestructureerde jeugdzorg in Nederland.' Irene is nu 67 en reist en werkt nog heel wat af. 'Maar wie weet hoe lang ik dit nog kan doen? Stel dat ik pusing word als ik ouder ben, hoe moet het dan? En met de jongens die voor mij werken? Indonesië is geen land waar je ziek moet zijn.' Mensen die een huis op Bali hebben, klagen vaak dat het lastig is om met Balinezen te werken. Irene kent de verhalen. 'Waarom zou ik me ergeren, terwijl de Balinezen in mijn omgeving zo liefdevol naar mij zijn? Ik snap dat het heel lastig omschakelen is als je in een kampong woont, waar je een matras met z'n vijven moet delen en je moet in mijn homestay bedden op een westerse manier opmaken, met een bloemetje en met een kan ten laken. Ik vind het knap dat ze dat hebben geleerd. Dat zeg ik mijn jongens ook steeds: ik ben jullie zo dankbaar dat jullie voor mij wer ken en dat we dit samen mogen doen.' Momenteel is Irene op zoek naar sjoelbak ken voor de kinderen in het tehuis. Heeft u wat in de aanbieding? U kunt haar mailen op www.homestayirene.com maart 2011 25 Moesson #9 maart 2011_pim.indd 25 24-02-11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2011 | | pagina 25