1 De Indische
pers
f Tempo Doeloe
Symposium
f
v
Met al z'n kou en regen,
Met heel dien hemel grijs,
En alles nat en drassig.
Maar tóch ons paradijs.
Een redacteur van de Deli Courant boog zich
over de vraag waarom de totok zo spoedig
mogelijk weer weg wilde uit Indië. Omdat
volgens hem die totok daar kwam 'op een
leeftijd dat Holland al iets van hemzelf
geworden was' en hij dat Holland 'verideali-
seerd' voor zich zag: 'Al wat van Indië is, staat
buiten hem omdat het niet van Holland is. En
omdat de doorsnee totok niet op zoo groote
intellectueele hoogte staat, dat hij zich kan
zetten tot een eerlijke waardeering van wat
Indië biedt, daarom wil hij wég naar zijn
Heimat.'
Een andere journalist zei het eind 1936 in een
treffende metafoor zo: 'Vele Nederlanders
leven hier als op een schip: hun levenswijze
is gericht op behoud van Nederlandsche nor
men en de moderne techniek maakt hen dat
mogelijk. Zij zijn passagiers, tijdelijk gestoken
in een wit pak. Zij hebben slechts af te wach
ten tot het schip weer meert aan de veilige
kade in Amsterdam of Rotterdam. Terugkeer
naar Nederland is nauwelijks een ideaal. Het
is een vanzelfsprekendheid.'
En zo 'loopt dit land regelmatig vol en even
regelmatig weer leeg', schreef W.A. van Gou
doever eind 1939 in De Locomotief: 'Indië is
een doorgangshuis met een gestaag verkeer
door de voordeur en door de achterdeur. Het
hart trekt naar de kinderen en naar de kleine
van Marie, die door grootmoeder geknuf
feld wil worden, en Indië vervliegt tot een
herinnering, een episode, een intermezzo
tusschen de eerste uitvaart en de laatste
thuisreis.'
Maar betekende Holland voor hen die vaak
tien, twintig jaar of langer in de kolonie had
den vertoefd wel het hervonden paradijs?
Waren zij er wel gelukkig en ervoeren zij hun
leven daar als zinvol? Vaak niet: zij voel
den zich bedrogen in hun hooggespannen
verwachtingen. Import-Nederlanders waren
zij in Indië geweest en import-Nederlanders
voelden zij zich in hun eigen vaderland.
Al in de negentiende eeuw vinden we die
gevoelens van ontheemding en ontgooche
ling herhaaldelijk tot uitdrukking gebracht.
In de Indische pers werd met een zekere
regelmaat gewaarschuwd voor het gefrus
treerde bestaan dat vele Indischgasten in
het vaderland te wachten stond. Gewezen
werd ook op het alternatief: het zich na
gedane arbeid vestigen in Lembang, Garoet,
Soekaboemi of Malang, de voor 'blijvers' zo
geliefde bergplaatsen.
Een redacteur van het Nieuws van den Dag
sprak over 'het geestdodende bestaan van
hen die na een leven tropenarbeid in Neder
land rond-flaneeren, winkels kijken, hondjes
uitlaten, stam-café's bezoeken, kortom: zich
gruwelijk vervelen en met weemoed terug
denken aan hun lange en eervolle loopbaan.
Duizenden zijn gegaan, en duizenden gaan
nóg naar het Hollandsche Mekka, waar
hun geld en hun kennis, hun werkkracht en
ervaring doodloopen in het dorre zand der
nietsnuttigheid, verveling en teleurstelling...'
'Leef niet op een einddoel, dat geheel anders
is dan ge denkt', waarschuwde een oudgast
in 1931 zijn nog in de kolonie vertoevende
landgenoten. Terugkeer naar het vaderland
'is voor zeer velen het ideaal, maar waar dat
verwezenlijkt ideaal aan glans verliest, wint
de herinnering aan het verleden in schoon
heid'.
Opvallend bij dit soort vermaningen is dat
zij zich vooral op mannen richtten, zelden
op vrouwen. Juist die vrouwen hadden het
moeilijk in de kolonie. Het merendeel leidde
als echtgenotes van hun hard werkende
ega's een tamelijk doelloos bestaan vol ver
veling. Hun gedachten waren voortdurend
bij wat zij misten in Indië, bij hun kinderen
bijvoorbeeld die in Nederland onderwijs
volgden. Het was niet het minst onder druk
van vrouwen dat verreweg de meeste Euro
peanen na verloop van tijd repatrieerden.
Talrijk waren zij die pas na terugkeer besef
ten dat zij te gemakkelijk waren voorbijge
gaan aan het goede wat de kolonie hun had
geschonken. W. Belonje van de Soerabajase
De Indische Courant deed een hartstochtelijk
beroep op zijn landgenoten de kolonie trouw
te blijven. Zijn collega H.C. Zentgraaff zag
het heel wat nuchterder: Indië was 'nooit
eene kolonie in den vollen zin des woords,
eene volksplanting, doch een bezit dat zeker
voortreffelijk wordt beheerd, doch waar geen
stuk van ons nationaal leven ligt'. Zeker in
dat laatste had hij goeddeels gelijk. O
Op vrijdag 27 mei wordt Gerard Termors-
huizens Realisten en reactionairen gepre
senteerd. Hier gaat een symposium aan
vooraf over amusement in de koloniale
pers. Vanaf 10.00 uur allerlei lezingen
over schandaaltjes, tropenstijl, spot en
provocatie, amusement en Tom Poes
natuurlijk! Om 17.00 uur wordt dan Rea
listen en Reactionairen gepresenteerd.
Locatie: Kamerlingh Onnesgebouw,
Steenschuur 25 in Leiden.
Prijs: 25,- (inclusief lunch, koffie, thee,
borrel)
Inschrijven en meer informatie: tel.
0172 - 416 272 (secr.indletteren@12move.
nl) of 071 - 527 23 72 (esitinjak@kitlv.nl).