Column Calvin Michel HET NIEUWE KOOKBOEK Komm, süfier Tod Met de repatriëring na de onafhankelijkheid daalde het aantal Indische mensen in Indonesië drastisch. Voor de blijvers werd de keus voor een Indische levenspartner enorm beperkt. Een van de redenen dat de tweede en derde generatie in de daaropvolgende decennia opging in ofwel de lokale ofwel de Chinese cultuur. Vandaag de dag weten velen het niet eens als ze Indisch bloed hebben, officiële docu menten over onze voorouders zijn in Indonesië nergens meer te vin den. Een klein aantal verenigingen probeert de Indische cultuur nog in stand te houden, zoals de Indo Club, maar zonder veel succes, lijkt het. De voorzitter van de Indo Club, Eddy Samson, is daarom bang dat Indische mensen definitief tot het verleden gaan behoren. De tweede en derde generatie vinden het niet meer nodig om de oude voertaal in stand te houden, wat ook wel voor de hand ligt, want in Indonesië krijg je nu eenmaal meer voor elkaar met Engels dan met Nederlands. In mijn familie verliep die geschiedenis niet anders. Voordat mijn oma overleed in 2005, schreef ik vorige maand al, was ik me er ook niet van bewust dat ik een Indo ben. Ja, mijn oma had het weleens gehad over Nederlandse roots en ze sprak ook Nederlands, wist ik, maar in mijn beleving bleef zij een Chinese: de Chinese cultuur is in mijn familie zo sterk aanwezig, dat ik daar automatisch van uit ging. Tot mijn stomme verbazing bleek bij de begrafenis dat zij een Europese meisjesnaam had: Suze de Wilde. Zij werd altijd Oma Suze genoemd. Nóóit geweten hoe die naam eigenlijk uitgesproken moest worden: Oma Soes, dacht ik altijd, net als in roomsoes. En nu heb ik er zagende spijt van dat ik haar nooit heb gevraagd naar onze voorouders. Uiteindelijk besloot ik om dan maar zelf een augustus 2011 19 stamboom samen te stellen, zo goed en zo kwaad als het ging, aan de hand van oude documenten en foto's, en door andere naaste verwan ten aan de tand te voelen. Ik heb een achterneef in Nederland en met hem wissel ik informatie en foto's van onze Oma Suze uit. Afgelopen maart werd ik opnieuw verrast. Mijn tante vond toevallig een heel oude foto, waar ook de ouders van oma op staan. Ik mailde de foto naar mijn Nederlandse achterneef en hij ging ermee naar de oudste broer van mijn oma - de enige van haar generatie die nog in leven is. Groot was de ontroering toen ik hoorde dat hij zich nog kon herinneren wanneer de foto is genomen: bij de Defensielijn Van den Bosch in Batavia, nu Jalan Bungur Besar geheten, een drukke weg waar mijn oudoom als klein jongetje vaak fietste. Ik heb het geluk dat ik als één van de weinigen de gezichten van mijn voorouders nog kan bekijken. Sinds ik ze op die oude foto's heb ge zien, voelt de dood niet meer als iets om bang voor te zijn. Eerder als een opluchting. Omdat de mensen die ik liefheb, maar nog niet heb kunnen ontmoeten, op mij wachten, daar, aan gene zijde, zoals in het lied 'Komm, sütëer Tod'. (vertaling: yayah en mike siegers-samaniri) Calvin Michel de Wilde (Makassar, ig86) woont in Jakarta en kwam er onlangs achter dat zijn familie Indisch is. Maar wat betekent dat nog vandaag de dag in Indonesië? SAMENGESTELD DOOR A.KOOPMANS-GORTER, G.A.M.DEBOER-DE JONGE Moesson #2 augustus 2011.indd 19 28-07-11 1

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2011 | | pagina 19