indonesië 0 Schoorvoetend begint Indonesië de lang weggestopte geschiedenis van de Japanse bezetting te onderzoeken, registreerde Hilde Janssen. De fototentoonstelling Troostmeisjes die Jan Banning en zij maakten over Indonesische slachtoffers van gedwongen prostitutie krijgt Door Hilde Janssen fotografie Ahmad veel aandacht. Maar voor de voormalige troostmeisjes is er Nashih Luthfi/EtnoHistori.com weinig veranderd. De schaamte blijft. Ook na 65 jaar. De schaamte blijft 'Goh, daar wist ik helemaal niks van.' Geschokt staart de Indonesische studente architectuur uit Semarang naar het portret van een voormalig troostmeisje. 'Het had mijn grootmoeder kunnen zijn. Deze oma Paini komt ook hier uit de buurt.' Een studie- genote leest over haar schouder mee. 'Nog geen 14 jaar en gedwongen tot prostitutie', mompelt ze hoofdschuddend. Stil kijken ze om zich heen. De muren hangen vol met grote portretten van oude vrouwen. De hal van de architectuurafdeling van de katho lieke universiteit in Semarang is veranderd in een expositieruimte. Het is maandagochtend. Onze Troostmeisjes tentoonstelling is net geopend. Nieuwsgierig lopen groepjes studenten de hal binnen. Hun vrolijk geklets verstomd al snel, oog in oog met die trieste en soms boos kijkende vrou wen met hun gerimpelde gezichten en grijze haren. Deze oude vrouwen waren nog meis jes tijdens de Tweede Wereldoorlog toen ze door Japanse militairen onder dwang of met valse beloften van straat werden geplukt en vervolgens systematisch werden verkracht in legerbordelen, in kazernes, fabrieksloodsen en tentenkampen. 'Jugun lanfuTroostmeis jes?' De studenten kijken elkaar vragend aan. 'In de geschiedenislessen hebben we hier nooit iets over gehoord. Waarom niet?' 'Het staat niet in onze Indonesische ge schiedenisboeken,' verduidelijkt de 73-jarige historica Djuliati Suroyo. Op school wordt weinig aandacht besteed aan de drieënhalf jaar durende Japanse bezetting van het toenmalige Nederlands-Indië. Het enige historische feit dat uitgebreid wordt belicht is dat de Japanse bezetting de weg baande voor de Indonesische onafhankelijkheid. Twee dagen na de Japanse capitulatie, ver kondigen Soekarno en Hatta op 17 augustus 1945 de geboorte van de Republiek Indonesië. 'De slachtoffers van de bezetting zijn over schaduwd door de helden van de revolutie.' Professor Suroyo zit samen met mij in een hoek van de zaal de reacties van de jonge be zoekers te observeren. Ze moet zelf ook nog even bijkomen van de fototentoonstelling. Ze kende de geschiedenis, maar niet de details. Tijdens de openingsspeech kon ze nauwelijks uit haar woorden komen, overmand door emoties. Haar haperende stem doet echter niks af aan haar voornemen om de duizen den Indonesische troostmeisjes een plaats te geven in de nationale geschiedenis. 'Het is de hoogste tijd.' In Azië zijn naar schatting tweehonderd duizend meisjes en jonge vrouwen tijdens de Japanse bezetting het slachtoffer gewor den van dwangprostitutie in zogenaamde 'troostcentra'. Duizenden anderen werden als dwangarbeidster of bijzit eveneens gedwongen tot seksuele dienstverlening. De meerderheid was afkomstig uit Korea en China. Indonesië telde zo'n twintigduizend 'troostmeisjes', waaronder zo'n driehonderd Nederlandse en Indo-Europese vrouwen. Slechts een handjevol Japanse militairen is meteen na de oorlog door Nederlandse Temporaire Krijgsraden veroordeeld wegens dit misdrijf. Het Nederlands koloniale bewind had als enige in Azië een wet uitgevaardigd die gedwongen prostitutie als oorlogsmis daad definieerde. Zij het alleen om de daders van Nederlandse en Indo-Europese slachtof fers te berechten. Maar daarna werd er ook in Nederland met geen woord meer over gerept. Ook niet tijdens de onderhandelin gen over de Japanse herstelbetalingen. In Nederland heeft het vijftig jaar geduurd voordat het stilzwijgen werd doorbroken. In Indonesië een paar jaar langer. De pijnlijke geschiedenis was diep weggestopt. Schaam te en stigmatisering snoerde slachtoffers de mond. Pas toen de Koreaanse Kim Hak Soon eind 1991 als eerste voormalig 'troostmeisje' een getuigenis aflegde, traden ook de naar Australië geëmigreerde Jan Ruff-O'Herne en haar Nederlandse lotgenote Ellen van der Ploeg naar buiten. Zij eisten exuses en genoegdoening van Japan. Historici en mensenrechtenactivisten boden steun, augustus 2011 21 Moesson #2 augustus 2011.indd 21 28-07-11 15:(

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2011 | | pagina 21