■m Leven in twee Realisten en reactionairen »■--Jm mm De confrontatie tussen het Indonesisch nationalisme en het moederland dat de kolonie ten koste van alles wil behouden; dat kenmerkt de Indische jaren van 1905 tot 1942. Ook de Indische pers koos - op veelbetekenende uitzonderingen na - voor behoud van de kolonie. Aan de hand van honderdduizenden krantenpagina's volgde Gerard Termorshuizen de sociale en culturele ontwikkelingen die de Indi sche dagbladpers in die jaren een eigen identiteit gaven. Realisten en reactionairen Een geschiedenis van de Indisch-Nederlandse pers 1905-1942 Door Gerard Termorshuizen Nijgh en Van Ditmar: 1168 pagina's (gebonden) ISBN: 978 90 388 9428 7 Prijs: 49,95 Verschijnt 27 mei 'Terugkeer naar Nederland is nauwelijks een ideaal. Het is een vanzelfsprekendheid. Foto: archief Moesson. fcgg-fe-. De uitzonderingen niet te na gesproken waren de in Indië verblijvende Europeanen uit op geldelijk gewin. In de kolonie, schreef Henri van Wermeskerken, 'word je minder naar beschaving en ontwikkeling dan naar je inkomen en je uiterlijk leven getaxeerd'. Een correspondent van de Java-Bode had het in 1920 over de voortdurende 'jacht naar verbe tering van positie, die de helft van de men- schen zenuwziek maakt' en een medewerker van het Soerabaiasch Handelsblad sprak over het 'lage, modderige materialisme' in Indië. In welke mate bijvoorbeeld de waarde van de ambtenaar werd afgemeten aan de hoogte van zijn traktement, bracht de in Indië zeer populaire Brammetje (pseudoniem van H.M. du Croo) onder woorden. Dat begon al tijdens de reis naar de kolonie: Wanneer je voor plaatsing aan tafel Je tot den chef-hofmeester wendt, Verneem je voor 't eerst het klassieke: Hoe groot is uw traktement? Wat kan je het onderwijs schelen - En wat de ethiek - en 't pigment - 't Voordeeligste blijft toch de cultus: Promotie en traktement! En dat wordt leus van je leven, En dat blijft ook prikkel en doel - Hoeveel in de maand? En dan verder... Nou verderlaat waaien de boel! Goed geld verdienen was het parool van de Indischgast. Onderwijl was het vizier voortdurend gericht op de uiteindelijke terugkeer naar het moederland. Indië werd gezien als een profijtelijk, maar voor het overige weinig aanlokkelijk intermezzo. De kolonie als doorgangshuis, niet minder maar ook niet meer. Men leidde er, vonden velen, een 'plantenleven'. W.F. Schimmel, leider van een Soerabajase krant, stoorde zich geweldig aan die mentaliteit. Ze zijn, schrijft hij, 'zelf dood. Ze hebben zelfs nooit geleefd!' Echt leven, vond de Indischgast daarentegen, zou men pas weer in Holland. Het was zoals Uiltje (pseudoniem van de journalist PJ. Kroes) het in 1922 in het gedicht 'Verlangen' verwoordde: Nu is 't in Holland winter De zee beukt op het strand. Wij denken in Oost-Inje Aan 't lieve vaderland, 30 Moesson Moesson #11 mei 2011.indd 30 28-04-11 12:58

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2011 | | pagina 30