O interview
"Eén keer schreef
hij: Ik heb nog ouwe
mariniersvriendjes
in Nederland en die
stuur ik op je af, als
jij zo doorgaat met
schrijven
iedereen op de mouw dat ik 's nachts zit te
schrijven maar het is gewoon een smoes.
Ik dacht datje de nacht nodig had om
te schrijven.
Maar waarom zou ik dan 's nachts leven als ik
niet schrijf? En ik leefde al 's nachts voordat
ik schreef.
Omdat je je wil afzonderen van de
maatschappij?
Ik denk het wel.
Heeft dat met die vervreemding te
maken? Dat staat toch zo mooi in je
recensies: 'vervreemding is een te
rugkerend element in Birney's werk'.
Schrijven ze dat? Toen ik op kantoor ging
werken, moest ik die nacht uit. Dus ik sta om
zeven uur op, half acht bij de tramhalte en ik
kijk om me heen: wat is dit? Die stroom men
sen op hun brommers en in hun auto's op
weg naar hun werk. Niemand zegt wat tegen
elkaar. Wat is dit voor een leven? Dan kom je
op zo'n kantoor en dan: Goeiemorgen! Mor
gen! Mogguh! Mogge! En dan om tien uur:
Koffie! Hebben we er niks bij? En dan gingen
ze gebak halen. Wil je ook gebak? Nee joh
rot op man! Hou je dan niet van gebak? En
dan om half een: Pauze! Nou dan ga je naar
buiten lopen over de Frederik Hendriklaan,
broodje halen. Daar liep je dan.
Maar ik ging toch door met het nachtelijk
leven. 's Nachts zat ik poëzie te schrijven en
liedjes, songteksten. 's Nachts is het rustig.
Eerste versies moet ik altijd wel 's nachts
schrijven, ja. Maar het is het allebei, wat jij
zegt, afsluiten van de maatschappij, erbuiten
willen staan. Ik geloof niet dat het een
keuze is. Want als je het zo zegt, wek je de
indruk dat ik ervoor kies. Waarom wijs je de
maatschappij af? Omdat de maatschappij
zegt: we hoeven jou niet. Ik worstel mijn hele
leven al met de vraag van de vrije wil. Het is
een tijd lang een trend geweest om te zeg
gen: 'daar kies je toch voor'. Nee! Jij bent van
goede afkomst,jij hebt aardige ouders,jij kon
gaan studeren, jij hebt nooit hoeven knokken
voor je leven. Jij bent nooit aangesproken
op je blanke uiterlijk, ze hebben jou nooit
44 Moesson
Moesson #10 april 2011.indd 44
gevraagd: waar kom jij vandaan? De vraag is
moeilijk te beantwoorden. Ben je snel kwaad,
ben je provocatief, of reageer je op bepaalde
dingen? Ik kan niet tegen gemarchandeer zo
als met die boekenweek. Ik vind dat Indische
Nederlanders onrecht is aangedaan in 1992.
Om die dingen word ik kwaad. Ben ik dan
zo'n moeilijke jongen?
Nou ja, vertel jij het maar.
Waarom moet ik m'n bek houden dan? Het
valt me op dat er weinig Indisch protest
meer is. Als je slim bent, ga je op een podium
zitten en dan denk je alleen: ik moet zo
veel mogelijk boeken verkopen. Maar dat
kan ik niet. Vorig jaar november was er een
symposium in Nijmegen. Ik zat er bij Wim
Brands, met Eveline Stoel - een nieuwkomer
- Wim Willems en Lizzy van Leeuwen. Komen
ze weer met 'de zwijgende vader' aanzet
ten. Moet ik dan als Alfred Birney daar voor
de 500ste keer in meegaan? Mijn vader die
zweeg nooit! Die had het elke dag over de
oorlog, elke dag. Hield ie z'n smoel maar
eens! En als zijn vrienden kwamen spraken
ze, half Maleis, half Hollands, alleen maar
daar over. Er werd helemaal niet gezwegen.
Nee, Indo's móesten hun smoel houden.
Indische mensen hadden wél hun verhaal en
ze hadden heel veel te vertellen. Mijn eigen
moeder - mijn Hollandse moeder - zei tegen
mijn vader: 'Ik weet het nu wel', terwijl ze het
helemaal niet wist, 'het is geweest'. En dan
komt er weer één met 'de zwijgende vader'
aanzetten. Dan zitten er nota bene Indo's in
de zaal te applaudisseren. Hoe kun je daar als
Indo voor klappen?
Wat vind je van ouder worden?
Nou ouder worden is niet zo erg. Je gaat al
leen steeds vaker naar de dokter. En vrienden
ontvallen je, er zijn mensen die krijgen die
verschrikkelijke ziekte. Mijn leukste vrienden
zijn al niet meer hier. Ik ben bezig met de op
voeding van mijn zoon, want ik ben een late
vader. Hij en zijn vrienden houden me jong
en ja, wat kan ik zeggen? Het is moeilijker
om een vriendinnetje te vinden. Er zijn wel
vrouwen die zich aanbieden, maar die zijn
honderdtwintig ofzo. Ouder worden, waarom
begin je daar over?
Omdat je 60 wordt dit jaar. Wat zoe
ken vrouwen in een getormenteerde
schrijver? Willen ze iemand redden?
Vertroetelen? Kinderen van 'm?
De moeders van mijn kinderen hebben nooit
geloofd dat ik een getormenteerde schrijver
ben. De moeder van mijn dochter las De
onschuld van een vis en zei: 'Dat kan niet. Was
het echt zo?' Nee, in werkelijkheid was het
erger, zei ik. Hoe vond je het boek dan? 'Ik
vond het een goed boek, maar het kan niet.
Is het echt zo gebeurd?' Nee, het was veel
erger. Ik heb er een roman van gemaakt. 'Zie
je wel', zei ze. Ze vonden me helemaal geen
getormenteerd schrijver.
Vind je dat zelf wel?
Nee. Misschien jij. Ik heb mezelf nooit zo be
schouwd. Een boek als De onschuld van een
vis schrijf je niet als je Kluun heet natuurlijk.
Dat is duidelijk het boek van een getormen
teerde schrijver. Niemand heeft me ooit zo
genoemd.
Ben je dan een getormenteerd mens?
Ik ben bang van wel. Geplaagd door herin
neringen... Dat is wel mooi: hoe ouder je
wordt, hoe minder je wordt geplaagd. De
nachtmerries gaan over. Hoe ouder je wordt,
hoe meer je je verzoent met je verleden. Mijn
vader, als ik die nu beschrijf bijvoorbeeld, dan
krijgt ie toch meer gezichten. Hij kon ontzet
tend gezellig zijn. Hij stierf in 2005 en een
paar maanden later kreeg ik een hartaanval.
Een Indische vriendin, Peggy, legde gelijk het
verband. Mijn zus ook: 'Is het door pa?' Nee,
joh, ik heb gewoon teveel gerookt, zei ik dan.
En ik heb zestien jaar lang aan de Utrecht-
sebaan gewoond. Daar word je ook niet
gezonder van.
Wat heeft zijn dood met je gedaan?
Die man gaat dood. Ik krijg een hartaanval.
Dan krijg je een soort van burn-out. Ik word
moe. Ik denk: ik schrijf niet meer. Die roman