Column Poirrié's Perikelen Hannibal de vrouwengek Apen zijn onze verre neven. Daarom mogen we ons best wat meer om het welzijn van die familieleden bekommeren. Daar heeft Stichting AAP ons laatst nog aan herinnerd, in Moesson. Vooral aanschouwelijk, want alleen van de plaatjes word je al beroerd. In een kratje gepropte stakkerds, een paar kettinggangers en een als mens verklede aap die getooid met een walgelijke pruik en eng poppenmasker zo uit een horrorfilm kan zijn weggelopen. Om als straatartiest verder te gaan met het publiek te vermaken middels 'grappige' live-optredens, zoals vele apengeneraties dat voor hem hebben gedaan. Onder leiding van even zovele 'grote' regisseurs die de touwtjes letterlijk en figuurlijk strak in handen hielden. Vonden we als kind prachtig, zo'n bijna niks kostende openlucht voorstelling. Beseften we (nog) niet dat die met mini-toneelattributen stoeiende dieren door een keiharde omscholing al zo waren 'ontaapt' dat ze niet meer in hun eigen wereld pasten. Wat eigenlijk ook gold voor Napoleon I en Napoleon II, twee kleine, ondernemende klapperaapjes die ik kort na elkaar heb gehad. En die, zo jong als ze waren, geen ontzag meer voor mensen hadden en zelfs niet schroomden om op de tafel te springen en uit ons bord mee te eten. Terwijl ze krijsend wegsprongen als je ze een ramboetan voor hield. Vonden ze maar een griezelig ding. Nog erger was het gesteld met de hondsgrote beroek Hannibal, die zich in gevangenschap had ontwikkeld tot een terrorist waar de hele doesoen voor beefde. Ik had hem ook alleen van mijn voorganger overgenomen omdat niemand hem wilde hebben. En hij een geweldige schildwacht was. Want vastgelegd aan een lange ketting bestreek hij de hele kolong van onze paalwoning en liet geen levend wezen passeren. Kon je rustig slapen. Maar de vechtlustige geweldenaar had ook een zwakke plek. Hij was gek op vrouwen. Als die al kwekkend met hun wasbundeltjes op het hoofd naar de kali wandelden, kon Hannibal zich vreselijk opwinden. Daarom liepen ze liever een straatje om. Behalve de keer dat Han nibal toevallig, of met voorbedachten rade, daar zijn we nooit achter gekomen, een deel van de ketting op een hoopje naast zich neer had neergelegd en zich slapende hield. Dachten de vrouwen dat de ket ting was ingekort en ze er makkelijk langs konden. Het angst geschreeuw was tot over de kali te horen toen Hannibal een vrouw bij een slip van haar sarong te pakken kreeg en er een soort touwtrek wedstrijd plaatsvond, waarbij hij haar heel zeker uit dat kledingstuk zou hebben gewikkeld als Sjahdoellah er niet tussen was gesprongen. Met een stuk brandhout. Hannibal ging ook graag aan de wandel, binnen de doesoen. Als hij zijn ketenen weer eens had verbroken kon je aan het gejammer horen welke route hij volgde. Regende het ook weer klachten over kapotte dakpannen en opgejaagd kleinvee. Was het geen wonder dat de sarong-perkara Hannibal de das omdeed. Moest ik bij de toch erg geduldige detachementscommandant komen en was het: 'Die rotaap weg of dood.' Konden we geen nieuwe kostbaas voor Hannibal vin den en wilde hij nog steeds niet terug naar zijn eigen wereld, dus was zijn lot bezegeld. Hadden ze hem maar nooit gevangen. Geen enkele aap trouwens. Jack Poirrié groeide op in Batoeradja en woont sinds ig$i in Nederland. Elke maand schrijft Jack Poirrié in Moesson over zijn perikelen. oktober 2011 13 Moesson #4 oktober 2011.indd 13 23-09-11 12:30

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2011 | | pagina 13