'Wij zijn de mensen om wie het gaat,
het is ónze geschiedenis. Niet voor
niets is één van mijn lievelingscita
ten van dichteres Saskia van Gronin
gen: "I am all who came before me"'
interview O
stand. Daar word je als redactie natuurlijk ongelofelijk
inventief en creatief van, maar soms kostte het dagen
om ingezonden kopij te redigeren en moesten we uren
achter beeld aanbellen, dat dan nog vaak aan kwali
teit te wensen overliet. Dat kon in mijn ogen allemaal
veel beter, dus dat redactiebudget is een van de eerste
dingen die we omgegooid hebben. Financieel en orga
nisatorisch hebben we flink de bezem door het bedrijf
gehaald. Qua bedrijfscultuur hebben we een omslag
willen maken door met elkaar een sfeer van openheid
te creëren waarin de sterke kanten van medewer
kers het uitgangspunt vormen en problemen samen
besproken en opgelost worden. Maar het allerbelang
rijkste was toch wel: de inhoud van het blad. We waren
moe van het Indische "achteruitdringen" zoals Theodor
Holman het ooit zo mooi verwoord heeft en het altijd
maar wegwuiven en onder tafel steken van de eigen
Indische cultuur. Dus in plaats daarvan kozen we voor
een positieve insteek. We schrijven over bekende en
minder bekende Indo's die trots zijn op hun achter
grond en dat ook uitdragen. Geen onderwerp is taboe
of wordt uit de weg gegaan. Dus wél de verhalen over
kinderen van Japanse soldaten, over troostmeisjes of
homoseksualiteit. We waren ook klaar met de tendens
van het benadrukken en zeuren over wat er op het
Indische vlak allemaal niet gebeurde, het 'wij-worden-
in-de-geschiedenis-vergeten'-discours. Dat hebben we
willen omdraaien door in Moesson de nadruk te leg
gen op wat er allemaal wél gebeurt. Daarom schrijven
we over allerlei Indische initiatieven en laten we in
interviews zien dat er heel veel succesvolle Indo's zijn
die goed zijn in wat ze doen en in hun vakgebied de
top bereiken, ook omdat we af willen rekenen met dat
eeuwige zogenaamde Indische minderwaardigheids
complex. We hebben heel sterke denkbeelden over
onze doelgroep en wat die doelgroep bezighoudt, en
wat onze bladformule is. Soms zien mensen niet meer
waarom we Moesson maken zoals we het maken. Maar
we hebben een duidelijke visie en achterliggende the
orie die aan ons blad ten grondslag ligt en die we altijd
voor ogen houden, zij het vaak impliciet. De Indische
mens en wat die allemaal heeft meegemaakt en mee
maakt, staat centraal. En altijd met een opbouwende
insteek, want we willen dat onze lezers een goed ge
voel hebben als ze Moesson dichtslaan. Inmiddels zijn
we uitgegroeid tot een modern lifestyle- en human
interestblad. En volgens mij doen we het best goed:
de oplages en abonnementen zijn de afgelopen jaren
alleen maar gestegen, en we merken dat we ook de
tweede en de derde generatie bereiken en aanspreken.'
In hoeverre zet je het werk van je voorgangers
Tjalie Robinson en Lilian Ducelle voort?
'In de tijd dat Geert en ik het stokje van Vivian over
namen, had Moesson duidelijk een imagoprobleem.
Het werd wel gelezen, maar lag ónder de koffietafel in
plaats van erop. Aanvankelijk waren we vooral gefo
cust op het professionaliseren van het blad, zodat het
er presentabel uitzag. Ik was toen ik in 1998 begon, me
aanvankelijk niet direct bewust van het erfgoed van
mijn voorgangers. Dat besef kwam later pas. Nu merk
ik dat we Tjalie en Lilian en hun gedachtegoed vaak
voor ogen hebben. Lilian kennen we en Geert en ik voe
len ons tegenover haar zeker schatplichtig om ervoor
te zorgen dat Moesson blijft voortbestaan en dat we
een inhoudelijk goed blad neerzetten. Dat laatste doen
we door te luisteren naar onze doelgroep en feeling te
houden met wat die doelgroep bezighoudt. De lezer
staat bij ons op het podium, wij zorgen voor de schijn
werpers. En ook in de selectie van de mensen met wie
we samenwerken, dragen we de ideologie van Tjalie
uit. We zullen nooit iemand een stuk laten schrijven
die geen sterke emotionele band heeft met onze lezers
en gaan net als Tjalie uit van de petite histoire, van de
persoonlijke ervaringen en getuigenissen. Want dat is
waarin onze lezers zichzelf herkennen.'
Waarin schuilt de kracht van Moesson?
'In de ontzettend sterke band en betrokkenheid die
onze lezers voelen met ons blad. We hebben een grote
groep zeer trouwe lezers. Vanuit Moesson zelf zien we
de leden van de Indische gemeenschap als familie. Ik
denk dat heel veel Indo's andere Indo's in zekere zin als
familie beschouwen, er is een soort vanzelfsprekende
verbondenheid. Voor onze lezers is Moesson als een
Indisch familielid. Of beter nog: het is een familiefeest.
De plek waar je elkaar ontmoet en over elkaar hoort.
Daarnaast is het ook een stukje herkenning, thuisko
men: onze lezers hebben dezelfde achtergrond, het
zelfde verhaal en kunnen in Moesson onder elkaar zijn,
zonder iets uit te hoeven leggen of te verantwoorden.
juli 2011 43
Moesson #1 juli 2011.indd 43
22-06-11 21:26